won geen enkel politiek debat. [In plaats daarvan] won hij de oorlog tegen de ongelovigen."45 Een jihadistische website legde in 2003 uit, dat het Israëlisch-Palestijnse conflict meer was dan alleen een nationalistisch conflict over land. Hij verklaarde: "Maar al deze mensen beseffen niet dat onze strijd met de Joden al lang teruggaat [in de geschiedenis], en al sinds de eerste Islamitische staat werd opgericht in Madeenah met Mohammed (vzmh) de Boodschapper, die als de leider naar de hele mensheid was gestuurd. Allah heeft ons in de Koran de realiteit van de boosaardigheid en haat meegedeeld, die de Joden hebben voor de Oemmah van Islam [wereldwijde Moslimgemeenschap] en Tawheed [eenheid van God], zoals hij zegt: 'Je zult zeker merken dat de mensen met de grootste vijandigheid naar de gelovigen (Moslims) toe, de Joden en de polytheïsten zijn.'" (Surah Al-Maa'idah: 82) [Koran 5:82].46 In oktober 2004 schreef een jihadistische Sjeik Al-Aamer het volgende in een online Al-Qaida tijdschrift (Sawt al-Jihad): "Voer de Jihad uit tegen je vijanden met je [eigen twee] handen, offer je zielen en je eigendommen op in de strijd tegen je vijand, als een imitatie van [de daden van] je Profeet [Mohammed] in de maand Ramadan [en om] je vijanden woedend te maken."47 De invloedrijke Amerikaanse bekeerling tot de Islam Hamza Yusuf deed in in November 2004 een beroep op het Verdrag van Hudaybiyya in een poging om Moslims aan te sporen om strategisch hun doelen na te streven. “Er zijn tijden dat je net [zo onschuldig] als een schaap moet leven,” legde hij uit, “om in de toekomst als een leeuw te leven.”48 In een artikel in dagelijkse Arabische krant Arab News van januari 2005 herinnerde columnist Adil Salahi zijn lezers eraan dat Mohammed nooit oorlog heeft gevoerd tegen een volk, zonder dat hij hen eerst uitnodigde tot Islam en hij hen eerst uitnodigde om zich tot Islam te bekeren: “Tijdens het leven van de Profeet (vrede zij met hem) moest de Moslimgemeenschap tegen veel mensen vechten in diverse veldslagen, omdat er meerdere bronnen van gevaar waren en er ook veel tegenstanders waren die de opkomende stem van de Islamitische boodschap graag wilden onderdrukken. De Profeet zorgde ervoor dat de Moslims in geen van deze gevechten de wettelijke limieten van de Islam te buiten gingen [van wat rechtmatig was in Islam]… [Hij] zou geen aanval beginnen zonder eerst de vijand te waarschuwen en hen op te roepen om Islam te accepteren en in vrede met de Moslimstaat te leven."49 (Saillant detail: in mei 2006 heeft president Mahmoud Ahmadinejad van Iran een brief aan de Amerikaanse president George W. Bush gestuurd, een brief die hij later uitlegde als een oproep om Islam aan te nemen: “De brief was een uitnodiging voor monotheïsme en gerechtigheid, en dit is iets wat alle goddelijke profeten gemeenschappelijk hebben. Als de oproep positief wordt beantwoord, zullen er geen problemen meer zijn die opgelost moeten worden."50) 143
144 Online Touch Home