12

Nieuwe NS-wandeling Zuid-Limburg GENIETEN VAN GLOOIINGEN EN GEULDAL Deze nieuwe NS­wandeling voert je omgeven door groen de stad uit naar de heuvels met akkers en bossen en volgt later de Geul die verleidelijk kabbelend Valkenburg bereikt en stroomopwaarts steeds meer aan schoonheid wint – bloeiende weiden met kastelen op de achtergrond. Tekst en foto’s: Wim ten Brinke Zondagochtend, de kerk gaat uit, het geluid van gekeuvel strijkt over de brede wandelen fietsweg. Op bankjes zitten mensen bij elkaar, beetje kletsen, op het door bomen omzoomde pad is het een komen en gaan van wandelaars en fietsers. Je hebt het niet door, maar je wandelt op het dak van de tunnel van de A2. Onder je rijdt het autoverkeer, onophoudelijk, 100 kilometer per uur, bovenop dringt het geluid niet door. Radicaal is het hier veranderd, want decennialang lag hier een snelweg dwars door Maastrichtse woonwijken. De mensen die erlangs woonden moesten ramen dichthouden tegen lawaai en stank, de weg spleet de stad in tweeën. Al dat verkeer rijdt sinds 2016 door tunnels, op het dak kwam een vier kilometer lange bomenlaan, van noord naar zuid. Dat is de Groene Loper, het Maastrichtse stadspark, dat gescheiden stadsdelen aan elkaar heeft geritst, en die aan de noordzijde nog een extra slurf heeft, waardoor je geheel in het groen Maastricht uitwandelt. Dat is een onverwacht begin van deze nieuwe NSroute, die weliswaar midden in de stad begint, maar zonder het gebruikelijke stadsrumoer en verkeerslawaai. Schuttersfeest in Schin op Geul Het was een gelukje, dat juist op mijn wandeldag in Schin op Geul het schuttersfeest werd gevierd. Ik kwam midden in een optocht van schuttersverenigingen terecht, die in hun praalpakken met trommel en fanfare door het dorp marcheerden. Een lust voor het oog, zeker toen Sint Brigida uit Noorbeek voorbijkwam met een jonge vaandeldraagster die van trots en plezier glom van oor tot oor. Als toonbeeld van een nieuwe generatie die een eeuwenoude traditie voortleeft. 12 Akkermozaïek Een laatste blik achterom – zie daar, rechts in het beeld, de rode Sint Janskerk en de torens van de Sint Servaas – en vervolgens word je opgenomen in het bos, waar je al een tijdje tegenaan keek. Het is de bovenrand van een golvend, typisch Limburgs landschap met eerst, in het lagere deel een mozaïek van akkers, waar in een onregelmatig patroon van kleine en grote recht hoeken de velden met voederbieten, tarwe, aardappels of gras liggen, soms van elkaar gescheiden door hagen als vette lijntjes in het blikveld. Nu pas heb je onverharde paden onder je voeten – hoewel het opmerkelijk lang duurt (pas na een uur wandelen), kun je de stad moeilijk een verwijt maken; mooi genoeg dat je –weliswaar verhard – al die tijd al in het groen loopt. De grote groeve Normaal gesproken leidt een Limburgs hellingbos je naar een hooggelegen plateau, maar in deze route sta je ineens oog in oog met een gigagat, een zestig meter diepe mergelgroeve die tot 2009 in bedrijf was. Op de kaart krimpen de hoogtelijntjes ineen, hoe overbrugt het pad die ongewone steilte? Een duik naar beneden? Nee, een steile trap, een stalen loper, die je tientallen meters dieper brengt, naar de bodem van de groeve.

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication