13

In 2020 vieren we een aantal 50-jarige ‘verjaardagen’ (ook die van Rolf…) en jubilea. Natuurlijk onze Vereniging maar in een gesprek met Peter-Paul de Winter, Hoofd Collecties van het Spoorwegmuseum, kwam ook aan de orde dat het dit jaar 50 jaar geleden is dat de 1501 in dienst kwam. Toen bleek dat alle betrokkenen bij de 1501 het Spoorwegmuseum een terechte standplaats vonden voor deze vertegenwoordiger van de bij de machinisten zo geliefde serie 1500 werden de plannen snel concreet uitgewerkt. En op 1 juli was het dan zo ver, de 1501 kwam aan in het Spoorwegmuseum, getrokken door de 1304 van Fairtrains. Missen ze de loc nu in Blerick? Rolf: “Natuurlijk missen we hem. We hadden de stuurstanden nog willen aanpakken. Maar dat gaan we misschien nog een keer doen in het museum. Tot aan het moment van de overbrenging hebben we nog geklust. Het was mooier geweest als we hem nog een maandje langer hadden kunnen houden in Blerick, maar Fairtrains kon hem meenemen. Misschien is er straks na de nu lopende tentoonstelling toch ruimte om de loc binnen te zetten, misschien dan weer in de buurt van de 1201”. Goed idee vindt ook Thijs. Misschien kunnen ze dan nog verder werken in Utrecht. Thijs: “We hebben er al wel wat kunnen doen aan de loc, we zijn een paar keer naar Utrecht geweest. We hebben de koplampen vervangen zodat die het weer doen. En een van de cabinedeuren was niet meer recht. Hebben we hersteld, zodat hij weer waterdicht is. In overleg met het Museum gaan we de cabines aanpakken”. Met verwijzing naar de corona ellende merkt Rolf op: “De corona maatregelen maken het ook voor ons bijna onmogelijk. Wij waren ook gebonden aan de RIVM maatregelen. Je kan niet zomaar met een grote groep mensen aan de loc gaan werken”. Rolf gaat verder: “We bewaren de loc ook voor de toekomstige belangstellenden. We hopen dat onze kleinkinderen er ook van kunnen genieten. Dat duurt nog wel even, maar toch. Ik was onlangs met mijn jongste dochter in het Spoorwegmuseum en zij had duidelijk belangstelling voor al dat moois. Je merkt dat er toch bij de jongeren wel belangstelling is voor het spoorse gedoe”. Over belangstelling gesproken: hebben ze wel eens in Engeland gekeken? Rolf: “Jazeker, naar de 1502 en de 1505. Van de toch kleine serie zijn er dus toch mooi drie machines bewaard gebleven”. Wat het weer gaan rijden van de 1501 is er wel enige terughoudendheid bij de heren. Rolf: “Dat kan technisch misschien dan nog wel, maar je zit dan met de stapel papierwerk die er bij komt kijken. En er zal wel veel geld nodig zijn, maar wat ik zei: uitgebreide regelgeving. We kiezen voor het bewaren voor het grote publiek in optisch goede staat. De 1100 en 1200 in het museum zijn momenteel ook niet rijdend inzetbaar”. Thijs: “Het belangrijkste is dat de loc bewaard is gebleven en dat hij niet op een plekje in een loods verborgen staat maar dat het grote publiek hem kan zien. Nou maar hopen dat er een toelichting bij de loc komt te staan. Dan kunnen de mensen lezen wat er allemaal aan gedaan is om hem zo te laten zien”. Rolf wijst ook op het historische aspect: “De loc heeft best wel een lange en boeiende geschiedenis. Al was het maar het initiatief van een groep Rotterdamse machinisten die er mede voor hebben gezorgd dat de loc bewaard is gebleven. NS was niet van plan een loc te bewaren”. Tenslotte meldt Thijs nog met een glimlach: “Een paar dagen voordat de loc naar Utrecht ging hebben we de NS-logo’s er op geplakt. Is eigenlijk uit den boze als je naar de regels van NS kijkt. Maar we hebben ze er gewoon op geplakt en ze zitten er nog steeds op. Dat is leuk, toch? Met die logo’s wordt de relatie met NS toch wel benadrukt”. Op het ‘prikbord’ op de achterkant van dit nummer nog een paar foto’s van de laatste dagen van de 1501 in Blerick. n De museumsik duwt de 1501 naar binnen; 1 juli 2020 (Foto Aad de Meij) VRIENDENDIENST - NOVEMBER 2020 NR 26 13

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication