en anderen je tot gevangenen gemaakt" (Koran 33:26). En Mohammed leverde opnieuw openbaringen die de overwinning alleen toeschreven aan Allah (Koran 33: 9-11). Ondertussen kwam Mohammeds koele houding en vertrouwen in Allah goed van pas, toen de zaken er het minst gunstig voorstonden voor de Moslims. Allah gaf hem een openbaring en vertelde de Moslims hem te imiteren: "Je hebt inderdaad in de Boodschapper van Allah een prachtig (gedrags)patroon voor iedereen gezien, wiens hoop is op Allah en de Laatste Dag, en hij is veel bezig Allah te loven" (Koran 33:21). Meer passend bij zijn verheven status, ontving Mohammed ook een openbaring, waarin Allah de Moslims aanspoort om niet zo vertrouwelijk om te gaan met hun profeet of zijn vrouwen: O u die gelooft! Betreed de woningen van de Profeet niet voor een maaltijd zonder op de juiste tijd te wachten, als u niet eerst toestemming krijgt. Maar als u wordt uitgenodigd, ga dan naar binnen. En als u gegeten hebt, vertrekt dan, en blijft niet hangen voor een gesprek. Zie! Dat zou de Profeet ergeren, en hij zou je (zelfs) schuwen (in verlegenheid brengen). Maar Allah aarzelt niet om de waarheid te zeggen. En als u iets van hen (de vrouwen van de profeet) vraagt, vraag het dan van achter een gordijn. Dat is zuiverder voor je hart en voor hun hart. En het is niet aan jou om de boodschapper van Allah te irriteren, noch dat je ooit met zijn vrouwen na hem zou trouwen. Zie! Dat zou in Allah’s ogen een grote (overtreding) zijn. (Koran 33:53) Excuses zoeken voor een bloedbad (en genocide) Het bloedbad van de Banu Qurayzah is begrijpelijkerwijs een bron van schaamte voor Moslims. Verschillende Moslim apologeten hebben geprobeerd het incident helemaal te ontkennen of het aantal slachtoffers te minimaliseren. Een Islamitische geleerde, W.N. Arafat, publiceerde in 1976 een lang artikel, waarin hij beweerde dat het bloedbad nooit heeft plaatsgevonden, voornamelijk om de anachronistische reden dat het de Islamitische wet zou hebben geschonden.26 Dit is nogal een vreemd argument, aangezien Mohammed zijn principes gemakkelijk opzij zette bij andere gelegenheden. Zo is er bijvoorbeeld het incident waarbij de Moslims de Quraish aanvielen en doodden tijdens de heilige maand, en een incident waarbij Mohammed sterke (fysieke) aantrekkingskracht voelde voor tot Zaynab bint Jahsh en dit hem in de war bracht. Anderen wijzen op het verraad van de Banu Qurayzah als rechtvaardigingsgrond voor de misdaden van Sa'd's en Mohammeds goedkeuring ervan. Met betrekking tot het oordeel van Sa’d zegt Yahiya Emerick in zijn biografie van Mohammed dat "Mohammed niet tussenbeide kwam, omdat hij vrijwillig zijn recht opgegeven om het oordeel te kunnen wijzigen.” Hij herhaalt niet de woorden van Mohammed, waarmee het oordeel van Sa'd bevestigd wordt als het oordeel van Allah.27 Karen Armstrong voert als argument aan dat "het niet juist is om het incident te beoordelen aan de hand van (een-en-)twintigste-eeuwse normen" en dat "in het begin van de zevende eeuw niet van een Arabische chef verwacht werd, dat hij verraders als de Qurayzah genade zou tonen.”28 Dat is misschien waar, maar Armstrong mist het grotere plaatje, zoals het geval is bij alle incidenten in Mohammeds leven. Want Moslims over de gehele wereld zien in Mohammed nog steeds "een uitstekend voorbeeld van gedrag" (Koran 33:21). In juli 2006, toen de Israëlische 103
104 Online Touch Home