13

Mohammed bin Maslama: Een vroege Moslim die verschillende moordaanslagen pleegde op bevel van Mohammed Nadir: Een Joodse stam in Medina. Mohammed belegerde en verbande hen. Nakhla: Een Arabische stad, van waaruit de Moslims hun eerste militaire overvallen pleegden tegen de Quraish Qaynuqa: Een Joodse stam in Medina. Mohammed belegerde en verbande hen. Quraish: De heidense Arabieren van Mekka. Mohammed behoorde bij deze stam, maar zij verwierpen zijn profetische boodschap Qurayzah: Een Joodse stam van Medina. Mohammed hield toezicht op hun massaslachting nadat zij een bestand verbraken met de Moslims Sa’d bin Mu’adh: De Moslimkrijger die zijn eigen vonnis uitsprak, met Mohammeds toestemming, tegen de Quraish stam Safiyya bint Huyayy: Vrouw van Kinana ibn Rabi. Mohammed nam haar tot zijn eigen vrouw nadat hij haar man Kinana vermoordde Tabuk: Een noord-westerse Arabische stad, van waaruit Mohammed een expeditie leidde tegen de Byzantijnen Ta’if: Een stad ten zuiden van Mekka, waarvan de inwoners aanvankelijk Mohammed afwezen, maar later veroverd werd door de Moslims Uhud: Een berg nabij Mekka, waar de Quraish de Moslims versloegen bij de Slag om Badr Umar: Een van Mohammeds eerste metgezellen en opvolger van Abu Bakr als leider van de Moslims (Kalief) Waraqa: Khadija’s oom en een Christelijke priester. Hij wordt verondersteld om Mohammeds profetische status te hebben bevestigd Zayd bin Haritha: Mohammeds geadopteerde zoon, en eerste echtgenoot van Zaynab bint Jahsh Zaynab bint Jahsh: Mohammeds schoondochter, vrouw van zijn geadopteerde zoon, die hij vervolgens trouwde, toen hij een openbaring meedeelde, dat Allah zei dat hij met haar moest trouwen. 13

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication