17

De belangrijkste regel is dat het pensioenfonds alles in het werk moet stellen om het toekomstige pensioen dat aan de deelnemer is toegezegd, te kunnen betalen. De toekomstige rechten van de deelnemers moeten ook als het economisch tegen zit, zo goed mogelijk worden gewaarborgd. bedrijf, wordt een pensioenfonds vooral beoordeeld op zijn balans. Die geeft immers het beste weer of het pensioenfonds ook op de langere termijn zijn financiële positie zodanig op orde heeft dat het altijd in staat is de toegezegde pensioenen te kunnen betalen. De wetgever schrijft voor dat de bezittingen van het pensioenfonds niet lager mogen zijn dan de verplichtingen. Sterker nog; het vermogen moet aanzienlijk groter zijn dan de verplichtingen, zodat onvermijdelijke tegenvallers kunnen worden opgevangen. Zolang aan die extra bescherming niet wordt voldaan, is het pensioenfonds verplicht maatregelen te nemen om in een aantal jaren orde op zaken te stellen. Het pensioenfonds moet er dan voor zorgen dat er óf meer vermogen binnenkomt, óf dat het de verplichtingen omlaag brengt. In die situatie is indexeren (pensioenen verhogen met een toeslag) niet toegestaan. Anders dan het toegezegde pensioen, heeft de deelnemer immers geen recht op De balans van het pensioenfonds Een pensioenfonds houdt net als een bedrijf zijn kaspositie bij, stelt een verlies en winstrekening op en een balans. Maar anders dan een toeslagen, alleen als de financiële positie dit toelaat. Pas als het vermogen tenminste 10% meer bedraagt dan de verplichtingen, mag het pensioenfonds heel voorzichtig beginnen met het toekennen van toeslagen. Zolang dat percentage niet is gehaald mag het pensioenfonds niets extra’s uitkeren en draagt alle winst die wordt gemaakt bij aan het zo goed mogelijk veilig stellen van de toegezegde pensioenen. Anders Het werkt dus echt anders dan bij een bedrijf. Ook als het pensioenfonds ruim voldoende geld in kas heeft, kan het niet besluiten daar zomaar iets van uit te keren aan de deelnemers. Hetzelfde geldt wanneer er in enig jaar een forse winst wordt gemaakt. Ook dan mag het pensioenfonds niet besluiten om een dividenduitkering te doen aan de deelnemers. Zelfs als er jaar op jaar winst wordt gemaakt en het geld tegen de plinten klotst, dan nog kan er geen extra uitkering aan de deelnemers worden gedaan, zolang het pensioenfonds nog niet over voldoende vermogen beschikt. Het pensioenfonds moet van de wetgever immers voldoende vet op de ribben hebben om economische tegenvallers op te kunnen vangen. Op zich is dat een verstandig beleid. Maar je kunt natuurlijk wel van mening verschillen hoeveel vet een pensioenfonds op de ribben moet hebben. Maar dat is geen eenvoudige discussie. Bij een lagere buffer kan wel eerder worden geïndexeerd, maar daar staat tegenover dat het toegezegde pensioen meer risico loopt. Met recht een dilemma. Freek Busweiler Bestuurslid Pensioenfond PGB Freek Busweiler is bestuurslid van Pensioenfonds PGB vanaf 2018. Hij gaat in zijn columns graag in op thema’s waarmee hij zich in het bestuur bezighoudt: communicatie en dienstverlening. Maar ook op onderwerpen die als gepensioneerde dicht bij hem staan. 17

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication