14

<<< Vervolg verhaal van pagina 11 De WR 4249 doet dienst als restauratiegelegenheid voor de bezoekers; voorterrein Spoorwegmuseum; augustus 1983 (foto: D.W. Eveleens Maarse) De grote opknapklus aan de WR in 2002 met Ton Beringen op het bordes en Sietse Douma bij het rijtuig (foto: Wil Al) Na aankomst in het Museum doet de 4249 op het voorplein enige jaren dienst als restauratie lokaliteit. Na de opening in 1991 van het museumrestaurant ‘De Blauwe Engel’ (daar leest u meer over in de genoemde jubileum uitgave van vorig jaar) wordt het rijtuig als extra accommodatie gebruikt voor de verhuur aan particulieren. In 1992 wordt het opgeknapt in Oostende. En eind november 2002 wordt er weer een opknapklus afgerond met de laatste ‘kwast’ op het rijtuig. Bijna 400 (vrijwillige) manuren zijn er dan besteed aan het opknappen van het rijtuig. Geen kleine klus, maar gelukkig worden de uren verdeeld over een paar museum medewerkers die de Blauwe Roemeen diverse malen geschuurd, geplamuurd en opnieuw in de lak hebben gezet. Indertijd was Ton Beringen een van die vrijwillige schuurders. Hij was toen werkzaam in de technische dienst. Ton: “Paul van Vlijmen was toen nog directeur en vanuit de directie kwam de vraag wie die klus wilde doen. We waren wel een beetje de klussers in de werkplaats. De kop van de oude DE3 hebben we ook een keer gedaan”. De kunst van het trein schilderen werd de heren bijgebracht in het revisiebedrijf Haarlem. Op uitnodiging waren ze daar een dag te gast. Ton herinnert het zich 14 nog goed: “Het was meer een soort open dag in de werkplaats. We hebben daar toen gekeken bij de schadegevallen die in de werkplaats stonden. De NS-collega’s hebben ons toen uitgelegd hoe ze daar mee om gingen. We konden met die ervaring verder werken aan de Blauwe Roemeen. We hebben ook het dak geschilderd, de verf verwijderd tot op het staal. Ik weet nou niet meer of we toen ook het binnenwerk hebben gedaan. We waren best trots op wat we konden laten zien. En ik neem aan dat het management van toen er ook wel trots op geweest is”. We zijn inmiddels bijna twintig jaar verder en Ton werkt niet meer in het museum. Hij heeft de Blauwe Roemeen pas weer gezien toen hij een bezoek bracht aan de tentoonstelling Tosti’s, Truffels, Treinen. “En natuurlijk kom ik er wel eens als ik mijn vrouw kom halen na haar werk, die werkt al meer dan dertig jaar in het museum”. Toch is hij als vrijwilliger nog wel actief. “Ik heb veel modellen gerestaureerd die nu in de modellenzolder staan. Nou ja, zolder, het is nu gewoon begane grond natuurlijk. Met de helaas overleden Jos Zijlstra, de toenmalige conservator, ben ik eerst door de loods Nijverdal gelopen en met hem de ‘schade’ aan de modellen bekeken. Hier

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication