Hierbij is een goede balans van belang: dikkere takken zorgen voor een langzame vertering wat ook goed is voor het systeem en de koolstof vervliegt ook minder snel. Op deze manier heeft het systeem tijd om de voeding tot zich te nemen. Laat soorten elkaar helpen -of in ieder geval niet in de weg zittenIn voedselbossen wordt veel gebruik gemaakt van planten die elkaar helpen in plaats van elkaar uitsluiten. Ook de wisselwerking tussen planten die afhankelijk zijn van de bestuiving door insecten is zo’n win-winsituatie. Zij helpen elkaar in hun voortbestaan. Het zorgen voor een zogenoemde ‘bloesemboog’³ is daarom van belang. Zorg er ook voor dat er voldoende stikstofbinders in het voedselbos aanwezig zijn. In de permacultuur wordt ook wel van een gilde gesproken. Planten gilde Een gilde is een groep van wederzijds voordelige planten die door deze samen te voegen zorgen voor een interactieve gemeenschap (Bloom & Boehnlein, 2015) onderhouden van wateropvangelementen, bijvoorbeeld bij een wadi of een swale (een soort van geul) wordt er gezorgd dat er bij een te veel aan water, het water gebufferd wordt. Op deze manier kan er water van het perceel wegstromen naar deze lager gelegen elementen en worden de planten beschermd tegen ‘natte voeten’. In drogere periodes is er zo langere tijd water aanwezig en kan ervoor gekozen worden om hiermee planten te irrigeren. Goed onderhoud van dergelijke elementen is noodzakelijk om nauwe begroeiing te voorkomen. Zon- Een voedselbos bestaat uit verschillende lagen. De bomen, struiken en kruidachtige moeten zo verspreid zijn dat ze optimaal gebruik kunnen maken van het licht. Bomen kunnen dichte of open kronen hebben. Ook hebben sommige soorten veel licht nodig om vruchten te produceren. Het is belangrijk dat ook lagere planten voldoende licht ter beschikking hebben. Snoei of verwijder daarom bomen of struiken die licht ontnemen van andere planten. Door het beplanten van open plekken en open ruimtes aan de zuidzijde in het voedselbos wordt er ook zoveel mogelijk zonlicht benut en dus energie opgevangen. Open stukken zouden ook beplant kunnen worden met eenjarige of meerjarige groenten of kruiden. Vang energie op (wind, water, zon) en leg deze indien mogelijk vast. Enkele voorbeelden van het optimaal benutten van energiebronnen zoals wind, water en zon zijn: Wind- Vaak wordt er windbescherming aan de noord-, oost- en westkant van het voedselbos geplant (bijvoorbeeld bomen of stuikenhaag). Dit is aan de kant waar de wind het sterkst en koudst is en daar dan ook de meeste schade kan veroorzaken. Hier kan gekozen worden voor groenblijvende planten (bijvoorbeeld de olijfwilg) omdat ze ook in de winter dichtbegroeid blijven. Daarnaast kunnen ook planten gekozen worden die voor extra nutriënten zorgen, zoals elzen waarvan de bladeren stikstofrijk zijn. De wind zal de stikstofrijke bladeren over het terrein verspreiden. n lt t (bi Water- Water kan in sommige periodes in overvloed aanwezig zijn, maar zeker in de zomers kan er een tekort ontstaan. Bij droogtegevoelige bodems is het aan te bevelen een mulch van gras, blad, snoeiafval (van stikstofbinders) en of soortgelijk organisch materiaal rond de boom te leggen. Hierdoor kan het water minder makkelijk verdampen en drogen ondiepe wortels niet uit. Door het aanbrengen en ov k 12 Grote organismen in de bodem zijn regenwormen en schimmels die bijdragen aan het verteren van organisch materiaal en het vrij maken van voedingsstoffen. De bodem en planten kunnen gevoed worden door stikstofbindende soorten te planten, zoals de els, duindoorn of olijfwilg. Planten met penwortels (bijvoorbeeld de smeerwortel) fungeren soms als ‘nutriëntenpomp’. Zij binden mineralen uit diepere bodemlagen. Je kunt 1 tot 3 keer per jaar bladeren en stengels van stikstofbinders of nutriëntenpompen oogsten en op de bodem leggen. Zo zijn veel nuttige nutriënten beschikbaar voor de planten. Een nutriënt of voedingstof is een element die bijdraagt aan de natuurlijke ontwikkeling van een plant. Denk bijvoorbeeld aan koolstof, water, calcium enzovoorts. Veel planten kun je terugsnoeien of laten afsterven in de winter. Het knipsel kun je laten liggen als mulch. Dit Zorg voor de bodem In een voedselbos moet de bodem zoveel mogelijk met rust gelaten worden. Hierdoor voorkom je verstoring van de bodemdichtheid en bodemleven. Het bodemleven maakt de bodem luchtiger en hierdoor is er ook een betere waterhuishouding. Zorg dus voor vaste paden om de bodem niet teveel te belasten.
13 Online Touch Home