mysterieuze cruciale figuur van de vroege Islam, Salman de Perziër. Het Arabische woord dat hier vertaald is, is Ajami, wat Perzisch of Iraans betekent. In het Arabisch wordt hij Salman AlFarisi genoemd, wat gewoon de Perziër betekent. De herhaalde nadruk die de Koran geeft op het feit dat het in het Arabisch geschreven is, zou op een angstvallige bezorgdheid kunnen wijzen dat elke verdenking van een vreemde (of Perzische) invloed geweerd is. En dan is er een individu zonder naam, die volgens de Hadith, “een Christen was, die Islam omarmde en Surat-al-Baqarah [Soera 2 van de Koran] las en Al-Imran [Soera 3], en hij had de gewoonte om de openbaringen van de Profeet op te schrijven.” Met andere woorden, hij schreef Mohammeds recitaties van de Koran over in geschreven vorm. Uiteindelijk hielp dit hem uit de droom dat zij goddelijk geïnspireerd waren, want “later keerde hij opnieuw terug naar het Christendom, en was gewend om te zeggen: ‘Mohammed weet niets, behalve datgene wat ik voor hem opgeschreven heb.” De traditie beweert dat de zonde van deze man zo erg was, dat toen hij gestorven was, de aarde zelf zijn lichaam niet wilde accepteren, en nadat men verschillende pogingen had ondernomen om hem te begraven, waarbij de aarde zijn lichaam uitspuwde, gaven zij het uiteindelijk op.(5) Dat de profetische missie was bevestigd door een Christelijke bekeerling vanuit het Judaïsme, is nogal een bron van schaamte voor Moslims, en enkele Moslim bronnen ontkennen zelfs dat Waraqa een Christen was. Daarentegen zijn er hedendaagse geleerden die beweren dat Waraqa eigenlijk Mohammed in werkelijkheid afwees, en dat de tekst van Ibn Hishams versie van de Sira later gecorrumpeerd is. Zij wijzen erop dat dat er geen verslag is in de volumineuze hadith verzamelingen dat Waraqa zich echt tot Islam bekeerd zou hebben, noch details over zijn dood – een argument vanuit de oorverdovende stilte, om zeker te zijn, maar ook een vreemde eigenaardige nalatigheid. Immers, de volumineuze boeken bevatten een grote hoeveelheid materiaal met daarin beschrijvingen van Mohammeds activiteiten tot in de kleinste details, en gebeurtenissen van de vroegste Moslimgemeenschap, maar niets over de bekering en dood van Waraqa. De bekering van een Christelijke priester, de neef van Mohammed en zijn vrouw, zou toch een enorme gebeurtenis geweest moeten zijn. Niettemin is er geen twijfel dat de heersende stroming in Islam het feit accepteert dat Waraqa Mohammeds profetische status erkend zou hebben, en dat Waraqa zich tot Islam bekeerde, en dat de Bijbel – ten minste in de onveranderde originele staat (zoals Moslims zeggen) – de komst van Mohammed voorspeld zou hebben. En toch achtervolgt deze verdenking islam al eeuwen, namelijk dat Waraqa een aanzienlijk deel van de inhoud van de openbaringen aan Mohammed onderwezen heeft, van wat Mohammed representeerde als een goddelijke openbaring in de Koran. Door de eeuwen heen is er geen manier om de precieze relatie te bepalen tussen Mohammed en Waraqa, en er is geen mogelijkheid om te zeggen of de neef van zijn vrouw de bron van dit alles was. Wat echter wel onbetwistbaar is, mede doordat de Koran later is ontstaan, is het feit dat de Koran veel materiaal heeft overgenomen van Joodse en Christelijke bronnen. Ook is duidelijk dat sommige van de “fabelen der Ouden” die hun weg gevonden hebben in de Koran, niet van de canonieke Evangeliën afkomstig zijn, maar van beslist heterodoxe en afwijkende bronnen (die Christenen als ketters zagen) – en dergelijke verhalen zou Mohammed waarschijnlijk veelvuldig tegenkomen in Arabië, waar ketterse Christenen de overhand hadden. De Jezus van de Koran, alhoewel niet goddelijk, is eveneens een krachtige wonderdoener. Hij spreekt zelfs bij zijn geboorte in zijn wieg: “Hij zal tot mensen in zijn wieg spreken, en bij de aanvang van zijn mannelijkheid, en hij zal een rechtvaardig leven leiden” (3:46). Maria, die dit wist, verwijst degenen die aan haar kuisheid twijfelden direct door naar Jezus, terwijl ze de baby 49
50 Online Touch Home