27

De Koran De Koran bevat bepaalde details over bepaalde incidenten in het leven van de Profeet, maar het bevat geen doorlopende verhaallijn – en de incidenten die het wel noemt zijn vaak indirect en incompleet, alsof het publiek de uitkomst van het verhaal al weet. Volgens de traditionele Moslimvisie, heeft Allah elk woord in de Koran gedicteerd aan de Profeet Mohammed door de Engel Gabriël. De Koran is volgende de Islamitische traditie een perfecte kopie van een eeuwig boek – de umm al-kitab, of Moeder van alle boeken – die voor altijd heeft bestaan bij Allah. Het is stukje bij beetje overhandigd tijdens zijn 23-jarige profetische carrière. Allah zelf is de enige spreker door praktisch de hele Koran heen. (Nu en dan schijnt Mohammed een beetje onthuld te hebben met betrekking tot dit punt: soera 48:27 bijvoorbeeld, bevat de woorden “als Allah het wil” – wat een vreemde spreekwijze is voor Allah om zelf te gebruiken.) Maar meestal spreekt hij rechtstreeks tot Mohammed, en geeft hij instructies over wat voor wetten in te voeren: “Ze vragen je met betrekking tot de gang van zaken bij de vrouw. Zeg: Zij zijn een pijn en verontreiniging: dus blijf weg van vrouwen in hun periode, en benader hen niet totdat zij gereinigd zijn. Maar wanneer zij zich gereinigd hebben, mag je ze op elke manier benaderen, op elke tijd of op elke plaats die voor je door Allah bevolen is. Want Allah houdt van degenen die constant tot Hem keren, en Hij houdt van hen die zichzelf puur en rein houden” (2:222). Maar vaak is het onderwerp ter sprake niet zo rechttoe rechtaan: het lezen van de Koran is op vele plaatsen net alsof je een kamer binnenwandelt waar twee gesprekken tegelijk plaatsvinden, met mensen die je maar nauwelijks kent. Wanneer Islamitische apologeten zeggen dat terroristen jihadteksten in de Koran “buiten de context” citeren, negeren zij het feit dat de Koran zelf weinig context biedt. Het verwijst frequent naar mensen en gebeurtenissen, zonder de moeite te nemen om te verklaren wat er precies gaande is. De eerste vijf verzen van de zesen-zestigste Soera in de Koran bijvoorbeeld – en ik vraag om enige inschikkelijkheid als we ingaan op de exegese van de Koran, die wat verwarrend kan blijken – zeggen dit: O Profeet! Waarom verbied je wat Allah voor je wettig heeft gemaakt? Zoekt je het behagen van je vrouwen? En Allah is Vergevensgezind, Genadevol. Allah heeft het annuleren van uw eed voor je verplicht gesteld en Allah is uw Beschermer en Hij is Alwetend, Alwijs. Toen de profeet een woord aan een van zijn vrouwen toevertrouwde en zij het daarna ruchtbaar maakte (aan een andere), deelde Allah hem dit mede. Hij maakte een deel ervan bekend en verzweeg een ander deel. En toen hij het haar vertelde, zei zij: "Wie gaf u hiervan kennis?" Hij zei: "De Alwetende, de van alles op de hoogte is, heeft mij er bericht van gegeven." Als je beide (vrouwen) zich bekeren en tot Allah wenden en jullie je hart hiertoe neigen (dan is het wel) – Maar indien je samenspant tegen hem (de profeet), dan is Allah zeker zijn Beschermer, bovendien heeft hij zijn helpers die hem ondersteunen: Gabriël, de rechtvaardigen onder de gelovigen en de engelen. Indien hij zich van je scheidt, dan is het mogelijk dat zijn Heer hem betere vrouwen dan jou zal geven, die Moslim zijn en onderdanig, gelovig, gehoorzaam, berouwvol, vroom, gewend te vasten, weduwen of maagden (66:1-5). 27

28 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication