Europese routes rijden. Tien jaar terug werden via het platform – toen nog onder de naam Transporting Wheels – enkele honderden tweedehands auto’s aangemeld voor transport, inmiddels zijn er dat tussen de 13.000 en 15.000 per maand. Het hoofdkantoor van TransConnect staat in Zwolle, maar inmiddels heeft het bedrijf ook vestigingen in Frankrijk en Duitsland. Duitsland is verreweg de grootste markt voor autotransporten in Europa. Daarom opende het bedrijf afgelopen 12 november een nieuw, groter kantoor net buiten Keulen. Nu al regelt de Duitse tak het transport voor 7000 tot 8000 auto’s per maand. “Hier in Duitsland was het concept van TransConnect nog niet zo bekend. Toen we als eerste met ons platform begonnen, zeiden klanten: ‘dit is waar we al jaren naar zochten’. Dat is de reden dat we hier de laatste drie jaar zo snel zijn gegroeid. Die groei willen we doorzetten”, zegt Jochen Witty, Country Manager Germany bij TransConnect. “Er zijn in Duitsland minimaal 500.000 auto’s per maand die getransporteerd moeten worden. Daar ligt voor ons een enorm potentieel. Vanuit hier willen we ook de Oostenrijkse markt bedienen. Dat zijn nog eens 100.000 auto’s. In heel Europa praat je over miljoenen auto’s per maand die getransporteerd moeten worden.” Nederland loopt achter met (ultra) snelladers Nederland en België vertrouwen in hun elektrificatiestrategie het meest op ‘gewone’ AC-laders: meer dan 90 procent van de laadinfrastructuur bestaat uit AC-laders. Snelladen is bovendien duur in Nederland vergeleken met andere Europese landen. Het een en ander blijkt uit het onderzoek ChargePlanner van RetailSonar. Dat bedrijf onderzoekt voor onder andere CPO’s locaties voor hun laadinfrastructuur. Volgens de onderzoekers wijst de afhankelijkheid van AC-laadpunten ook op een dieperliggende probleem binnen het Nederlandse elektriciteitsnet, namelijk dat van netcongestie. Landen als Polen en het Iberisch schiereiland hebben daar ook last van, maar in Nederland wordt de situatie steeds zorgwekkender. Het heeft geleid tot een beperkt aantal (ultra) snellaadpunten. Daarbij is snelladen in Nederland relatief duur, met gemiddelde tarieven van zo’n 56 cent per kWh voor gewoon snelladen en 63 cent voor ultrasnelladen. Duitsland heeft een gemiddeld snellaadtarief van 53 cent en voor ultrasnelladen 62 cent per kWh, ongeveer vergelijkbaar met België. Ter vergelijking: Frankrijk vraagt gemiddeld 42 cent voor zowel snel- als ultrasnelladen. Luxemburg is met tarieven van 68 en 67 cent het duurst. Prijzen zijn allemaal ex-btw. Vanuit de huidige drie kantoren kan TransConnect het grootste deel van de Europese markt bedienen. “In Nederland zijn we al bekend bij iedereen in de automotivebranche, maar in landen als Frankrijk en Duitsland is dat nog niet zo. Dat zijn voor ons grote markten”, zegt Mark Rotteveel, Commercieel Directeur bij TransConnect. ‘Snellaadbonus’ Volgens de onderzoekers zijn ultrasnelladers belangrijk voor de verdere adoptie van elektrisch rijden. Deze laders zijn duurder om te installeren, waardoor het logisch is dat ze gemiddeld 5 tot 10 cent per kWh duurder zijn dan gewone snelladers. In verschillende landen rekenen CPO’s deze duurdere laders nog niet door in hun prijsbeleid. Wel bijvoorbeeld in Duitsland, Spanje en Nederland waar deze ‘snellaadbonus’ varieert tussen de 5 tot 8 cent extra. Verder benadrukken de onderzoekers dat elk probleem ook weer kansen met zich meebrengt. Zo prijzen ze de vele initiatieven in Nederland op het gebied van dynamische elektriciteitsprijzen, smart charging-oplossingen en lokale energievoorziening met microgrids. Maar ook andere landen hebben zo hun uitdagingen. “Hoe elk land deze kwesties aanpakt, zal de toekomstige ontwikkeling van elektrische mobiliteit in Europa bepalen.” | 27 Duurzame Mobiliteit
28 Online Touch Home