Hoofdstuk 7 “Oorlog is bedrog” Het Slag bij Badr: Islam’s eerste Jihad overwinning De theologische verklaring van de Slag om Badr Controverses over oorlogsbuit Mohammeds oorlogvoering tegen de Joodse stammen Mohammed beveelt de executie van zijn tegenstanders De Quraish slaan terug: de Slag bij Uhud De Slag bij Badr TOEN DE RELATIE TUSSEN DE MOSIMS EN DE JODEN GESTAAG VERSLECHTERDE, kwam er een moment waarop de relaties met de Quraish definitief verbroken werden. De aanhoudende aanvallen van de Moslims op Quraish-karavanen, bespoedigden het moment waarop de eerste grote strijd aanbrak met de Moslims. Mohammed hoorde dat een grote Quraish-karavaan, beladen met geld en goederen, uit Syrië kwam. “Dit is de karavaan van de Qoeraish die grote rijkdom bezit,” vertelde hij zijn volgelingen. "Het is waarschijnlijk dat Allah dit alles aan jullie als (oorlogs)buit zal willen geven."1 Ibn Ishaq vermeldt dat “het volk zijn oproep beantwoordde, sommigen gretig, anderen met tegenzin, omdat ze niet dachten dat de apostel tot oorlog zou overgaan.” Mohammed ontving een openbaring van Allah, waarin hij de Moslims uitschold die terughoudend waren om oorlog te voeren voor de Profeet van de Islam: "Degenen die geloven zeggen: 'Waarom wordt er geen soera (voor ons) neergezonden?' Maar als een soera met een eenvoudige of afdoende betekenis wordt onthuld, en daarin het vechten wordt genoemd, dan zult u diegenen, in wiens harten een ziekte is, vol bezwijming zien, en naar u zien kijken met een blik alsof zij de dood al naderen” (Koran 47:20). Allah zei tegen de volgelingen van Mohammed dat ze hevig moesten vechten en hun vijanden moesten onthoofden: “Daarom, wanneer u de ongelovigen (in de strijd) ontmoet, sla dan [met uw zwaard] op hun nek. Eindelijk, wanneer u hen grondig hebt onderworpen, bind hen dan stevig vast met een band. Als de oorlog opgehouden is, en haar lasten neerlegt, laat hen dan vrij 83
84 Online Touch Home