117

tot gemopper. Een Moslim benaderde hem moedig: “Mohammed, ik heb gezien wat je vandaag hebt gedaan, … ik denk niet dat je rechtvaardig bent geweest.' De Profeet van Islam reageerde ongelovig: "Als er geen gerechtigheid bij mij te vinden is, waar vind je die dan?"21 Inderdaad, Moslims hebben eeuwen daarna alleen nog maar rechtvaardigheid in Mohammed gezocht, en alleen in hem. Zijn woorden en daden zijn voor Moslims het grootste ‘voorbeeld van gedrag’ en vormen de enige absolute norm binnen de Islam: alles wat bevolen is door Mohammed, en alles wat hij gedaan heeft is goed, behalve incidentele uitzonderingen, zoals de voorval met de Duivelsverzen. Uitnodigingen tot Islam De Profeet van Islam kreeg nu weinig tegenstand en werd de heerser van heel Arabië. Hij richtte zijn blik op een nog grotere steengroeve en kreeg een oog op de aangrenzende Byzantijnse en Perzische gebieden. Eerder had hij een reeks brieven geschreven aan de heersers van de grote naties rond Arabië, waarin hij hen opriep tot zijn nieuwe geloof. Aan Heraclius, de Oost-Romeinse keizer in Constantinopel, schreef hij: Nu dan, ik nodig je uit voor Islam (d.w.z. overgave aan Allah), omarm Islam en je zult veilig zijn; omarm Islam en Allah zal je een dubbele beloning geven. Maar als je deze uitnodiging afwijst van deze uitnodiging tot afwijst, bent u verantwoordelijk voor het misleiden van de boeren (d.w.z. uw natie).22 Vervolgens citeerde de brief de Koran: "Zeg: 'O Mensen van het Boek (d.w.z. Christenen)! Kom tot overeenstemming tussen ons en u: dat we niemand anders dan Allah zullen aanbidden, en dat we geen partner aan Hem zullen toeschrijven, en dat niemand van ons anderen voor heren zullen nemen naast Allah.'" (3:64) Heraclius accepteerde Islam niet, en al snel wisten de Byzantijnen heel goed dat de krijgers van de jihad inderdaad geen veiligheid verleenden aan degenen die zo'n keuze hadden gemaakt. Misschien had Heraclius hier enig idee van; volgens een hadith wendde hij zich na het voorlezen van de brief tot de tolk en merkte op: "Als wat u zegt waar is, dan zal hij (de Profeet) de plaats onder mijn voeten overnemen."23 Volgens sommige tradities die door Ibn Sa'd en anderen zijn doorgegeven wilde Heraclius Islam wel aanvaarden, maar zijn edelen “liepen weg als wilde ezels, snuivend en met hun kruisen omhoog geheven.” Om vrede met hen te houden, liet Heraclius dit idee varen.24 Mohammed kreeg ook geen bevredigend antwoord van Chosroes, heerser van de Perzen. Na het lezen van de brief van de Profeet scheurde Chosroes deze minachtend in stukken. Toen het nieuws hierover Mohammed bereikte, riep hij hardop tot Allah, en bad dat de Perzische keizer en zijn volgelingen aan stukken gescheurd zouden worden.25 “Als Khosrau [Chosroes] omkomt, zal er geen Khosrau (meer) na hem zijn, en wanneer Caesar omkomt, zal er geen Caesar meer zijn na hem. Door Hem in Wiens handen Mohammeds leven is, zult u de schatten van beiden uitgeven en besteden in de zaak van Allah."26 De Profeet van Islam heeft deze expansionistische verplichting gecodificeerd in de Islamitische wet en daarmee was het een van de noodzakelijke taken van zijn nieuwe gemeenschap. Hij ontving een openbaring van Allah die de Moslims opdroeg om tegen Joden en Christenen te vechten, totdat ze de Islamitische hegemonie accepteerden, gesymboliseerd door 117

118 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication