86

je tegen de Trouwe zei: 'Is het niet genoeg voor jou, dat Allah je zou helpen met 3000 engelen die speciaal naar beneden gezonden zijn? Ja, als je standvastig blijft en goed handelt, zelfs als de vijand hier in een haastige spoed op je af komt stormen, zal je Heer je helpen met vijfduizend engelen die een geweldige slachtpartij zullen uitvoeren" (Koran 3: 123-125). Allah zei tegen Mohammed: “Bedenk dat je de hulp van uw Heer smeekte, en dat Hij je antwoordde: 'Ik zal je bijstaan met duizend engelen, gelederen op gelederen.' ... Denk eraan dat uw Heer de engelen inspireerde (met de boodschap): 'Ik ben met u, en geef de gelovigen standvastigheid. Ik zal terreur (angst) zaaien in de harten van de ongelovigen, en sla hen op hun nek en sla al hun vingertoppen er af.' Dit omdat ze tegen Allah en zijn boodschapper vochten: als iemand tegen Allah en zijn boodschapper strijdt, is Allah streng in het straffen" (Koran 8: 9, 12-13). Het laatste vers, met de aansporing aan de engelen om de vijanden van Allah en Mohammed te onthoofden, is de basis geworden van de belangrijkste rechtvaardiging voor de Islamitische praktijk - toen en nu - van het onthoofden van gegijzelden en krijgsgevangenen. Ibn Ishaq zegt dat Mohammed een andere openbaring ontving, die diverse ex-Moslims naar de hel stuurde, die aan de zijde van de Quraish hadden meegevochten: "Wanneer engelen de zielen nemen van degenen, die in zonde sterven tegen hun ziel, zeggen ze: 'In wat voor (benarde situatie) ben jij?' Ze antwoorden: 'Wij waren op aarde zwak en onderdrukt' Zeg dan: 'Was de aarde van Allah niet ruim genoeg om je van het kwaad af te bewegen?' Zulke mannen zullen hun verblijfplaats in de Hel vinden. Wat een kwade bestemming!" (Koran 4:99). Weer een andere openbaring van Allah benadrukte dat vroomheid, niet militaire macht, de overwinning op Badr bracht: "Er is al een teken voor jullie geweest in de twee legers die elkaar ontmoet hebben in de strijd: de èèn vocht voor de zaak van Allah, de ander weerstond (de zaak van) Allah; de eersten zagen met hun eigen ogen tweemaal hun aantal. Maar Allah steunt degenen die Hem behagen met Zijn hulp. Hierin is een waarschuwing voor wie ogen hebben om te zien" (Koran 3:13). Allah waarschuwde de Quraish om niet nog een aanval uit te voeren en vertelde hen dat ze opnieuw verslagen zouden worden, ongeacht hoe talrijker ze waren dan de Moslims. (8:19) Weer een andere passage in de Koran beweert dat de moslims slechts passieve instrumenten waren bij de Slag om Badr. Zelfs de steentjes die Mohammed naar de Quraish gooide, werden niet door hem geworpen, maar door Allah: "Het is niet jullie die ze neersloegen, maar het was Allah. Toen je (een handvol stof), naar hen gooide, was dit niet jouw daad, maar die van Allah: opdat Hij de gelovigen op de proef zou stellen door een genadige beproeving van Zichzelf, zodat Hij de Gelovigen zal testen met een genadige beproeving. Het is Allah die (alle dingen) hoort en weet" (8:17). En Allah zou zulke overwinningen aan vrome Moslims schenken, ook al werden ze werden ze nog meer in aantal overtroffen dan bij de Slag om Badr, en ook al hadden ze nog minder kans om te winnen: "O profeet! Ronsel de gelovigen voor de strijd. Als er twintig onder u zijn, geduldig en volhardend, zullen ze tweehonderd (man) overwinnen. Als het er honderd zijn, zullen ze duizend ongelovigen overwinnen: want dit (ongelovige volk) is een volk zonder begrip" (Koran 8:65). Dit werden een terugkerend thema in de Jihad-literatuur door de eeuwen heen, tot op de dag van vandaag: vroomheid zal leiden tot een militaire overwinning, en Allah zal engelen sturen om aan de kant van de gelovige Moslims te vechten, en ze zullen zelfs een overweldigende overwinning behalen. De overwinning in Badr blijft als een echo door de geschiedenis heen naklinken. Toen in mei 2004 een Amerikaanse gijzelaar Nicholas Berg werd onthoofd, riep de Iraakse jihadleider Abu Musab al-Zarqawi de grote strijd aan: "Wordt het niet tijd voor jullie 86

87 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication