12

andere museumstukken, in 1947 in Almelo opgeborgen, daarna in 1948 in Arnhem het toenmalige depot van het Spoorwegmuseum. Inventarisatie oorlogsschade De NS 1326 te Zwolle. Op de achtergrond de voetbrug naar de werkplaats. Datum onbekend; (foto W.J.Haarman) Op 25 maart 1949 vond in Arnhem een bespreking plaats met op de agenda de ‘Herstelmogelijkheden en Herstelkosten van beschadigd historisch materieel, eigendom van de Stichting ‘Nederlandsch Spoorwegmuseum’. Bij dit overleg waren behalve de heer J.J.M.H.M. Asselberghs (directeur Spoorwegmuseum) ook aanwezig Dr.Ir. A,D. de Pater (NS dienst Materieel en Werkplaatsen, afdeling locomotiefbouw), Ir.D.N. Klaren (Werkplaats Haarlem), J.J. Karskens (Utrecht HGB, afdeling codering), J. van der Vring en T. de Vries (Werkplaats Tilburg). De 1326 in Almelo; 19 januari 1947 (foto J.A.Bonthuis) Om te kunnen vaststellen welke museumstukken nog bruikbaar te maken waren werd een opname gemaakt van het in Arnhem aanwezige materieel. Ook de calculatie van de de SS 13 (NS 705), op dat moment in Zwolle opgeborgen, werd hierbij meegenomen. In de vergadering werden behalve de herstelmogelijkheden ook voorstellen gedaan voor aanvulling van de verzameling van het (nog te bouwen) Spoorwegmuseum. Behalve de NS A1, het salonrijtuig van wijlen H.M. Koningin Emma, werd ook genoemd de laatste nog in dienst zijnde mBCz 9911 van de ZHESM, als vertegenwoordiger van het begin van de elektrificatie. De SS 326 achter de NS 2252, kort na aankomst in het Museum; 21 september 1956 (foto J.Lub) 12 In dit artikel beperken we ons weer tot de 1326. Besloten werd dat de loc in ‘toonbare toestand’ hersteld zou kunnen worden. Vastgesteld werd dat totaal herstel in dienstvaardige toestand uitgesloten was. Voorgesteld werd de hierboven al genoemde beschadiging door springlading van het cilinderblok en pijpenplaat te camoufleren door een plaat met pakkingbussen er op te lassen. De ketel hoefde dan niet van het frame gelicht te worden. Om een paar onderdelen van de urenbegroting te noemen: vervaardiging van de camouflageplaat werd begroot op 120 uur, het richten van de pijpenplaat op 150 uur, aanbrengen appendages op 200 uur, herstellen en aanbrengen mechaniek op 500 uur, nieuwe ketelbekleiding op

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication