14

• • • De aanloop naar een Belgische wet 1994 1995 Wetsvoorstellen en boeken over de milde dood, het levenseinde en euthanasie volgden elkaar op in het laatste decennium van de 20ste eeuw. In Nederland verscheen in 1994 een documentaire over de euthanasie van Cees van Wendel de Joode die de dodelijke spierziekte ALS had. Sereen en diepmenselijk gebracht toonde het ook de ontroerende, verbindende vastberadenheid van de patiënt, zijn entourage en zijn huisarts, Wilfred Van Oijen die de verlossende injectie toediende. Het werd wereldnieuws. Ik mocht en kon vier patiënten, leden van RWS, naamloos bespreken in het eerste casusartikel dat ooit verscheen in een wetenschappelijk, weliswaar Vlaams tijdschrift: Een beetje samen sterven: communicatie in de laatste levensfase (HANU 1997). De eerste wetenschappelijke artikels met kwantitatief onderzoek over (de frequentie van) medisch handelen rond het levenseinde verschenen in gerenommeerde wereldtijdschriften. Twee Nederlandse studies (1991 en 1996) en een Australische (1997) waren het uitgangspunt voor een vergelijkbare studie in Vlaanderen: End-of-life decisions in medical practice in Flanders, Belgium: a na1997 1998 tionwide survey, verschenen in The Lancet in 2000. Want voor wetenschappers komt het er op aan te kunnen publiceren in Engelstalige tijdschriften met de hoogste A1-ranking. Voor voor sommige politici waren de cijfers al vroeger bekend en vormden ze het extra bewijs van de noodzaak voor wetgeving. Alleen de juiste partijpolitieke constellatie ontbrak en die kwam er in 1999 met een paarsgroene regering. Er kwam meteen een wetsvoorstel, spijtig genoeg beperkt tot euthanasie en met de noodzaak tot hoorzittingen in het parlement. Alle andere leveneindebeslissingen kwamen terecht in de wet betreffende de rechten van de patiënt, geredigeerd in de schoot van de regering, op dringende vraag van Europa. En ja, de enige patiënt die op die 38 hoorzittingen mocht spreken was Mario Verstraete, geboekstaafd als Parlementair document nr. 2-244/24 (senate.be) van woensdag 5 april 2000 (namiddag). In die periode stierf JeanMarie Lorand (51) die als gevolg van een foute injectie aan een ernstige aantasting van het zenuw- en spierstelsel, de ziekte van CharcotMarie-Tooth, leed. Op het einde van zijn leven kon hij nog enkel een paar vingers bewegen. 2000 2001 Twee jaar lang ijverde hij, ook met een boek, voor euthanasie. Hij ‘kreeg’ ze op 8 juli 2000 van zijn arts die zichzelf ‘aangaf bij de politie. Gezien de politieke situatie werd hij buiten vervolging gesteld. Mario Verstaete dronk zijn barbituratensiroop zelf op 30 september 2002, in het bijzijn van zijn familie en zorgverleners na een palliatief traject dat nog verlengd werd door de periode tussen het stemmen van de wet (28 mei 2002) en de uitvoeringsmogelijkheid op 23 september 2002. Er werd meteen een klacht ingediend tegen mij maar het opsporingsonderzoek leidde tot seponering. In 2014 maakte Nic Balthazar de film “Tot altijd” in samenspraak met zijn familie over Mario’s bruisende leven, zijn engagementen, zijn ijver om als eerste gebruik te maken van de euthanasiewet, met “dank aan het Belgische parlement”. Marc Cosyns RWS-bestuurslid 1995 14 1997 1998 1999 2000 2001 2002

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication