64

De school werkt met vaste teams van mentoren (vakdocenten) die de meeste uren op hun leerhuis geven. Dit geldt niet voor science, kunst & cultuur en lichamelijke opvoeding, want die vakken worden in andere lokalen gegeven. Het is de bedoeling dat deze teams van mentoren steeds meer zelfsturend worden. Ze krijgen meer ruimte en worden hierin gefaciliteerd op de dinsdagmiddag om hun ontwikkeling als team vorm te geven binnen de door het MT gestelde kaders. De teams ontwikkelen zich op verschillende manieren en daar hebben ze coaching en begeleiding op gezet. Mentoren zijn de eerste en belangrijkste contactpersoon van de leerling voor het goed functioneren op school. Zij hebben een coachende rol helpen de leerlingen in het reflecteren op het gemaakte werk. In de regel heeft de mentor een keer per periode contact met de leerlingen en gaan ze echt even samen zitten: Hoe is het gegaan? Hoe zijn je resultaten? Waarom is het al dan niet goed gegaan? Welke verbeterstappen wil je gaan maken? Hoe denk je dat het beter kan de komende periode? Wat heb je daarvoor nodig? Zijn er andere factoren die daarin meewegen? Leerlingen in de bovenbouw kiezen hu eigen mentor op basis van hun voorkeuren. De school heeft een kiesrooster ontworpen. Leerlingen kunnen in overleg met hun mentor hun rooster vormgeven. Het rooster heeft een vaste kern bestaande uit per vak een x-aantal instructies bij een beoordelend docent. Daarnaast kunnen ze flexibel extra blokken inplannen van hetzelfde vak. Docenten zijn niet ingeroosterd van 08:15 uur tot 09:00 uur of van 15:50 tot 16:45 uur. Op deze vrije momenten kunnen zij afspraken plannen of een leerling ontmoeten. Het rooster bestaat uit vier blokken van 90 minuten. Aan het begin van een blok ontvangen de docenten de leerlingen en vertellen ze wat ze van de leerlingen verwachten in dit blok (werkhouding en arbeid). Instructie wordt beperkt tot maximaal een half uur per vak. “Als we met vier docenten zijn en alle vier instructie willen geven, dan moeten we die vier instructies in die 1,5 uur plannen. We moeten veel meer kernachtig de stof overbrengen.” De rest van de tijd werken leerlingen zelfstandig en hebben de docenten veel meer een begeleidende en coachende rol. Docenten kunnen hun leerlingen gemakkelijk begeleiden, want alle content van de leerlingen staat op hun digitale leeromgeving (moodle) en waar zowel de docent als de leerling bij kunnen. Docenten worden niet alleen opgeleid in het begeleiden en coachen van leerlingen vanuit het didactisch coachen, maar ook voor het thematisch onderwijs. In de onderbouw hebben leerlingen ook thematisch onderwijs. Naast het vakgerichte onderwijs, worden gedurende de eerste drie leerjaren 18 thema’s behandeld. Leerlingen werken iedere periode aan een thema, vaak met samenwerkingsopdrachten. Voor thematisch onderwijs is een coördinator, een docent onder wiens leiding (1) de thema’s iedere keer weer worden geredigeerd en/of vernieuwd en verbeterd door een schrijfgroep en (2) de thematrekkers van ieder leerjaar de docenten briefen die thematisch onderwijs geven. De leerlingen zijn altijd gelinkt aan een docent die het thema geeft. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Anders organiseren? Teamwork! | 64

65 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication