Als puntje bij paaltje komt In 1993 overleed mijn vader ingevolge een CVA. Noodgedwongen moesten mijn vrouw en ik nadien mama laten opnemen in een zorg- en opvangcentrum. Zij was op dat moment reeds een tijdje aan het dementeren, maar de communicatie lukte nog wel. Tijdens haar leven had zij steeds gezegd dat ze niet als een plant in een rusthuis wou verder leven. In 1994 zagen we toevallig een klein artikeltje in de krant over een voordracht van een zekere dokter Wim Distelmans. Erg geboeid door het thema vroeg ik aan hem of er in Gent ook dokters waren die mensen een waardig levenseinde gunden. Op die manier leerden we dr. Cosyns en RWS kennen. Hij werd onze huisdokter en wij werden meteen lid van RWS. Toen ik met mijn mama de optie euthanasie vernoemde antwoordde zij meteen: “Vivre quand même encore un peu!” We hebben die beslissing uiteraard gerespecteerd en ondersteund. We vonden het recht op een waardig levenseinde een evidentie. In de daaropvolgende jaren hebben we ervaren dat beslissingen inzake levenseinde toch dikwijls bijzonder complex zijn. Als puntje bij paaltje komt soms vrij verrassend… De zus van mijn papa liet er op een bepaald ogenblik geen twijfel over bestaan dat zij euthanasie wou. Ze was toen negentig jaar. Ze had een vergevorderde vorm van osteoporose en dientengevolge uiterst pijnlijke breuken. Herhaaldelijk smeekte ze: “Il faut faire quelque chose Marcel! Je souffre martyre, c’est comme si on m’avait cassé en deux!” Zij beschouwde overigens haar leven als voltooid, mede wegens het feit dat niemand van haar generatie vriendinnen en familie nog in leven was. In de kliniek waar ze was opgenomen na een zware val weigerde men pertinent zware pijnstillers “want dat zou haar nieren kunnen beschadigen”…Toen hebben we aan Marc Cosyns gevraagd of hij voor haar iets kon doen en uiteindelijk heeft ze gekregen waar ze consequent en langdurig naar had verlangd. Humoristisch als steeds dankte ze dokter Cosyns met de woorden: “Ik zal u gans mijn leven dankbaar zijn!”… Anders liep het met een andere tante die eveneens smeekte om te mogen sterven en alle papieren had ingevuld. Op de vraag van dr. Distelmans wat hij voor haar kon doen, antwoordde zij: “Que vous me remettiez sur pied!” Toen ik haar later vroeg wat ze zou kiezen mocht een woonzorgcentrum onvermijdelijk worden, antwoordde ze: ”Je ne sais pas!…”. Maanden later stuurde ze ons bittere verwijten toen ze inderdaad opgenomen werd. Uiteindelijk besliste ze tot op zeker hoogte zélf over haar levenseinde. We hebben namelijk na haar dood de onontbeerlijke hartmedicatie die ze altijd in haar handtas bewaarde, onaangeroerd teruggevonden… De mama van mijn echtgenote had alle noodzakelijke papieren ingevuld, maar in het UZ Jette besliste ze toch om verder te leven. Ze wou haar eerste kleinzoon nog in haar armen kunnen sluiten. Enige tijd nadien is ze op een natuurlijke wijze overleden. Niettemin blijven wij grote pleitbezorgers van het fameuze recht op een waardig levenseinde. We beseffen ook ten volle dat hier geen enkele garantie voor bestaat. Noch wat onze uiteindelijke keuze zal zijn, noch dat het wettelijk mogelijk zal zijn, noch dat bij eventuele dementie de voorafgaande wensen zullen kunnen worden uitgevoerd. Wij blijven actief lid van RWS omdat we hopen op een menswaardig einde. Ook omwille van het feit dat we deze organisatie een warm hart toedragen. RWS is een vereniging van mensen die een actieve bijdrage leveren aan een naar onze mening fundamenteel mensenrecht. Het is tevens een manier om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in verband met de wettelijke mogelijkheden rond levenseinde in ons land. Wij ervaren het als een immens privilegie om in één van de weinige landen ter wereld te leven die op dat vlak een wettelijke regeling hebben uitgewerkt. En ook al zijn aan deze wet enkele aanpassingen wenselijk, we zijn er ons tevens pijnlijk van bewust dat er ook in ons land krachten aanwezig zijn die het zelfbeschikkingsrecht over het eigen leven willen uithollen, zoniet onmogelijk maken. Tot slot lijkt het me dat RWS tracht in te staan voor het vermijden van onnoemelijk menselijk leed, zowel fysiek als psychisch. Liefde die het welzijn van een ander prioritair stelt, proberen we na te streven als een belangrijk ideaal waarvoor we ons actief willen inzetten. Marcel Cuvelier. RWS-lid 14 februari 2023 1994 13
14 Online Touch Home