30

JUNI WE MAKEN SAMEN IET EN DOEN DAT GOED Twaalf jaar geleden werd Lars Weijers algemeen directeur van Weijerseikhout, als derde generatie. Als zoon van Jan Weijers groeide hij op met het bedrijf van zijn vader en grootvader. “Ik wist dat mijn vader iets deed met daken en dakpannen, maar wat hij dan precies deed, daar had ik nog geen beeld van. Ik vond het heel mooi als ik busjes zag met de naam van het bedrijf van mijn vader erop, of het logo tegenkwam omdat het bedrijf de voetbalvereniging of de wielerploeg sponsorde. Ik was trots op papa en vond de verhalen van mijn vader en grootvader fascinerend. Maar toen ik ouder werd, vond ik het een moeilijke beslissing of ik het bedrijf later wilde overnemen.” Weijers studeerde bedrijfseconomie aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. “In mijn opleiding kwam ik mooie business cases tegen waarbij ik me afvroeg: ‘Hoe zit dat bij het familiebedrijf, hoe doet pa dat?’ Ik kon parallellen trekken tussen wat ik leerde op school en wat ik van mijn vader hoorde. Daarmee ging het familiebedrijf steeds meer voor me leven. Mijn vader heeft me nooit gepusht. Hij raadde me na mijn studie de Gesellenopleiding in Duitsland aan, en zei: ‘Begin met een concrete taak in het bedrijf, dan zien we vanaf daar wel verder.’ Zo is het gelopen.” Mensgericht Weijers: “Vanaf mijn twaalfde deed ik in de zomer klusjes voor het bedrijf. Eerst kreeg ik op kantoor eenvoudige taken, zoals de urenstaten controleren. Van mijn zestiende tot mijn vierentwintigste deed ik in de zomervakantie ook dingen in de buitendienst. Zo heb ik elk hoekje van het bedrijf leren kennen. Wat me daarbij erg boeide, was het verschil tussen de gesprekken op de bouwplaats en wat ik mijn vader en grootvader aan de keukentafel hoorde zeggen. De jongens op de bouwplaats zijn bezig met operationele kwesties, de directie houdt zich bezig met strategische vraagstukken. Op een gegeven moment drong tot me door: als directie is het je taak om die twee uitersten bij elkaar te krijgen, om te streven naar een organisatie waar medewerkers zich gehoord voelen en zich verbonden voelen met het bedrijf. Ook mijn vader en grootvader waren mensgericht en vonden samenwerking belangrijk; ik wilde daarin verder gaan. Omdat ik zo veel op de bouwplaats met de jongens had gewerkt én door mijn opleiding kon ik die transitie verder maken. Dat was één van de factoren die maakten dat ik de knoop doorhakte en in het bedrijf stapte.” 30 | SAMENSTERK

31 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication