25

Analysemethode Analyse van de mondelinge data vindt in drie fasen plaats: 1. Tijdens het gesprek o Direct na het vertellen van een microstory worden de vertellers door ons als luisteraar/onderzoeker uitgenodigd om zelf op hun ervaring te reflecteren: wat heeft het verhaal hen zelf te zeggen: welk thema of welke thema’s zien zij erin? Vervolgens vertelt ook de onderzoeker welke betekenissen (thema’s) hij in het verhaal hoort, volgens de methodiek zoals beschreven in Scheringa 2013 en Scheringa/Beemster 2020). Kenmerkend voor narratief onderzoek is immers dat er óók betekenisconstructie ontstaat tussen onderzoeker en onderzoekssubject. 2. Na het gesprek - I Informatie over de (geanonimiseerde) verhalen, hun betekenissen, de eventuele handelingsperspectieven en toekomstverwachtingen worden per verteller door de onderzoekers opgenomen in een analysemodel, het verhalenweb (o.a. Tesselaar/Scheringa 2008, Scheringa 2013). Een verhalenweb is een Excel sheet waarin we de volgende kolommen opnemen: ▪ de datum waarop een gesprek plaatsvindt; ▪ geanonimiseerde gegevens over de verteller: vertellerscode, geslacht, eventuele werkzaamheden, eventuele leefsituatie; ▪ de onderzoeker die het gesprek met de verteller voert; ▪ de titel van een microstory: om iedere microstory overzichtelijk op te kunnen nemen in het verhalenweb, geven we het een titel. Deze titel ontlenen we aan een uitspraak in de microstory; ▪ betekenissen die in een microstory voorkomen; ▪ patronen: terugkerende betekenissen in microstories van meerdere vertellers; ▪ wat de verteller wel/niet wil meenemen uit deze tijd: het handelingsperspectief; ▪ de toekomstverwachting van de verteller; ▪ de bevestiging van het schriftelijk akkoord van de verteller. 25

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication