J.H. Snijdersschool, Rijswijk Speelerosie Als er teveel kinderen spelen op een groene plek, kan de beplanting kapotgelopen worden. Dan ontstaat zogeheten ‘speelerosie’. Vooral op speelheuvels kunnen zich problemen voordoen. In het ontwerp is speelerosie te beperken door: • speelzones in te richten; • de looprichting van kinderen te sturen: bijvoorbeeld met behulp van schaaphekken, afzetten en/ of prikstruikjes kunnen beschermde plekken worden gecreëerd waar planten kunnen groeien; • te kiezen voor bepaalde grasmengsels en wat grotere robuuste beplanting (zie bijlage 3). Of juist door geen gras te gebruiken, maar kruidige grassen (klaver en brunel) of ‘kijkgroen’: bosjes, wilgentunnels en bamboe. Door tijdelijk een hek te plaatsen om de bamboe krijgt het de ruimte om te groeien. In een later stadium kunnen er dan paden doorheen gemaakt worden; • te zorgen voor diversiteit in speelmogelijkheden: door een gevarieerde inrichting zullen de kinderen zich meer over het plein verspreiden. Daarnaast zijn er ook tijdens het gebruik maatregelen te nemen om de speeldruk te verlagen, zie hoofdstuk 5: Gebruik. Speelheuvels hebben een aantal specifieke problemen waardoor de kans op erosie groot is. Zo worden ze intensief belopen met grote wrijving op het blad. Regenwater dringt vaak slecht door waardoor het op de heuvel meestal te droog is. Een hellinghoek aan de zonzijde verhoogt de instraling en uitdroging. Tips voor het tegengaan van speelerosie op een heuvel: • bloemrijk gras zaaien, met ook distels en brandnetels of kruidige mengsels; • meerdere herkenbare paden maken door het aanbrengen van stapstammen of stapkeien, de paden voorzien van halfverharding zoals schelpen of Dolomiet; • wat grotere planten aanplanten tegen doorlopen en op de helling veel vaste planten die wat betreding kunnen hebben (bijv. hazenoor, duizendblad, brunel), afgewisseld met groepen scherpe heesters (wilde roos) of grassen (sierhaver); • de heuvel vastleggen met grote struiken, muurtjes en/of boomstronken.
36 Online Touch Home