PENSIOEN TOELICHTING IN GEUREN EN KLEUREN Keuzes voor nieuw pensioen H et nieuwe pensioen wordt bij PGB waarschijnlijk op 1 januari 2027 ingevoerd. Dan pas wordt duidelijk wat dit voor de portemonnee betekent. Op dit moment maken sociale partners (werkgevers en werknemers) afspraken over hoe dat nieuwe pensioen eruit gaat zien. Ze leggen dat vast in een transitieplan dat voor 1 december ingediend moet worden bij PGB. PGB bundelt die plannen tot één implementatieplan. Dat gaat voor 1 juli 2025 naar De Nederlandsche Bank. Wat moet er in die transitieplannen staan? - welke regeling wordt gekozen , solidaire (SPR) of flexibele (FPR) premieregeling - belangrijke elementen van die regeling (o.a. premiehoogte) - hoe wordt de solidariteitsreserve gebruikt en gevuld - gaan de huidige pensioenrechten en -uitkeringen op in die nieuwe regeling (invaren) Van belang voor gepensioneerden: Is er een werkgever of werkgeversvereniging die afspraken mag maken? Als er geen werkgever meer is en geen verplichte bedrijfstakregeling geldt, kan geen nieuwe regeling worden afgesproken. Dan is het niet mogelijk opgebouwde pensioenen in een nieuwe regeling op te nemen en blijft de huidige pensioenregeling gelden. Welke regeling gaat gelden, SPR of FPR en wordt er ingevaren? De keuze voor de nieuwe regeling gaat bij invaren óók gelden voor de huidige gepensioneerden. Verhogen/ verlagen van de pensioenen gebeurt volgens de regels van de nieuwe regeling. PGB heeft - na overleg met de VVG! - kaders gesteld 4 Hoe werkt de solidariteitsreserve? Gepensioneerden die in de solidaire regeling terecht komen (de meesten!), krijgen bescherming vanuit de solidariteitsreserve. Die zorgt ervoor dat een verlaging van het pensioen zoveel mogelijk wordt voorkomen. Die reserve moet wel eerst gevuld worden. Dat gebeurt bij het invaren. Bij een dekkingsgraad boven de 100 procent wordt de ruimte tussen 103 en 106 procent daarvoor gebruikt. In latere jaren kan dit bij hoge rendementen (van alle deelnemers in de SPR!) verder gevuld worden tot 5 procent waarbinnen de sociale partners moeten kiezen. De belangrijkste: - Voor verplichte bedrijfstakpensioenregelingen kent PGB alleen de solidaire premieregeling, met solidariteitsreserve. - Voor vrijwillige aansluitingen is de flexibele premieregeling ook mogelijk. Deze regeling heeft bij PGB géén reserve voor opvang van schokken. Een gepensioneerde kan bij invaren eenmalig kiezen voor een stabiele uitkering of eenvariabele uitkering. - In principe worden zoveel mogelijk pensioenen – conform de wettelijke bepalingen – ingevaren. - PGB zal alle regelingen, ook de oude regeling bij niet invaren, zelf uitvoeren. Verdeling van het geld bij invaren: - Als de dekkingsgraad 103% of hoger is, geldt de volgende verdeling: 100% voor het persoonlijke potje, PGB noemt dat het ‘persoonlijke pensioenvermogen’ 3% voor het eigen vermogen en de operationele reserve voor bedrijfsrisico’s van PGB Daarboven gaat 3% in de solidariteitsreserve (SPR) of in de pensioenpotjes voor diegenen voor wie de FPR geldt Van de volgende 8% wordt maximaal 2% gebruikt voor extra verhoging van individuele pensioenpotjes voor leeftijdsgroepen 40 tot 68 jaar én maximaal 6% als extra in alle pensioenpotjes, ook die van gepensioneerden. Daarboven (vanaf 114%) gaat alles naar de pensioenpotjes. - De verdeling bij invaren gebeurt in één keer. Geen spreiding over meer jaren. Dat is gunstig voor gepensioneerden. Fieneke van de Brink Jos van Rijsingen van het fondsvermogen. De reserve mag ook gebruikt voor jongeren. Voor hen wordt risicovoller belegd. Als door tegenvallende resultaten hun potje in het rood komt te staan, kan dit ook vanuit de solidariteitsreserve gerepareerd worden. De solidariteit geldt dus voor meer groepen. Als de dekkingsgraad bij het invaren onverhoopt te laag is, kan de solidariteitsreserve niet of niet helemaal gevuld worden. Wat er dan moet gebeuren, zal eerst overlegd worden tussen PGB en betrokken partijen (ook de VVG).
5 Online Touch Home