11

waren ontworpen door Beyer, Peacock & Co Ltd in Manchester en waren lichtgroen geschilderd, behalve de frames die opzij roodbruin en aan de bovenzijde zwart waren. Het machinistenhuis was van binnen rood geschilderd. Bij de SS werden de machines ingezet bij de sneltreinen van Vlissingen naar Venlo. Ze waren ontworpen om een trein van zo’n 200 ton (de loc niet meegerekend) met een gemiddelde snelheid van 60 mijl per uur (iets meer dan 96 km per uur) te vervoeren. In 1921 werden de HSM- en SS-locomotieven in een gemeenschappelijk NS-locomotiefpark opgenomen en vernummerd. De serie 300 werd bij NS de serie 1300. De fraaie roodbruine kleur van de frames van de locomotieven werd gewijzigd in zwart. In 1931 is de lichtgroene kleur gewijzigd in de donkergroene kleur waarin sindsdien alle stoomlocomotieven van NS werden geschilderd. Museale toekomst Bij de buitendienststelling van de 1326 (ex 326) was al besloten dat de loc zou worden bewaard, bestemd voor het museum. De loc werd opgeborgen in Boxtel, waar ook het andere voor het museum bestemde materieel was neergezet. In het voorjaar van 1943 werd het materieel naar de voormalige HSM-loods in Roosendaal overgebracht: het dak van de loods in Boxtel vertoonde namelijk ernstige lekkage. De loods in Roosendaal werd helaas kort daarna door Engelse vliegtuigen gebombardeerd: het convooi van Boxtel naar Roosendaal was namelijk opgemerkt en aangezien voor zeer gevaarlijk oorlogstuig. De 1326 heeft bij dit bombardement, in tegenstelling tot andere museum stukken, weinig schade opgelopen. Het nog loopbare materieel werd kort daarna over gebracht naar de grote locomotiefl oods in Maastricht. In september 1944 ging het hier ook mis: wegens het naderen van de geallieerde troepen kregen de Duitsers opdracht alle in Maastricht staande bruikbare locomotieven te vernielen. De 1326 werd nu zwaar beschadigd (ook de voor het museum bestemde 1010 (Nestor) en 1604), met name door het opblazen van het cilindergietstuk. Helaas was het bij de bevrijding bij de in het zuiden aanwezige instanties niet bekend dat de 1326 en 1010 voor het Museum bestemd waren. De locomotieven hebben zodoende nog een tijd in Baarle Nassau gestaan, nadat eerst alle koperen onderdelen waren verwijderd. Uiteindelijk werden ze, samen met VRIENDENDIENST - NOVEMBER 2021 NR 28 11

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication