21

Van euthanasie naar de laatstewilpil Als jurist was Tony Van Loon betrokken bij RWS vanaf de uitbreiding van het bestuur en de werkvergaderingen in 1985. Hij volgde RWS met wisselend maar blijvend engagement tot heden. Als advocaat en professor moraalwetenschappen aan de VUB was hij niet alleen in de opleiding maar ook in de dagelijkse praktijk actief in de problematiek van de geestelijke gezondheidszorg en het gevangeniswezen. Als mede-oprichter van Vonkel, een luisterend huis (2009), is hij sinds zijn emeritaat de drijvende kracht voor de opvang en eventueel een waardig levenseinde voor personen in psychiatrische nood. Toen we als redactieraad een bijdrage overwogen Van Tony van Loon vloeide zijn tekst uit zijn digitale pen alsof het meteen een boek zou kunnen worden… Schrappen in zijn artikel deed dan ook pijn , maar we kijken uit naar een boek van hem! RWS heeft een belangrijke rol gespeeld in de totstandkoming van de euthanasiewetgeving. Stichter en bezieler wijlen Léon Favyts was betrokken bij de aanloop van de wetgevingen levenseindebeslissingen 2002. De vereniging klaagde toen al de partijpolitieke manoeuvres aan in het federale Parlement. Dit geldt overigens tot vandaag. De partijpolitieke obstakels dienen te worden opgeheven en de meerderheid van de stemgerechtigden moet worden gehoord. Niet uitsluitend de partijvoorzitters uit de regering en de oppositie. Het recht op waardig sterven mag geen voorwerp zijn van partijpolitieke ruilhandel. Het gaat om een keuze van de individuele wilsbekwame autonome burger die ernstig moet genomen worden. Laten we ook waakzaam blijven voor de toxische invloeden van religieuze drukkingsgroepen. De officiële vertegenwoordigers van katholieke, islamitische en joodse levensbeschouwingen weigeren euthanasie te aanvaarden, ook al bestaat de garantie dat niemand kan worden verplicht deel te nemen aan de uitvoering ervan. Bovendien staat de meerderheid van de bevolking open voor een vrijzinnige, atheïstische, heidense, natuur-ethische en natuur-religieuze beleving van het eigen sterven. Nooit eerder was de diversiteit groter dan vandaag. Wereldwijd is een beweging gegroeid richting autonomie van de wilsbekwame patiënt/persoon die in alle vrijheid op zoek is om pijnloos, vredig en in waardigheid zijn/haar einde te aanvaarden en zelf de regie ervan in handen te nemen. De aandacht dient in dit verband niet uitsluitend te gaan naar de individuele mondige burger, maar ook naar de zwakkere mensen die nood hebben aan begeleiding, behandeling en zingeving. Voltooid leven is een item dat vooral in Nederland leeft. In België geldt een pragmatische aanpak: polypathologie garandeert de toepassing van de euthanasiewetgeving bij ouderen met meerdere (ouderdoms)klachten. Daartegenover doemen de angsten op voor eindelevensbeslissingen bij dementie. Ook angsten voor impulsieve onomkeerbare beslissingen bij mensen met een zwakke mentale gezondheid. En wat bij ernstige neonatale problemen en bij mondige kinderen en jongeren die geen volwaardig levensperspectief krijgen bij ernstige ziekte of handicap? Mensen voelen zich beroerd wanneer ze zijn overgeleverd aan instellingen die te weinig expertise in huis hebben of halen, waardoor een waardig afscheid in dialoog onmogelijk is. Overleg faciliteren met naastbestaanden, behandelende, adviserende, coördinerende of uitvoerende artsen versus juristen op zoek naar wetgeving en rechtspraktijk, zou algemeen geldend moeten zijn in alle omstandigheden. Opvallend hier is de tegenstelling tussen de theoretici en de practici. Zij die nadenken over de principes, de grenzen en zij die werken met de patiënten en hun omgeving. De zoektocht naar een juiste aanpak is wereldwijd gaande, de strijd ertegen eveneens. België loopt vooraan in die zoektocht, in de praktijk van euthanasie, in de volwaardige erkenning van euthanasie bij zowel terminale als niet-terminale patiënten, in het wetenschappelijk onderzoek naar de grenzen en de mogelijkheden van menswaardig sterven. Waar mensen buiten de medische hulpverlening zelfdoding opzoeken en hulp door niet-medici, is de steun om waardig te kunnen beslissen over leven en dood uiterst beperkt. Wat eindelevensbeslissingen betreft, zien we wereldwijd een groeiende spanning tussen maatschappelijk beleid en individuele hulpverlening. 21

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication