22

bedoeling van dit team? Wat moeten we gaan doen? Wanneer moet het werk klaar zijn? Wat mogen we zelf en waar hebben we toestemming voor nodig? De verwachting is dat de teamleider deze vragen kan beantwoorden. Naast de afhankelijkheid van de teamleider is het in beginnende teams ook zo dat teamleden gedrag vertonen dat erop gericht is om niet buiten de boot te vallen. De teamleden willen bij het team horen en stellen zich de vraag ‘wat moet ik doen om erbij te horen’. Om niet buiten de boot te vallen zullen de teamleden elkaar niet afvallen, geen openlijke kritiek leveren en doen wat de anderen ook doen. Er is nog weinig onderling contact. Een klein managementteam van een overheidsinstelling, dat pas kort bij elkaar was, ging met elkaar twee dagen de hei op om te werken aan teamontwikkeling. Tijdens de programmaonderdelen werd er hard gewerkt. Het programma dat de externe begeleider had opgesteld werd keurig gevolgd. Opvallender was het gedrag in de pauzes en tijdens lunch en diner. De teamleden spraken nauwelijks met elkaar, ze spraken meer met anderen via hun mobieltjes dan met elkaar en zodra het mogelijk was trokken ze zich terug op hun hotelkamers. De enige die probeerde het gesprek gaande te houden was de manager van het team. Gedrag van de teamleden in de startfase Ÿ Afwachten wat de teamleider gaat doen; Ÿ Geen initiatief nemen; Ÿ Alle communicatie richten op de teamleider; Ÿ Vragen stellen; Ÿ Opvolgen van opdrachten; Ÿ Doen wat anderen ook doen. De teamleider De valkuil voor de teamleider in deze fase is dat hij het team blijft zien als een verzameling individuen met elk zijn of haar eigen behoefte. Als hij dat doet dan zal hij gedrag gaan vertonen dat te vergelijken is met een leidster van een kindercrèche: het rennen van kind naar kind. Als het ene kind het flesje heeft gehad en slaapt moet het andere kind drinken. En als dat klaar is heeft kind drie een schone luier nodig. Een dag gaat zo op aan verzorgen. In plaats van het verzorgen van individuen kan de teamleider ook werken aan het stimuleren van onderlinge relaties en de zelfstandigheid Strijdfase We vergeleken de ontwikkeling van een team met de ontwikkeling van een mens. Laten we die lijn eens doortrekken. Als een kind opgroeit wordt de afhankelijkheid van zijn ouders steeds kleiner. Het kind kan en zal steeds meer dingen zelf gaan doen. Hij krijgt vriendjes en vriendinnetjes gaat bij groepjes horen en gaat zich afzetten. Eerst tegen zijn ouders later ook tegen leeftijdgenoten. De puber is bezig met het ontwikkelen en uiten van een eigen identiteit. Hij gaat zich kleden zoals zijn vrienden doen en gaat naar de muziek luisteren die zijn vrienden ook draaien. Hints en tips voor een succesvolle dagstart bij BEDRIJFABC 15 oktober 2016 22

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication