32

Patroonclusters De 12 patronen hebben we geclusterd tot: • Cluster 1: Rust (het woord dat in vrijwel ieder gesprek voorkwam) • Cluster 2: Ik in relatie tot self: zelfreflectie, zelfinzicht, keuzes maken met corona als katalysator, herbronnen, wendbaarheid, (her)waardering van het eigen werk (patroon 2, 3, 6, 10, 11, 12). • Cluster 3: Ik in relatie tot de ander: van betekenis willen zijn voor de ander (en geraakt worden dat dit in de samenleving zichtbaar wordt), gemis fysiek contact, hoe blijven we in verbinding met elkaar, besmettelijkheid en daarmee samenhangend: angst, verantwoordelijkheidsgevoel en bedreiging (patronen 4, 5, 7, 8). In veel gevallen behoort ‘de ander’ tot het familiesysteem van de verteller. • Cluster 4: Ik in relatie tot de samenleving: structuren die worden blootgelegd, de ratrace, verbijstering over wat er in instellingen gebeurt, maatschappelijke reflectie (patronen 4, 9, 10). 32 Aanvullende analyse van specifieke microstories Acht vertellers hadden zelf Corona gehad of werden in hun directe omgeving (partner, gezinslid) met Corona geconfronteerd. Hun microstories hebben we meegenomen in de algemene analyse én we hebben ze, uit nieuwsgierigheid, ook nog apart geanalyseerd. Op basis daarvan is er nog een cluster met patronen: • Persoonlijke verhouding tot corona als ziekte, met betekenissen variërend van: ‘ik heb wel erger meegemaakt’ tot ‘mijn ziekzijn gaf me een gevoel van machteloosheid’. Op deze specifieke verhalen komen we in 4.4 terug. 4.3 ILLUSTRATIE VAN DE PATRONEN: VIER CLUSTERS In deze paragraaf illustreren we de clusters van patronen met een of meerdere microstories. Per cluster selecteren we steeds enkele fragmenten uit microstories of hun duiding.

33 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication