2.3 Het beheer en de stadia van een voedselbos-park Een voedselbos kent verschillende stadia van successie. De verschillende stadia hebben ook verschillend beheer nodig om zo gezond en functioneel mogelijk te blijven. Onderstaande tekst deelt deze stadia in drie tijdsperiodes in, namelijk van jaar 0-5, van jaar 6-10 en vanaf jaar 10. 1. Aanloopbeheer (jaar 0-5) In deze tijdsperiode van de ontwikkeling in het voedselbos-park zijn onderhoudsmaatregelen gericht op het verzorgen van jonge planten. De eerste paar jaar is de jonge aanplant extra kwetsbaar voor droogte, vraat van bijvoorbeeld reeën en konijnen en overwoekering van onkruiden. Eenjarige gewassen zijn kwetsbaar voor slakken. In deze periode is nog relatief weinig oogst (afhankelijk van de gekozen gewassen). Onderstaande onderhoudsmaatregelen zijn daarom in deze periode van belang. Gevaarlijke onkruiden, zoals de reuzenberenklauw en agressieve onkruiden, zoals de Japanse duizendknoop, bosbraam en grote brandnetel dienen in de beginfase goed te worden verwijderd door ze met wortel en al uit te spitten. Wanneer deze soorten eenmaal gevestigd zijn in een verder ontwikkeld voedselbos, zijn ze moeilijker weg te krijgen. Water geven indien nodig. Jaarlijks mulchen, met bijvoorbeeld houtsnippers rondom de jonge boompjes. Bramen en rozen verwijderen, tenzij ze daar gewenst zijn. Haagwinde, kleefkruid, brandnetel en andere overwoekerende soorten verwijderen. Paden onderhouden. Wildbescherming aanbrengen bij kwetsbare planten. Leiden en snoeien van klimplanten, struiken en bomen (erop gericht dat de productie goed wordt). Planten, inzaaien en vervangen van planten die dood zijn gegaan. Dit kunnen één- en tweejarige planten zijn, dus ook groenten en kruiden. Deze kunnen ook al geoogst worden. Andere uit te voeren taken zijn (zie jaaroverzicht onderhoudsplanning voor de geschikte tijdsperiode hoofdstuk 3.2): Onderhoud sociaal netwerk Het aanplanten van het voedselbos biedt een mooie kans om mensen uit de buurt en andere geïnteresseerden uit te nodigen voor de opening van het project. De mensen zelf een boom laten planten geeft een positieve verbinding met het voedselbos. Mensen uit de omgeving kunnen zo met elkaar in contact komen en elkaar samen leren kennen. 2. Vervolgbeheer (jaar 6-10) In deze fase van de ontwikkeling van het voedselbos is de aanplant van het voedselbos aangeslagen en is minder onderhoud nodig. Voor voedselbossen geldt: hoe ouder de aanplant, hoe hoger de productie. De bessenproductie komt als eerste op gang, gevolgd door fruitsoorten als appel, peer, kers enzovoorts en tot slot de noten. Onderstaande onderhoudsmaatregelen zijn in deze periode van belang: Bramen, rozen en brandnetels onder controle houden. Op exoten controleren en wanneer nodig onder controle houden. Leiden en snoeien klimplanten, struiken en bomen (alleen in hoofdlijnen, zodat de planten gezond blijven). Oogsten. Paden onderhouden. Wildbescherming onderhouden of verwijderen. Aanvullend vervolgbeheer, vanaf jaar 5 Indien een hogere productie gewenst is, kan er meer onderhoud gepleegd worden, zoals: Overige ongewenste soorten kleinhouden of verwijderen. Planten, inzaaien, verplanten van kruidachtige planten. Als de bodem bewerkt wordt kunnen ook groenten en kruiden gekweekt en geoogst worden. 16
17 Online Touch Home