0

Vrienden Dienst MEI 2021 NR 27 www.vriendennsm.nl

Index Colofon Redactioneel en namens het bestuur Het museumdepot in Blerick Voortgang restauratie werkzaamheden treinstel 252 VERENIGING VRIENDEN VAN HET SPOORWEGMUSEUM Opgericht 26 mei 1970 BESTUUR R. Weurding - Voorzitter P.W. van der Vlist - Secretaris M.J.C. Bogaard - Penningmeester F. Heijnen - Lid F. Storm van Leeuwen - Lid E.J. Numann - Lid J.G.P. van Dorp - Lid D.A.H. Brandwagt - Lid SECRETARIAAT Kamperzand 13 1274 HK huizen secretaris@vriendennsm.nl Prikbord LEDENADMINISTRATIE Van Hogendorplaan 23 3332 JD Zwijndrecht ledenadministrateur@vriendennsm.nl REDACTIE Peter van der Vlist redacteur@vriendennsm.nl FOTO’S IN DE VRIENDENDIENST Peter van der Vlist Tenzij anders aangegeven Facebook & Instagram Martijn Bijvoet | facebook@vriendennsm.nl Twitter Richard Weurding | twitter@vriendennsm.nl Website Piet Meijer | webmaster@vriendennsm.nl Digitale Vriendendienst Rick Meijer | redactie@vriendennsm.nl Bankrekeningnummer NL24 FVLB 0699 3103 18 T.n.v. Penningmeester Vrienden Spoorwegmuseum facebook.com/vriendennsm instagram.com/vriendennsm twitter.com/vriendennsm ONTWERP 2 www.bsonline-offline.nl bianca@bsonline-offline.nl DRUK Drukkerij de Gans Amersfoort Coverfoto: Het is 10 juli 1982 (bijna 39 jaar geleden) en de 252, de enige vertegenwoordiger van het roemruchte type materieel ’36, staat op het terrein van de Hoogovens. Het treinstel wordt door een actieve groep enthousiaste vrijwilligers van de Stibans gekoesterd, hopend op een museale toekomst. In deze Vriendendienst leest u meer over de ontwikkelingen rond dit historische treinstel. Deze foto van de kop van de BCk 252 is een zwartwit opname, professioneel ingekleurd door Nico Spilt. Het NTM verwerft TEE-rijtuigen De Blauwe Roemeen Sprinterkop op zijn plaats Madurodam heeft zijn museumlocomotief Het Spoorweg Museum ondergaat een metamorfose 3 4 7 11 16 18 20 23 24

Redactioneel… Het eerste nummer van de Vriendendienst van 2021 verschijnt in een nu al weer maanden durende periode waarin ons museum gebukt gaat onder de effecten van de corona. Na de periode waarin bezoek nog mogelijk was na aanmelding voor een tijdslot gingen de deuren weer op slot. Geen bezoek meer. Ook de mooie tentoonstelling Tosti’s, Truffels, Treinen moest de corona ellende gedogen. Bij de afronding van dit nummer van de Vriendendienst is er helaas nog weinig zicht op verbetering. Hoewel in de persconferentie op 21 april enige versoepeling werd aangekondigd werd in de dagen daarna duidelijk dat het daar even bij zou blijven. In het weekend van 24 april was het museum wel voor drie dagen open. De Museumvereniging organiseerde in 17 loca ties een pilot, in opdracht van het ministerie van OCW. Ons museum werd door 2.200 Museum kaart houders bezocht. Het museum heeft veel positieve reacties gekregen. Veel bezoekers kwamen speciaal voor de nog op stapel staande tentoonstelling ‘Spoor van Verbeelding’. Opvallend was dat veel bezoekers aangaven voor het eerst in het museum te zijn. Laten we nu maar hopen dat het museum snel weer open mag. Het depot Blerick komt in twee artikelen aan de orde. Rick Meijer had de gelegenheid door de loodsen te wandelen die na de asbest sanering zijn vrij gegeven. Blerick is ook de ‘hotspot’ waar hard wordt gewerkt aan de restauratie van het laatst overgebleven treinstel van het type materieel ’36. Met een voorzichtig uitzicht op mei 2023. Op 15 mei van dat jaar is het namelijk 85 jaar geleden dat het geëlektrificeerde middennet (Rotterdam/Den Haag/Amsterdam - Arnhem/Eindhoven) in dienst werd gesteld, een moderniseringsslag bij NS die misschien pas met Spoorslag ’70 werd geëvenaard. Als deel van de uit 53 twee- en 37 driewagenstellen bestaande vloot mat’36 ging de 252 vanaf 15 mei 1938 dienst doen. Harry Peters schetst activiteiten die vooraf gingen aan de grote verbouwing van ons museum, vele jaren geleden. Foto’s uit die periode waren aanleiding om er in deze Vriendendienst nader op in te gaan. Het zijn namelijk boeiende foto’s: een kaal achterterrein, in de open lucht staande rijtuigen, bedoeld voor Wereld 3 en het schuiven van de 6317. Met artikelen over de Sprinterkop, het (jaren geleden) schilderen van de Blauwe Roemeen, de (actuele) schilderbeurt van de blauwe 1202 in Madurodam en de verkoop van het TEE-materieel ben ik als redacteur weer tevreden over dit goed gevulde nummer. Met dit keer bijzondere middenpagina’s. ...en namens het bestuur In mijn rol van secretaris van het bestuur meld ik op deze plaats dat het plan een familiedag te organiseren nog steeds op tafel ligt. Dat waren we vorig jaar al van plan als onderdeel van ons 50-jarig jubileum. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de stand van zaken rond corona , bijvoorbeeld de vaccinatie, het bestuur onvoldoende vertrouwen geeft om deze toch hopelijk feestelijke dag op korte termijn te kunnen organiseren. Mochten de omstandigheden dat toelaten en de plannen toch verder uitgewerkt kunnen worden dan zullen de leden uiteraard op de hoogte worden gesteld. Op basis van dezelfde overweging heeft het bestuur besloten de algemene ledenvergadering opnieuw in het najaar te plannen. Hopelijk dan weer ouderwets, met een vriendenrit. Met Vriend-elijke groet, Peter van der Vlist redacteur Vriendendienst secretaris bestuur VRIENDENDIENST - MEI 2021 NR 27 3

Het museumdepot in Blerick Het loodsencomplex in augustus 2012 Alle musea, met welke specialisatie dan ook, hebben meer objecten dan dat ze uitstallen. Die objecten zijn opgeslagen in kelders of zolders of bij de grote musea in speciale gebouwen. Objecten in kisten en kasten met laden, tussen rekken en op planken. De bewaarplaats heet dan een depot. Bij ons Spoorwegmuseum is dat niet anders. Rick Meijer Bij sommige musea kan het wel zijn dat van hun bezittingen er slechts 10% te zien en te bewonderen is. Dit is bijvoorbeeld bekend van het Rijksmuseum in Amsterdam of van de Hermitage in St-Petersburg. Dat betekent dus dat een enorme voorraad van 90% van hun collectie ergens bewaard is. Bij speciale exposities of bij het uitlenen aan andere musea worden dan met grote voorzichtigheid en handschoenen aan de gewenste objecten tevoorschijn gehaald. Bij grote objecten gebeurt dat met assistentie en het gebruik van vorkheftrucks en kranen. Sommige depots hebben, afhankelijk van 4 de attributen, vaak een strenge klimaatbeheersing. Vochtigheid en temperatuur moeten binnen vastgelegde grenzen liggen. Sommige objecten van het Spoorwegmuseum kunnen wel 75 meter lang zijn en/of meer dan 100 ton wegen. Het is moeilijk die ergens op een plank te leggen. En eigenlijk ook jammer als die objecten voor het publiek onzichtbaar zijn. Om die reden zijn de meeste treinstellen, rijtuigen, wagons en locomotieven opgesteld in ons Spoorwegmuseum. Ook zijn daar vele kleinere objecten zichtbaar in de

DE3 27 tussen pallets met reserve onderdelen (foto Harry Peters) Reserve onderdelen op stellingen....... (foto’s Spoorwegmuseum) ‘Werelden’, ‘Loods Nijverdal’ en op diverse plaatsen zoals de wachtruimte bij de Stalen Monsters en in het Techlab. Het materieel dat (nog) niet in Utrecht staat opgesteld bevindt zich in het depot Blerick. Dat geldt ook voor de vele kleine objecten en diverse reserveonderdelen van het nog rijdend materieel. Verder is het in het museum in Utrecht werken aan het materieel minder eenvoudig vanwege de aanwezigheid van het publiek, maar zeker de daarbij horende veiligheidsmaatregelen. Daarom is er behalve opslag ook een andere activiteit in het depot: het onderhoud en reparatie van het museum materieel Het depot in Blerick De ‘Wagenmakerij’ in Blerick werd geopend op 1 maart 1889, bedoeld voor reparaties en revisies aan goederenwagens. In 1920 werd de werkplaats uitgebreid. In 1951 werd een deel van de activiteiten overgeplaatst naar de Wagenwerkplaats Amersfoort. De werkplaats werd gesloten op 1 maart 1969, een rechtstreeks gevolg van het verminderen van het goederenvervoer, met name het kolenvervoer. Het onderhoudswerk vond nu in zijn geheel plaats in Amersfoort. Later werd het werkplaatscomplex gebruikt voor het stallen van afgevoerde (diesel)locomotieven. Toekomstig museum materieel vond hier onderdak en ook de Stibans stalde hier vanaf 2002 materieel. In 2003 werd het complex aangewezen als rijksmonument. De werkplaats werd in 2007 verkocht aan BOEi (Nationale Maatschappij tot Behoud, Ontwikkeling en Exploitatie van industrieel erfgoed). Het werd mogelijk het gebouw te restaureren dankzij een bijdrage van o.a. de BankGiroLoterij. VRIENDENDIENST - MEI 2021 NR 27 5

pen om nog vele jaren de rijtuigen van licht te kunnen voorzien. Wat zien we verder: compressoren, instrumenten uit de cabine, tafeltjes en asbakken; kaartjesdruk machines van AEG; bediening tableaus uit treindienstleidingposten; kabels en koppelingen, handseinlampen en sluitverlichtingen op petroleum, deurafdichtingen, luchtfilters. Niet gezien maar ze zullen er zeker wel zijn: rollen .........en in kratten De nieuwe bestemming werd het Spoorwegmuseum dat onderdak zocht als vervanging van de loodsruimte in Amersfoort. Maar ook uitbreiding van de collectie speelde een rol. Vanaf 2010 werd het Spoorwegmuseum de belangrijkste nieuwe huurder in Blerick. Op 30 januari 2014 was de restauratie gereed en kwam het gebouw beschikbaar voor het Spoorwegmuseum. Het optimaal gebruiken van de locatie werd in latere jaren echter belemmerd door de aanwezigheid van asbest. Een saneringsoperatie kwam in volle gang. Gelukkig zijn delen van het gebouw inmiddels weer toegankelijk. Blerick is een opslagplaats (met werkruimtes) voor rollend materieel, grotere objecten zoals speciale machines voor het onderhoud van de spoorbaan, heel veel (reserve) onderdelen en objecten van het seinwezen. Interessante objecten, geschikt voor een komende expositie, maar ook objecten en onderdelen voor reparatie van het rijdend museum materieel. Wandeling Het lopen tussen de stellingen en langs de stapels kisten is eigenlijk een aaneengesloten verrassingstoer. Je komt van alles tegen: stoelen en banken uit de rijtuigen, maar ook bestuurdersstoelen, pneumatische cilinders voor de deuren, pantografen, wielstellen en grote hoeveelheden remschoenen en remblokken. Er staan ook bakken met gloeilam6 tapijt en bekledingsmateriaal. Zo te lezen dus (met wat fantasie) een groot en goed georganiseerd warenhuis voor de gehele spoorwegonderneming. Maar dan met de nadruk op de ‘verleden tijd’. Illustratief voor die verleden tijd is misschien wel de palletbak met onderdelen afkomstig en bestemd voor de verlichting in materieel ’24. Bij de motorrijtuigen werd de verlichting gevoed door stroom van de motorgenerator, aangedreven door de wielas, via een leren riem en stalen aspoelies. De lampen waren 100 V met bajonetfitting. De lampen in de tussenrijtuigen waren in de 1e en 2e klasse 40 Watt, in de 3e klasse 25 Watt. Het voltage verschil hoorde bij de verschillende klassen. Zoals vermeld bevinden zich in de depotgebouwen ook de werkplaatsen waar vrijwilligers actief zijn. Op zaterdagen en tijdens vakanties wordt er gewerkt aan het reviseren van motoren van locs, het repareren en het onderhoud van museumstukken en (mocht dat noodzakelijk zijn) het herstellen van schade die is opgelopen tijdens museumritten. En natuurlijk het restaureren van treinstel 252 (materieel ’36), waarover u elders in deze Vriendendienst meer kunt lezen. Vrijwilligers met vele vaardigheden zijn druk in de weer (en met groot enthousiasme) om zaken in orde te brengen. Inzet en coördinatie onder leiding van depotmanager Ronald Snel. Over de activiteiten van de vrijwilligers zullen we in een komend nummer van de Vriendendienst berichten. n

Voortgang restauratie werkzaamheden treinstel 252 De 252 tien jaar geleden, na terugkomst uit Delitzsch, 10 februari 2011.. (foto Peter van der Meer) In de Vriendendienst wordt u regelmatig op de hoogte gehouden van de werkzaam heden die in het museumdepot Blerick worden verricht aan treinstel 252. Daar is een groep vrijwilligers actief met de restauratie van het enige over gebleven treinstel van het type ‘materieel ‘36’. Ook in deze Vriendendienst wordt u bijgepraat over de recente ontwikkelingen waarbij gebruik gemaakt mocht worden van de Stibans nieuwsbrief. Al een aantal jaren werden de mogelijkheden om te werken aan de 252 beperkt door de asbestperikelen in Blerick en vorig jaar kwam de corona daar nog bij. Aan het begin van 2021 lijkt er een eind te gaan komen aan het asbestprobleem. Nadat de loods asbestvrij was gemaakt moest ook de complete onderdelenvoorraad worden gereinigd. Dit proces is begin januari dit jaar gestart en zal dit voorjaar afgerond worden. Dan zijn de benodigde onderdelen van de 252 weer bereikbaar en is er ook goed in beeld wat er nog is en waar het ligt. Uit deze stapel houtjes moet dan het plafondgeraamte gemaakt worden. (foto Stibans) VRIENDENDIENST - MEI 2021 NR 27 7

Op deze foto uit 1981 van Hans Altena is Stibans-vrijwilliger Rein Bakker bezig het plafondframe te demonteren. We zijn inmiddels vele jaren verder, maar gelukkig ook wel heel veel opgeschoten! Zie hierna. Voor de verdere restauratie van de 252 wordt een plan van aanpak gemaakt met als doel om in 2023 klaar te zijn. Er resteren dus nog ruim twee jaren waarin aan het stel gewerkt kan worden om straks diverse mijlpalen te kunnen vieren. In 2023 wordt het treinstel 85 (!) jaar oud en is het net zo lang geleden dat de elektrificatie van het middennet in dienst kwam, destijds een enorme verandering in de exploitatie van NS. Bovendien is het dan alweer 55 jaar geleden dat de 252 buiten dienst ging. Het grote voorbeeld bij de restauratie van de 252 is de restauratie van de RD 7659. Dit rijtuig speelde een hoofdrol in de tentoonstelling “Tosti’s, Truffels Treinen’ Voorafgaand aan deze tentoonstelling werd dit rijtuig in minder dan een jaar compleet gerestaureerd. En op basis van die ervaring werd besloten die werkwijze ook toe te gaan passen op de restauratie van de 252. De enthousiaste groep vrijwilligers is na de afronding van de 7659 ook nu weer beschikbaar. Dat geldt ook voor dezelfde projectleider Maykel Kastelijn. Straks wordt er niet alleen in een weekend, maar ook gewoon op werkdagen aan de 252 gewerkt. 8 Binnen de kortste keren was het frame gemonteerd en kon de puzzel met het vulhout beginnen. Inzet: het frame zoals dat beschikbaar kwam uit het ‘verboden asbest gebied’. Rechts een dag later; ingebouwd en wel. (foto’s Stibans)

De 252 in de afgelopen tien jaar Op 10 februari was het tien jaar geleden dat de 252 terugkeerde in Nederland na de uitgebreide cascorevisie in Delitzsch. In de daarop volgende jaren is er veel gebeurd. Een overzicht: 2012 kabelbomen laten maken, revisie van ventilatoren, motorgeneratoren en compressoren; 2013 treinstel overgebracht van het museum naar Blerick, begin aanleg bekabeling, montage grote componenten onder het treinstel, eerste deel van de vloer gelegd, doorgaande remleiding gemonteerd ten behoeve van vervoer van het treinstel; 2014 vloer afgemaakt, zodat eindelijk weer veilig door de hele trein gelopen kan worden, luchtkanalen aangelegd, rijweerstanden schoongemaakt en gemonteerd en extern zijn de 2e klasse zittingen bekleed; 2015 plafondframes ingebouwd, luchtkanalen/verwarmingskokers verder afgemaakt, koven om verwarmingskokers gebouwd, tussen(schuif)deuren opgeknapt en geplaatst, rijcontrollers opgeknapt, aanvang met cabine-inrichting, begin van het leggen van de linoleum vloerbedekking, zijwanden geïsoleerd; 2016 wegens asbest in de loods worden werkzaamheden gestopt. Wel andere rijcontroller afgemaakt en vervolgwerkzaamheden voorbereid; 2017 nog steeds asbest, wel weer beperkte toegang tot de hal waar de 252 staat maar nog niet tot de onderdelen. Cabine-inrichting verder afgemaakt, meters en rijcontrollers inbouw klaargemaakt, verwarmginskoffers ontwerptekening gemaakt en benodigde onderdelen laten produceren 2018 verdere toegang tot onderdelen en daarom weer meer voortgang. Wandpanelen voor de 2e klasse besteld, alle ramen verwijderd om houten raamlijsten te kunnen monteren en tevens alle draai ramen soepel gangbaar gemaakt, plafondbeplating in 2e klasse gemonteerd en de eerste bankzittingen in de 2e klasse gemonteerd. Eerste coupes klaar! Aan de buitenzijde alle emaillen bordjes geplaatst. Verwarmingskoffers opgebouwd uit de geleverde onderdelen; 2019 asbestprobleem is nog niet opgelost en nog steeds is er niet de gewenste toegang tot benodigde onderdelen. De vrijwilligers hebben gewerkt aan de RD 7659. Alle schortplaten schoongemaakt, gerepareerd, geconserveerd en weer goed gemonteerd. Verwarmingskoffers staan klaar voor montage. Verder met de werkzaamheden inzake de ramen, nu in de 3e klasse. Voorbereidende werkzaamheden voor de interieurbekleding: kleuranalyse van het alle onderdelen in het interieur. Bagagerekken in de 2e klasse gemonteerd; 2020 Eind van het asbestprobleem is weliswaar in zicht, maar in dit jaar is er nog niet de gewenste toegang tot benodigde onderdelen. VRIENDENDIENST - MEI 2021 NR 27 9

het is nog niet zeker of dit budgettair haalbaar is. De bedoeling is om bij de inrichting van het treinstel rekening te houden met de nieuwste eisen zoals ERTMS/ ATB en 1800 Volt. De afgelopen jaren is de aandacht in eerste instantie gericht geweest op de inbouw van het interieur. Met wel de aanvulling dat zaken die benodigd zijn om te rijden en die onbereikbaar zouden worden door het aanbrengen van interieurdelen nu natuurlijk wel aangebracht werden, later zou dat niet meer gaan. Het definitieve besluit tot rijvaardig maken wordt (net als afgelopen jaren) zover mogelijk vooruitgeschoven. Donaties De Stibans kent als fondsenwervende instelling nog steeds een grote schare donateurs. De Stibans heeft weliswaar een redelijke spaarpot en er zullen zeker aanvullende subsidies aangevraagd worden. Daarbij geldt echter vaak als voorwaarde dat de subsidiegever ongeveer net zo veel wil bijdragen als dat de aanvrager zelf inbrengt. Dus hoe meer de donateurs van de Stibans inbrengen….. De via de Stibans verworven gelden worden beschikbaar gesteld t.b.v. de restauratie van de 252 op basis van uitgevoerde werkzaamheden. En die zijn er geweest zoals u hierboven hebt kunnen lezen. En zo ziet de tweede klasse in onze 252 er anno 2021 uit. Het begint echt wat te worden! (foto Stibans) Uit de indrukwekkende opsomming op de vorige bladzijde blijkt wel hoe enorm veel werk er de afgelopen tijd verzet is en hoe goed de donaties besteed zijn. En ook het al bereikt resultaat maakt dat gezegd kan worden dat in de komende twee jaar toch tot een afronding gekomen kan worden, wetende welke grote klussen al (bijna) afgerond zijn en wat er achter de schermen al voorbereid is, maar nog niet uitgevoerd kon worden. Streven naar een rijvaardige 252 De koers van het museum is dat er nog steeds gestreefd wordt naar een rijvaardige 252! Maar 10 Gezien de meer dan collegiale verhouding tussen onze Vereniging en de Stibans wordt u ook op deze plaats uitgenodigd uw bijdrage te storten op rekening NL85 INGB 0004401902 t.n.v. Stibans te ’s-Heerenberg. De Stibans heeft de ANBI-status, waardoor het mogelijk is uw gift (onder voorwaarden) fiscaal af te trekken. n

De Blauwe Roemeen Familielid van de museum WR 4249 in Rotterdam CS op 19 april 1976 (foto: D.W. Eveleens Maarse) In het jubileumnummer van de Vriendendienst dat vorig jaar verscheen werd uitgebreid ingegaan op de financiële bijdragen van de Vrienden in de afgelopen jaren. Kleine en grotere projecten werden getoond, maar een belangrijk onderwerp werd niet genoemd. Een omissie in de opsomming van belangrijke bijdragen van de Vrienden die met dit artikel wordt hersteld. Aandacht voor de Blauwe Roemeen. En als we het hebben over de ‘Blauwe Roemeen’ dan gaat het over rijtuig WR 4249, onderdeel van de serie 4242-4249, in 1943 gebouwd door Astra in Roemenië. De rijtuigen deden dienst in de inter nationale trein Hoek van Holland - Hannover “Scandex”, de NordWest Expres en in diverse vakantietreinen. In een brief van 18 maart 1981 laat de toenmalige secretaris/penningmeester van de Vereniging van Vrienden van het Nederlands Spoorwegmuseum aan de toenmalige directie van de Stichting Nederlands Spoorwegmuseum weten dat ‘gevolg gevend aan het desbetreffende besluit van 24 januari, onze bankier opdracht is gegeven tot overboeking van een bedrag van fl. 30.000 op Op 23 maart meldt de directie van het Museum aan het bestuur van de Vrienden dat ‘volgens de meest recente berichten uit Oostende de vorderingen thans zodanig zijn dat wij het rijtuig begin mei hier kunnen verwachten’. Het is dan natuurlijk nog onduidelijk hoe lang het zal duren voordat de eerste bezoekers van hun kopje koffie kunnen genieten, maar aangenomen wordt dat het wel in de zomer van 1981 zal zijn. Vervolg verhaal op pagina 14 >>> de postrekening van uw Stichting’. Het bedrag is bedoeld als bijdrage in de kosten van verbouwing van het onlangs door het Spoorwegmuseum aangekochte Wagons Lits-rijtuig dat het ontbreken van een restauratie in het museum moest gaan compenseren. VRIENDENDIENST - MEI 2021 NR 27 11

VRIENDENDIENST - MEI 2021 NR 27

<<< Vervolg verhaal van pagina 11 De WR 4249 doet dienst als restauratiegelegenheid voor de bezoekers; voorterrein Spoorwegmuseum; augustus 1983 (foto: D.W. Eveleens Maarse) De grote opknapklus aan de WR in 2002 met Ton Beringen op het bordes en Sietse Douma bij het rijtuig (foto: Wil Al) Na aankomst in het Museum doet de 4249 op het voorplein enige jaren dienst als restauratie lokaliteit. Na de opening in 1991 van het museumrestaurant ‘De Blauwe Engel’ (daar leest u meer over in de genoemde jubileum uitgave van vorig jaar) wordt het rijtuig als extra accommodatie gebruikt voor de verhuur aan particulieren. In 1992 wordt het opgeknapt in Oostende. En eind november 2002 wordt er weer een opknapklus afgerond met de laatste ‘kwast’ op het rijtuig. Bijna 400 (vrijwillige) manuren zijn er dan besteed aan het opknappen van het rijtuig. Geen kleine klus, maar gelukkig worden de uren verdeeld over een paar museum medewerkers die de Blauwe Roemeen diverse malen geschuurd, geplamuurd en opnieuw in de lak hebben gezet. Indertijd was Ton Beringen een van die vrijwillige schuurders. Hij was toen werkzaam in de technische dienst. Ton: “Paul van Vlijmen was toen nog directeur en vanuit de directie kwam de vraag wie die klus wilde doen. We waren wel een beetje de klussers in de werkplaats. De kop van de oude DE3 hebben we ook een keer gedaan”. De kunst van het trein schilderen werd de heren bijgebracht in het revisiebedrijf Haarlem. Op uitnodiging waren ze daar een dag te gast. Ton herinnert het zich 14 nog goed: “Het was meer een soort open dag in de werkplaats. We hebben daar toen gekeken bij de schadegevallen die in de werkplaats stonden. De NS-collega’s hebben ons toen uitgelegd hoe ze daar mee om gingen. We konden met die ervaring verder werken aan de Blauwe Roemeen. We hebben ook het dak geschilderd, de verf verwijderd tot op het staal. Ik weet nou niet meer of we toen ook het binnenwerk hebben gedaan. We waren best trots op wat we konden laten zien. En ik neem aan dat het management van toen er ook wel trots op geweest is”. We zijn inmiddels bijna twintig jaar verder en Ton werkt niet meer in het museum. Hij heeft de Blauwe Roemeen pas weer gezien toen hij een bezoek bracht aan de tentoonstelling Tosti’s, Truffels, Treinen. “En natuurlijk kom ik er wel eens als ik mijn vrouw kom halen na haar werk, die werkt al meer dan dertig jaar in het museum”. Toch is hij als vrijwilliger nog wel actief. “Ik heb veel modellen gerestaureerd die nu in de modellenzolder staan. Nou ja, zolder, het is nu gewoon begane grond natuurlijk. Met de helaas overleden Jos Zijlstra, de toenmalige conservator, ben ik eerst door de loods Nijverdal gelopen en met hem de ‘schade’ aan de modellen bekeken. Hier

De Blauwe Roemeen tijdens de tentoonstelling Tosti’s, Truffels, Treinen; 18 juni 2020 (foto: Aad de Meij) mankeerde een buffer, daar een deur en soms waren er ook grotere herstelklussen. Ik was er best wel trots op het herstel te mogen doen”. Ook van de huidige directeur kreeg Ton de complimenten voor het restauratiewerk. Ton: “Eigenlijk is toen alles dat groter is dan de schaal 1:87 door mijn handen gegaan. Alleen cosmetisch is het opgeknapt, niet het werkend gedeelte”. Als we het hebben over de modellen vertelt Ton dat hij het beperkt houdt tot die 1:87. “Dat kan ik nog overzien. En dan ook nog puur Nederlands. Ik ben nu thuis bezig met het bouwen van een DE1. Het moeilijkste is wel de kop. Een echte modelbouwer dus, dat rondjes rijden hoeft niet voor mij, gaat mij om het bouwen. Ik maak ook de wissels zelf”. Op zijn zolder staan nog een paar museum modellen die hij heeft opgeknapt: “Ik heb hier nog een Plan D en een Plan E staan, die zijn dus klaar. Op een midden deur van de Plan E na misschien. Die rijtuigen moeten nog een keer terug. Maar ja, alles is nu dicht”. Als die ook voor het museum trieste periode straks weer achter de rug is en het museum weer open gaat kunnen de bezoekers weer genieten van het in een Berlijns blauw jasje glimmende restauratierijtuig op zijn prominente plaats langs het perron in Wereld 4. n VRIENDENDIENST - MEI 2021 NR 27 15

Sprinterkop op zijn plaats Terugkeer van de kop uit Barneveld; 4 november 2019 (foto Spoorwegmuseum) Op 6 januari vond in een verder stil en verlaten museum een boeiende rangeerbeweging plaats. Nou waren er die dag meer activiteiten: de rijtuigen van de tentoonstelling Tosti’s, Truffels, Treinen moesten werden voorbereid voor terugkeer naar hun eigenaren. Maar de Sprinterkop moest ook weer op zijn plaats. En de 3737 moest dus even naar buiten, zoals u kunt zien op de middenpagina’s van dit nummer. De Sprinterkop heeft een aantal ‘standplaatsen’ in het museum gehad. Na omzwervingen - waarbij telkens de inzet van een kostbare kraan nodig was – werd de cabine uiteindelijk in de expositiezaal geplaatst, vlak achter de deuren van het spoor, met de gedachte dat die deuren bij mooi weer open konden. Het is voorgekomen dat op de Oosterstraat langs rijdende fietsers bij het museum informeerden naar ‘iets nieuws’ dat men gezien had. Draaistel Om hem maximaal in het zicht te kunnen zetten, ook de doorgang door de deuren vrij te houden - en bovendien van de kop toch iets meer een trein te maken – werd gedacht aan het plaatsen op een draaistel. Eind 2012 werd dit plan om de Sprinterkop 16 op wielen te plaatsen op papier gezet en werd er gezocht naar een draaistel. Het werd een afgekeurd exemplaar (zonder motoren), andere draaistellen kon NS toen nog niet missen daar de Sprintervloot volledig operationeel was. Het draaistel kwam in het museum bij de draaischijf te staan, maar van combineren met de kop was nog geen sprake. Het bleef buiten staan te roesten en rommelig te zijn. En er zou weer een kostbare kraan nodig zou om kop en draaistel te combineren. Destijds beschikte het museum over van de RTM afkomstige hefbokken. Die waren nog gebruikt om het replica Koninklijk rijtuig op te vijzelen om daarvan de veren te wisselen. Hoewel dat nog niet zo eenvoudig zou zijn geweest had de Sprinterkop misschien zo kunnen worden gelicht

Beoordeling van de draaistellen; 26 juni 2019 (foto Spoorwegmuseum) De kop wordt op het terrein van het museum geplaatst op het draaistel; 26 mei 2020 (foto Spoorwegmuseum) De kop wordt gerangeerd naar zijn definitieve standplaats en passeert de 3737; 6 januari 2021 om hem daarna op het draaistel te zetten. Zoals gezegd, het kwam er niet van. En bij gebrek aan voortgang is het draaistel toen naar Blerick overgebracht. Maar toen daar begin 2016 de zaak op slot ging in verband met de asbestproblematiek stond het dus opgesloten. Sprinterkop Terug naar de Sprinterkop. In 2016 werd in het museum Wereld 4 opnieuw ingericht waarbij de Longmoor en de 3737 van plaats wisselden en daar de Longmoor langer is dan de 3737 was er geen plaats meer voor de Sprinterkop in de Expo zaal. Die werd toen geplaatst nabij loods Nijverdal, op de plek waar hij in januari 2021 dus weer terecht zou komen. Toen eind 2016 in verband met het AH Kerstfestival de Sprinterkop weer in de weg stond werd hij in opslag gezet bij de firma De Haan in Barneveld. Op 4 november 2019 werd hij teruggebracht naar Utrecht zodat hij gereed gemaakt kon worden om op een “nieuwe draaistel” te worden geplaatst. Nieuw draaistel Intern het museum was het initiatief genomen de combinatie kop-draaistel dan toch te realiseren. Bestemming (bijna) bereikt; 6 januari 2021 Het positieve gevolg van de vertraging was nu wel dat er een fraaier draaistel (met motoren) onder de kop kon komen te staan. De acht draaistellen waar nu uit kon worden gekozen waren afkomstig van SGM bakken met brandschade die gesloopt zouden gaan worden. Op 26 juni 2019 werd in Utrecht Lage Weide uit die acht draaistellen een keuze gemaakt. Het draaistel werd in het museum afgeleverd door NedTrain en ook dit draaistel heeft daar bij de draaischijf gewacht op de kop, deze keer inderdaad met twee tractiemotoren. Uitbreiding met motoren had de voorkeur om zodoende meer massa te hebben als contra gewicht voor de koppeling aan de kop. Nu ging het beter dan de vorige editie: op 4 november 2019 keerde de kop terug in het museum en werd op 26 mei 2020 uiteindelijk op het draaistel geplaatst. Toen na afloop van de tentoonstelling ‘Tosti’s, Truffels, Treinen’ de buitenlandse rijtuigen bij elkaar waren gezet en technisch werden voorbereid op hun terugtocht kon de Sprinterkop, op zijn nieuwe draaistel, op 6 januari weer terug naar zijn vertrouwde plek naast loods Nijverdal. Hopelijk is de kop binnenkort weer operationeel en kunnen vooral de kinderen er weer mee aan de slag. n VRIENDENDIENST - MEI 2021 NR 27 17

Madurodam heeft zijn museumlocomotief Tekst en foto’s: Harry Peters In veel Europese landen worden afgedankte locomotieven van de nationale spoorwegbedrijven aan particuliere vervoersondernemingen verkocht. Vaak krijgen ze daar dan revisie en worden ze geschilderd in de kleurstelling waarin ze destijds in dienst zijn gekomen. Vooral spoorwegvrienden vinden dit een geweldige ontwikkeling, maar ook gewone reizigers krijgen een “deja vu” wanneer zo’n locomotief langs rijdt. In verschillende hobbybladen en op diverse internetpagina’s verschijnen tientallen foto’s van deze juweeltjes. Ook in Nederland is deze trend een aantal jaren geleden in gang gezet. Hoewel de ‘Madurodamse Spoorwegmaatschappij’ geen van haar locomotieven aan derden heeft verkocht is in het miniatuurstadje nu toch ook een locomotief in afleveringskleuren verschenen. Wegens het gebrek aan sponsors van en voor nieuwe locomotieven moet de MS haar gedateerde elektrische locomotieven nog steeds dagelijks op de baan brengen. De lokale technische dienst heeft daarom besloten Goed te zien is dat de tand des tijds een rol speelt bij het uiterlijk van eloc 1202. Met een korte containertrein rijdt de locomotief door het havengebied van het miniatuurstadje, gadegeslagen door, waarschijnlijk, een heuse spoorvriend! 20 oktober 2015 18

om tijdens de Corona-sluiting, waarin overigens de treindienst beperkt is voortgezet om de baan schoon te houden, het rollend materieel een meer dan uitgebreide onderhoudsbeurt te geven. Daarbij wordt een van haar 1200’en, de 1202, in de originele kleurstelling uit de vijftiger jaren terug gebracht. Voor de verschillende kleurnummers van de benodigde verfsoorten wordt een beroep gedaan op de chef van het museumdepot in Blerick die natuurlijk alle ervaring heeft met onze eigen 1202. Deze reageert met veel enthousiasme en zorgt per kerende post voor de juiste coderingen en kleurnummers. In Madurodam is de technische staf dan al bezig met het compleet demonteren van de 1202. De lockast wordt geheel kaal gemaakt, geschuurd en in de menie gezet, waarna de lakbeurt met Berlijnsblauw, bufferrood en zandgeel voor de bies kan beginnen. Als kers op de taart worden, met behulp van 3D-computertechniek, twee koperen nummerplaten in schaal 1:25 gemaakt en op de zijwand van de locomotief aangebracht. Medio maart heeft de 1202, tot volle tevredenheid van de directie van de Madurodamse Spoorwegen, zijn eerste proefrit gereden na deze uitgebreide revisie- en restauratiebeurt. Ook in Madurodam kan men niet wachten tot de poorten weer open kunnen opdat de museumlocomotief vol trots aan het grote publiek kan worden getoond. n Ook na de schilderbeurt blijft de 1202 actief in het containervervoer in Madurodam. In prachtig Berlijns Blauw en volledig gedetailleerd is de loc nu de trots van de Madurodamse Spoorwegen. Op de achtergrond staat de DC3, The Flying Dutchman, de nieuwste attractie van Madurodam; 26 maart 2021 Een staatsieportret van de 1202. Let op de fraaie koperen nummerplaten; 26 maart 2021

Het Spoorweg Museum ondergaat een metamorfose Terug in de tijd! Harry Peters Medio 2002, volgend jaar twintig jaar geleden, maakt de directie van het NSM wereldkundig dat ons museum na de grote vakantie van 2003 voor minstens achttien maanden dicht gaat om een grote verbouwing te ondergaan. Deze verbouwing wordt mogelijk gemaakt door een fikse eenmalige bijdrage van N.V. Nederlandse Spoorwegen. Op zaterdag 7 september 2003 is het museum daarom voor het laatst open en gratis toegankelijk voor het publiek. We gaan terug naar die zaterdag. Het seinhuis staat ongebruikt. Waar dienen de spoorbomen voor? Op 21 maart 2004 is het buitenterrein nog geheel spoorloos. Bijna al het materieel wordt die dag uit het museum weggehaald en overgebracht naar de lijnwerkplaats Amsterdam Zaanstraat, de voormalige wagenwerkplaats Amersfoort en het museumdepot in de voormalige wagenwerkplaats Blerick. Op deze zaterdag zien ruim vierduizend bezoekers dat dus het ene na het andere collectiestuk uit het museum wordt weggereden. Alleen de sporen 1, 410 en 411, dat zijn de sporen direct langs en naast het Maliebaanstation, blijven nog als stalling in gebruik. Hier vinden eloc 1010, locomotor 285, het Blokkendoostreinstel en Mat’46-treinstel 273 een plaatsje. De Blokkendozen en de 273 kunnen het 20 museum dan nog aan de zuidoostzijde verlaten en blijven daarmee bereikbaar en inzetbaar voor extra ritten. Het Maliebaanstation wordt in oude luister hersteld en krijgt in de linkervleugel een eerste- en tweedeklas wachtkamer met stationsrestauratie, in de rechtervleugel een deel van de koninklijke wachtkamer van station Den Haag Staatsspoor. De onderdelen daarvan zijn bij de sloop van het Haagse station in 1973 gedemonteerd en opgeslagen. Aan de ander zijde van de Oosterspoorweg verschijnt een immense hal met een oppervlakte

Wanneer wij ons 180° omdraaien zien wij ook een wildernis. Goederenloods Nijverdal staat er verloren bij en locomotief SS 1622 staat midden in een zandvlakte. De 6317 is iets opgevijzeld zodat de glijbanen er onderdoor aangebracht kunnen worden. Heel langzaam zal de zware machine naar haar nieuwe locatie geschoven worden. Op de achtergrond kijkt de ‘Bergkoningin’ toe. van 10.500 m² waarin verschillende spoorwegtijdperken zullen worden verbeeld. In de grootste hal, Wereld 4, zullen in de toekomst wisselende exposities gehouden gaan worden. Ook het buiten terrein gaat geheel op de schop, zodat er veel meer materieel aan het publiek kan worden getoond. Tijdens deze verbouwing organiseert het museum een aantal persmomenten, onder andere bij het draaien van de eerste paal op 23 januari 2004 en het op hun plaatsen brengen van verschillende rijtuigen en locomotieven op 20 maart 2004 waarna de grote hal in feite om deze objecten heen zal worden gebouwd. Het gaat dan om de locomotieven NS 6317 en NRS 107 en de rijtuigen NCS B 119 en CIWL 2287. Locomotief SS 1622 was half januari al op zijn definitieve plaats gezet om als achtergrond te dienen bij het draaien van de eerste paal. Deze activiteit wordt uitgevoerd door de burgemeester van NRS-locomotief 107 wordt met een grote kraan op een stalen frame geplaatst. Niemand heeft nog een idee welke functie de ranke locomotief straks in het vernieuwde museum gaat vervullen. VRIENDENDIENST - MEI 2021 NR 27 21

Utrecht, mevrouw mr. A.H. Brouwer-Korf die daarbij wordt geassisteerd door NS-president-directeur Aad Veenman en NSM-directeur Paul van Vlijmen. Zaterdag 20 maart is een echte spektakeldag: locomotief 6317 is in de nacht van 12 op 13 maart over het spoor vanuit Blerick naar Utrecht overgebracht en de NRS 107 is op een dieplader aangevoerd, de beide houten rijtuigen zijn de dag ervoor met een mammoetkraan “ergens” op een stukje spoor in de zandvlakte neergezet. De 6317 is met hydraulische vijzels van het aanvoerspoor getild en op zware stalen glijliggers gezet. Vandaag moet de 127 ton zware machine zo’n twintig meter zijwaarts worden verplaatst/geschoven. Een uiterst nauwkeurig klusje van een paar uur waarbij de hydrauliek het werk moet doen en de machinist goed in de gaten moet houden dat beide trekkabels gelijk blijven lopen. De hele operatie verloopt zonder noemenswaardig tegenslag. Het enige dat tegenzit is het weer: de hele dag regen. Op het moment dat de fraaie machine in de buurt van de SS 1622 staat kan bij alle aanwezigen van deze persmomenten een buitengewone nieuwsgierigheid worden bespeurd naar wat er in deze woestenij moet gaan ontstaan. Het is ten slotte een bijzonder vreemd gezicht om deze immense locomotieven en rijtuigen eigenlijk midden in het veld, in het zand of in het niets te zien staan zonder een idee te hebben of te kunnen krijgen welke functie zij in de nieuwe opzet van de verschillende Werelden gaan krijgen. Gedurende de verbouwing van het museum staat Blokkendoosrijtuig mC 9014 op het voorplein van het Maliebaanstation. In dit rijtuig staat een maquette opgesteld van het nieuwe museum en kunnen belangstellenden informatie krijgen over het ombouwproject. Na de heropening in 2005 wordt dit rijtuig aan de STAR in Stadskanaal overgedragen waar het tot op heden dienst doet als souvenirwinkel. Regelmatig ben ik tijdens de verbouwing even in het museum gaan kijken. Tijdens elk bezoek groeit de nieuwsgierigheid. Bij de heropening op zaterdag 4 juni 2005 valt het kwartje en wordt alles duidelijk. n De WR 2287 en B 119 staan al op hun definitieve plaats. Nu nog wel in de buitenlucht. Op de achtergrond de loods Nijverdal. 22

Het NTM verwerft TEE-rijtuigen Het Nederlands Transport Museum in Nieuw Vennep heeft het eigendom van en de zorg voor het TEE-materieel, de Trans Europ Express, overgenomen van de Stichting TEE Nederland. De rijtuigen staan al jaren in Amsterdam te wachten op betere tijden. Het NTM ziet het als een uitdaging om het materieel te bewaren als icoon van internationaal reizigersvervoer in het licht van de Europese samenwerking. In het kader van het 50-jarig bestaan van onze Vereniging heeft het bestuur van de Vrienden zich vorig jaar met enthousiasme ingezet om twee rijtuigen van de Stichting TEE te kopen met het doel die te (laten) restaureren en op te nemen in de collectie van het Spoorwegmuseum. Dit plan kon helaas niet worden gerealiseerd daar de toenmalige eigenaar uitging van een “alles of niets” variant. Via de berichtgeving in de vorige uitgaven van de Vriendendienst en de Vriendienstdigitaal zijn de leden op de hoogte gehouden van de betrokkenheid van onze Vereniging. Het NTM neemt nu dus alle rijtuigen over, een objectief gezien hoopvolle ontwikkeling. Uiteraard zal het bestuur van de Vrienden de verdere ontwikkelingen met belangstelling blijven volgen. n Om het belang van het redden van het iconische materieel te onderstrepen hebben we (met opnieuw dank aan de Stichting NVBS Railverzamelingen) voor de eerste postzegel van dit jaar gekozen voor de mooie foto van Jan Bonthuis die hij maakte op 5 juni 1974 bij de lijnwerkplaats in Utrecht. De postzegel is leverbaar in een setje van vijf en te bestellen in onze Vriendentoko, te bereiken via de website vriendennsm.nl VRIENDENDIENST - MEI 2021 NR 27 23

Prikbord Op het prikbord deze keer nog een paar foto’s die Harry Peters maakte tijdens de verbouwing van het museum. Elders in dit nummer van de Vriendendienst leest u meer over deze metamorfose. Gezien de plaatsruimte bij dat artikel moest de redactie met onderstaande boeiende foto’s uitwijken naar het prikbord. Ook nog enkele foto’s, met dank aan het Spoorwegmuseum, van het depot Blerick. De 6317 staat op het punt naar zijn definitieve standplaats te worden geschoven; 20 maart 2004 De Bergkoningin op 23 januari 2004 Bijna op zijn voetstuk; 20 maart 2004 De NRS 107 is overgebracht op een dieplader; 20 maart 2004 De loods Nijverdal staat er alleen voor; 23 januari 2004 Blerick; 2 maart 2021 Blerick; 2 maart 2021 Rijtuig mC 9014 op het voorterrein; 23 januari 2004 24 Blerick; 1 februari 2021 Blerick; 2 maart 2021

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
Home


You need flash player to view this online publication