vloek die Mohammed had uitgesproken over de leiders van de Quraish: "De Profeet zei: 'O Allah! Vernietig de leiders van de Quraish, O Allah! Vernietig Abu Jahl bin Hisham, 'Utba bin Rabi'a, Shaiba bin Rabi'a, 'Uqba bin Abi Mu' ait, 'Umaiya bin Khalaf (of Ubai bin Kalaf).’”9 Al deze mannen werden gevangen genomen of gedood tijdens de slag bij Badr. Een Quraishleider die in deze vloek genoemd werd, 'Uqba, pleitte voor zijn leven: “Maar wie zal voor mijn kinderen zorgen, o Mohammed?” In de confrontatie had 'Uqba kameelmest, bloed en ingewanden op de profeet van de Islam geworpen, tot grote vreugde van de Quraish-opperhoofden, terwijl Mohammed zich in gebed neerknielde.10 Mohammed had een vloek over hen uitgesproken, en nu werd die vervuld. Wie zou er voor 'Uqba's kinderen zorgen? “De Hel,” verklaarde Mohammed, en hij beval dat 'Uqba gedood moest worden.11 Abu Jahl van de Quraish werd ook geëxecuteerd; hij werd onthoofd. De Moslim die trots zijn hoofd afsneed, droeg de trofee naar Mohammed: “Ik sneed zijn hoofd af en bracht het naar de apostel en zei: 'Dit is het hoofd van de vijand van God, Abu Jahl.'” Mohammed was opgetogen. “Bij God bij Wie er geen ander is, is het wel?” riep hij uit, en Mohammed dankte Allah voor de dood van zijn vijand.12 Volgens een ander verslag vermoordden twee jonge Moslims Abu Jahl terwijl hij "tussen de mensen wandelde." Een van de moordenaars legt uit waarom: "Ik ben geïnformeerd over de manier waarop Allah's Boodschapper misbruikt (beledigd) is. Bij Hem in Wiens Handen mijn ziel is, als ik hem zou zien, dan zal mijn lichaam zijn lichaam niet verlaten, voordat een van ons zijn noodlot heeft ontmoet." Nadat het verrichten van de daad, gingen zij naar de Profeet van de Islam, die vroeg: “Wie van jullie heeft hem vermoord?” Beide jongeren antwoordden: “Ik heb hem vermoord.” Mohammed bedacht een manier om de onenigheid op te lossen en vroeg hen: “Heb je je zwaarden schoongemaakt?” Ze antwoordden dat ze dat niet hadden gedaan, dus inspecteerde Mohammed hun wapens en kondigde aan: "Ongetwijfeld hebben jullie hem allebei gedood en de buit van de overledene zal aan Mu'adh bin 'Amr bin Al-Jamuh worden gegeven,", en die was een van de moordenaars.13 De lichamen van al degenen die in de vloek werden genoemd, werden in een put gegooid. Zoals een ooggetuige zich herinnerde: “Later zag ik ze allemaal omkomen tijdens de slag om Badr en hun lichamen werden in een put gegooid, behalve het lichaam van Umaiya of Ubai, omdat hij een dikke man was, en toen er aan hem werd getrokken, werden de delen van zijn lichaam werd gescheiden voordat hij in de put werd gegooid."14 Vervolgens beschimpte Mohammed de doden als "mensen van de put" en stelde hij hen een theologische vraag: "Hebben jullie ontdekt, wat God jullie beloofd heeft, of het waar is? Ik heb gezien dat wat mijn Heer mij beloofd heeft waar is.” Op de vraag waarom hij met dode lichamen sprak, antwoordde hij: “Je kunt wat ik zeg niet beter horen dan zij, maar zij kunnen mij niet antwoorden.”15 Allah vecht voor de Moslims De overwinning bij de Slag om Badr was een keerpunt voor de Moslims. Het werd het materiaal voor de legende, een hoeksteen van de nieuwe religie. Mohammed ontving zelfs een openbaring waarin werd aangekondigd dat legers van engelen zich bij de Moslims voegden om de Quraish te slaan - en dat soortgelijke hulp in de toekomst zou komen voor Moslims die trouw bleven aan Allah: "Allah heeft jullie geholpen bij Badr, toen jullie nog een verachtelijk kleine troepenmacht waren. Vrees dan Allah, en je mag Hem je dankbaarheid tonen. Denk eraan dat 85
86 Online Touch Home