In 2015 heeft asbest voor problemen gezorgd in depot Blerick, zo hevig dat een groot gedeelte van het complex volledig gesloten werd en niet meer toegankelijk voor wie dan ook was. Een periode van bijna zes jaar waarin het gebouw beperkt toegankelijk is geweest in verband met de sanering. In een gesprek met Peter-Paul de Winter (hoofd collecties van het Spoorwegmuseum) wordt terug gekeken op deze periode die begin dit jaar afgerond is. Het asbest was eigenlijk overal aangetroffen. De rapportage was daar duidelijk over. Peter-Paul laat een plattegrond van het complex zien: “Overal is asbest gevonden op de vloer, zelfs de deurmat voor het kantoor van de loodsbeheerder bevatte asbest”. Die vloermat bleek een logische hotspot: schoenzolen werden afgeveegd met alle effect van verdere verspreiding. De sanering Peter-Paul: “Voordat er daadwerkelijk gestart kon worden met de sanering was er op vele fronten overleg nodig. De grootte van de hal met haar inhoud was een uitdaging, zowel gezien de verwachte hoge kosten, maar ook technisch”. Om het behapbaar te maken werd het door het museum gehuurde gedeelte in drie stukken verdeeld: de schildersloods, hal A en hal B. Als eerste werd de schildersloods en hal A gereinigd. De aanpak van hal B was namelijk veel complexer vanwege de aanwezigheid van grote hoeveelheden reserve treinonderdelen die over het gehele vloeroppervlak uitgestald stonden. Peter-Paul: “Het was iedereen duidelijk dat dit een arbeidsintensief project zou gaan worden. Er moest een gespecialiseerd bedrijf worden ingeschakeld om het geheel van asbest te ontdoen, inclusief het verwijderen van de bronnen en een formele vrijgave van het gereinigde bouwdeel”. De gereinigde objecten zouden na vrijgave verplaatst worden naar het reeds schone gedeelte van het complex. Het betekende wel een handmatige reiniging van elk voorwerp, groot of piepklein. Peter-Paul: “De gereinigde objecten moesten dus naar een andere ruimte in het depot, totdat zo alles schoon en vrijgegeven was. Daarna kon alles weer op zijn plaats terug worden gezet. Dit verklaart de enorme opstapeling van kisten en objecten die her en der verspreid op plekken stonden waar maar ruimte was”. Deze actie had ook het voordeel dat ondertussen (en later nog meer), de objecten een “gezicht” kregen. Peter-Paul: “Met natuurlijk veel vragen. Bijvoorbeeld: wat is het, waar komt het vandaan, in wat voor toestand verkeert het, is het nog bruikbaar of is het een museum object, jaartal, fabrikant etc. Ook was het een ontdekkingsreis. Zo werden vermiste voorwerpen teruggevonden. Bij het terugplaatsen werd meteen gekeken naar het herinrichten met opslagsystemen zoals rekken en stellingen”. Schoon maken Vanaf 3 januari dit jaar werd echt begonnen met integraal schoon maken. In drie maanden tijd was alles klaar. Peter-Paul: “Elke dag stonden er zo’n twintig tot dertig pallets klaar met gereinigde en vrijgegeven objecten die vervolgens in een ander VRIENDENDIENST - NOVEMBER 2021 NR 28 5
6 Online Touch Home