Een meer vriendelijke en zachtaardige Mohammed Wat moeten we denken van de Mohammed die we in het begin van dit boek zagen – degene wiens "hart vervuld was van intense liefde voor de hele mensheid, ongeacht kaste, geloof of huidskleur"?25 Degene die "de gelegenheid had om degenen die hem aanvielen te vergelden, maar zich daarvan onthouden heeft”?26 Dr. Mohammad Ahmadullah Siddiqi, een professor journalistiek en public relations aan de Universiteit van Western Illinois, was de oprichter van de Islamitische Studentenbeweging van India (Students Islamic Movement of SIMI), die betrokken was bij de bomaanslagen in Mumbai in juli 2006. Hij verwerpt nu het geweld van de groep en zegt dat hij hen eraan herinnerde dat "een van de meest opvallende dingen over de Profeet Mohammed, zoals beschreven is door de Koran, was dat hij sprak over barmhartigheid voor de mensheid. Hoe kunnen de volgelingen van dit geloof een vuist laten zien en (alleen maar) denken aan geweld en dergelijke dingen?"27 Deze Mohammed is niet helemaal fictief. Een van zijn metgezellen beschreef hem als "noch ruw noch hardvochtig. Hij is noch luidruchtig op de markten, noch vergeldt hij kwaad met kwaad, maar hij vergeeft en geeft gratie."28 Een ander zei dat Mohammed, hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt, "meer verlegen was dan een meisje in haar afzondering."29 Hij "was geen lasteraar of een vloeker, noch was hij obsceen."30 Een van Mohammeds dienaren herinnerde zich dat zijn meester hem nooit uitschold of berispte: "Dus diende ik de Profeet thuis en op reis. Bij Allah, hij heeft nooit opmerkingen gemaakt over iets wat ik deed: waarom heb je dit zo gedaan. En nooit opmerkingen gemaakt voor iets wat ik niet heb gedaan: waarom heb je dit niet zo gedaan?"31 Deze elementen van Mohammeds persoonlijkheid kunnen niet worden ontkend. Immers, hij moet veel charme en persoonlijke aantrekkingskracht hebben gehad om een dergelijke felle loyaliteit onder zijn volgelingen te verkrijgen (hoewel het toen en nu niet kan worden ontkend, dat de doodstraf voor het verlaten van de groep een krachtige aansporing was om in de groep te blijven). Deze charme was over het algemeen alleen voorbehouden aan gelovigen. Vooral in de periode in Medina, en daarna, verhardde zijn houding verhardde ten opzichte van Joden en Christenen. Mohammed maakte een scherpe onderscheid tussen gelovigen en ongelovigen, en dit werd in zijn Koran benadrukt: "Mohammed is de boodschapper van Allah. En degenen die aan zijn kant staan, zijn hard tegen de ongelovigen, maar genadig onder elkaar" (48:29). Apologeten roepen vaak een traditie aan, waarin Mohammed respect toonde voor het overlijden van een Jood. Terwijl de begrafenisstoet voorbijging, stond de Profeet van Islam op. Toen zijn volgelingen hem vertelden dat de dode man een Jood was, antwoordde Mohammed: "Was hij geen mens en had hij geen ziel?"32 Dit is een mooi gebaar en het geeft een goed gevoel, maar het wordt niet algemeen ondersteund in de Islamitische traditie. Er wordt er niet bij vermeld waar of wanneer dit gebeurde, maar het zal waarschijnlijk dateren uit de vroege periode van Mohammeds profetische carrière, toen hij de Joden min of meer probeerde te dwingen om zijn aanspraak op profeetschap te aanvaarden. Een soortgelijke traditie in de Hadith benadrukt de overtuiging die Mohammed had, dat degenen die hem afwezen in het hiernamaals in de hel zouden branden. Een Moslim vertelt dat "dat de lijkbaar van een Jood voor de Boodschapper van Allah (vzmh) voorbij ging en (de leden van zijn familie) over hem jammerden. Hierop zei hij: Jullie jammeren, en hij wordt gestraft."33 Islamitische apologeten halen graag voorbeelden aan waarin de Profeet van Islam vriendelijk of zachtaardig is, maar zij vermelden vaak helemaal niet zijn aansporingen om oorlog te voeren tegen ongelovigen, totdat ze zich bekeren, of onderworpen zijn. Zij vertellen weinig over zijn 139
140 Online Touch Home