Mohammed bin Maslama: Een vroege Moslim die verschillende moordaanslagen pleegde op bevel van Mohammed Nadir: Een Joodse stam in Medina. Mohammed belegerde en verbande hen. Nakhla: Een Arabische stad, van waaruit de Moslims hun eerste militaire overvallen pleegden tegen de Quraish Qaynuqa: Een Joodse stam in Medina. Mohammed belegerde en verbande hen. Quraish: De heidense Arabieren van Mekka. Mohammed behoorde bij deze stam, maar zij verwierpen zijn profetische boodschap Qurayzah: Een Joodse stam van Medina. Mohammed hield toezicht op hun massaslachting nadat zij een bestand verbraken met de Moslims Sa’d bin Mu’adh: De Moslimkrijger die zijn eigen vonnis uitsprak, met Mohammeds toestemming, tegen de Quraish stam Safiyya bint Huyayy: Vrouw van Kinana ibn Rabi. Mohammed nam haar tot zijn eigen vrouw nadat hij haar man Kinana vermoordde Tabuk: Een noord-westerse Arabische stad, van waaruit Mohammed een expeditie leidde tegen de Byzantijnen Ta’if: Een stad ten zuiden van Mekka, waarvan de inwoners aanvankelijk Mohammed afwezen, maar later veroverd werd door de Moslims Uhud: Een berg nabij Mekka, waar de Quraish de Moslims versloegen bij de Slag om Badr Umar: Een van Mohammeds eerste metgezellen en opvolger van Abu Bakr als leider van de Moslims (Kalief) Waraqa: Khadija’s oom en een Christelijke priester. Hij wordt verondersteld om Mohammeds profetische status te hebben bevestigd Zayd bin Haritha: Mohammeds geadopteerde zoon, en eerste echtgenoot van Zaynab bint Jahsh Zaynab bint Jahsh: Mohammeds schoondochter, vrouw van zijn geadopteerde zoon, die hij vervolgens trouwde, toen hij een openbaring meedeelde, dat Allah zei dat hij met haar moest trouwen. 13
14 Online Touch Home