116

De dag na de verovering van Mekka, doodde een van de Moslims een heiden. Mohammed hield daarop deze toespraak, waarin hij de heiligheid van Mekka benadrukte en hij verbood het doden binnen de grenzen van Mekka: God maakte Mekka heilig op de dag dat Hij hemel en aarde schiep, en het is het grootste heiligdom tot aan de opstandingsdag. Het is niet geoorloofd dat iemand die in God gelooft, en in de Laatste dag gelooft, in deze stad bloed vergiet, of bomen daarin kapt. … Als iemand zegt ‘de apostel heeft mensen gedood in Mekka,’ zeg dan dat God Zijn apostel heeft toegestaan het te doen, maar Hij staat jullie dat niet toe. … Als iemand wordt gedood na mijn verblijf hier, heeft zijn volk een keuze: ze kunnen het leven van de moordenaar eisen of bloedgeld eisen.16 De Slag om Hunayn en de verovering van Arabië Mohammed was de heerser van Mekka, maar er was nog een groot obstakel tussen hem en de verovering van heel Arabië. Malik ibn 'Awf, een lid van de Thaqif-stam van de stad Ta'if, ten zuiden van Mekka, begon een strijdmacht bijeen te brengen om de Moslims te bestrijden. Het volk van Ta'if had Mohammed afgewezen en behandelden hem slecht toen hij hen tien jaar eerder zijn profetische claim voorlegde. Zij waren historische rivalen van de Quraish en zagen de bekering van de Quraish tot de Islam met lede ogen aan en met minachting. Malik verzamelde een strijdmacht en ging erop uit de Moslims tegemoet. Mohammed ontmoette hen met een leger van 12.000 man en zei: "We zullen vandaag niet het slechtste af zijn, vanwege gebrek aan aantallen."17 De twee strijdkrachten ontmoetten elkaar bij een wadi – een droge rivierbedding – genaamd Hunayn, vlakbij Mekka. Malik en zijn mannen waren als eerste gearriveerd en namen posities in. Dit gaf hen een enorm tactisch voordeel. Ondanks hun grotere aantallen werden de Moslims op de vlucht geslagen. Toen ze vluchtten, riep Mohammed: "Waar ga jullie heen, mannen? Kom naar mij. Ik ben Gods apostel. Ik ben Mohammed, de zoon van 'Abdullah.”18 Sommige Moslims vergaarden moed, en geleidelijk begon het tij te keren – alhoewel een enorme verliezen aan levens werden geleden aan beide kanten. De Moslims hadden uiteindelijk de overhand en vernietigden de laatste grote legermacht die tussen de Profeet van Islam en de beheersing van Arabië in stond. Na de strijd ontving Mohammed nog een openbaring waarin hij uitlegde dat de Moslims hadden gewonnen vanwege bovennatuurlijke hulp: "Toen zond Allah Zijn gemoedsrust neer op Zijn boodschapper en de gelovigen, en zond gastheren, die jullie niet konden zien, en strafte degenen die niet geloofden." (9:26) Nu Malik was verslagen, veroverden de Moslims korte tijd daarna Ta'if met weinig weerstand. Op weg naar de stad stopte Mohammed onder een boom en toen hij een woning vond dat naar zijn smaak was, stuurde hij de eigenaar een bericht: “Kom naar buiten of we zullen je muur vernietigen.”19 Maar de eigenaar weigerde voor Mohammed te verschijnen, dus vernietigden de Moslims inderdaad zijn woning en zijn eigendom.20 Toen Mohammed echter de stamleden van de Ta'if voor Islam probeerde te winnen, was hij mild en toegevend voor hen. In zijn verdeling van de buit gaf hij ook de voorkeur aan enkele van de recente bekeerlingen onder de Quraish, in de hoop hun trouw aan de Islam te versterken. Zijn vriendjespolitiek leidde echter 116

117 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication