42

Sprinter tweewagenstel naar het Spoorwegmuseum Begin april dit jaar werd bekend dat Sprintertweetje 2133 in de collectie van het Spoorwegmuseum zal worden opgenomen. De buitendienststelling van dit inmiddels 45 jaar oude materieeltype is begonnen, gelijk opgaand met de komst van nieuwe Sprinters. Kenmerkend voor de ontwikkeling van de dienstregelingen waren begin jaren ‘70 korte wachttijden op stations door een hogere treinfrequentie, korte halte afstanden in woon-werkgebied en de daarbij horende korte reistijden, bijvoorbeeld de Zoetermeerlijn en Nieuwegein. In september 1972 bestelde NS vijftien tweewagenstellen bij Talbot in Aken, type Stads Gewestelijk Materieel, kortweg SGM. De draaistellen werden geleverd door het Zwitserse SIG in Neuhausen, de elektrotechnische uitrusting door het Holec-concern. De tractiemotoren kwamen van Société Oerlikon Paris, een onderdeel van Brown Boveri & Cie. Het elektropneumatische remsysteem werd geleverd door Oerlikon. Om snel te kunnen optrekken werden alle assen van een treinstel aangedreven worden door een tractiemotor. 42 Het nieuwe materieel kreeg de naam ‘Sprinter’. De eerste serie treinstellen werd niet alleen niet voorzien van een overgang tussen de rijtuigen, maar ook niet van toiletten. NS ging ervan uit dat reizigers slechts voor een korte afstand van de trein gebruik zouden maken. De vijftien treinstellen kregen de nummers El2 2001 - El2 2015. Na hun aflevering werden zij ingezet in een proefbedrijf tussen Rotterdam Centraal en Hoek van Holland. Nadat dit proefbedrijf succesvol was afgesloten, werden tussen 1978 – 1980 zestig tweewagen stellen geleverd met de nummers El2 2021 - El2 2080. Begin jaren ’80 werd besloten 45 treinstellen van de serie 2021 te verlengen met een tussenrijtuig en 15 nieuwe driewagenstellen te bouwen. Na de 60 driewagenstellen werden tussen 2007-2009 ook

43 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication