12

Een nieuwe Pec bij aflevering bij Werkspoor. Met het opklapstuk omhoog kon het rijtuig aan elektrische treinstellen worden gekoppeld. De neergeklapte stand was nodig voor koppeling met de DE3-en; 28 april 1938 (foto H.G.Hesselink) Het stroomlijn postrijtuig Pec 1902 In de zo mooi verzorgde tentoonstelling ‘Expeditie Postvervoer’ die nog loopt tot en met 27 november neemt het gestroomlijnde postrijtuig Pec 1902 een prominente plaats in. Met gebruikmaking van het door de Stibans indertijd uitgegeven ‘Pec boekje’ wordt In dit artikel nader ingegaan op dit rijtuig, de enige vertegenwoordiger van een uniek materieeltype dat tot 1979 een belangrijke bijdrage leverde aan het postvervoer bij NS. Zolang er treinen rijden in Nederland, zolang bestaat ook het vervoer van post per trein. In het begin zonder regelingen. Pas op 30 juni 1844 kwam er een overeenkomst tot stand: de toen bestaande spoorwegverbinding AmsterdamDen Haag mocht eenmaal per dag worden gebruikt voor postvervoer. Dat kostte 2000 gulden per jaar. De postwet van 1 september 1850 bracht een verdere regeling. De post moest nu worden vervoerd onder toezicht van . ‘conducteurs der posterijen’. Die kregen met vier zitplaatsen ruimte in een 12 derde klas rijtuig. De PTT betaalde aan de HSM het tarief van vier biljetten derde klasse. Naarmate het spoorwegnet, maar ook het postbedrijf groeide zocht de PTT meer ruimte. Daar de spoorbedrijven die niet zomaar wilden bieden besloot de Staat dan zelf postrijtuigen te laten bouwen. De eerste Staatspostrijtuigen kwamen in 1856 en deden dienst bij de NRS. Er zijn 23 van dergelijke 2-assige postrijtuigen gebouwd die ook dienst gingen doen bij de NCS en later bij de HSM. De postrijtuigen moesten gratis door de spoorwegmaatschappijen in hun treinen worden vervoerd, zo was bepaald in de spoorwegwet van 1859. Voor het groeiende postvervoer kon worden gekozen voor het Belgische systeem gebaseerd op vervoer in gesloten zakken. Dat zou betekenen een postzak van iedere plaats in Nederland naar een andere plaats, met vele weinig of zelfs nauwelijks gevulde zakken. De PTT koos voor het systeem van 1 postzak voor een geheel traject. Bijvoorbeeld Amsterdam-Roosendaal met dan in het postrijtuig verdere behandeling voor de diverse kleinere stations langs dit traject. Het werden ‘ambulante postkantoren’, d.w.z.

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication