wij sloten een verbond, maar zij vergaten dat deel waarin zij werden vermaand. Daarom hebben Wij vijandschap en haat aangewakkerd onder hen tot de Dag der Opstanding, wanneer Allah hen zal informeren over hun daden" (5:14). Mohammed riep zowel Joden als Christenen op tot Islam en presenteerde het als de correctie van het Jodendom en het Christendom van zijn tijd, en het herstel van de oorspronkelijke boodschappen van Mozes en Jezus: "O mensen van de Geschriften! Nu is onze boodschapper tot jullie gekomen, hij heeft jullie veel uitgelegd van wat jullie in de Geschriften verborgen hielden, en heeft jullie veel vergeven. Nu is het licht van Allah tot jullie gekomen en zijn de duidelijke Geschriften tot jullie gekomen. …" (5:15-16). Executies en bedrog Na de Slag bij Badr en de aanval op de Qaynuqa-Joden, richtte de Profeet van de Islam zijn woede op de Joodse dichter Ka'b bin Al-Ashraf, die volgens Ibn Ishaq "liefdesverzen van een beledigende aard over de Moslimvrouwen schreef"25 Verbolgen vroeg Mohammed zijn volgelingen: "Wie is bereid Ka'b bin Al-Ashraf te vermoorden, die Allah heeft gekwetst en Zijn apostel?"26 Hij vond een vrijwilliger, namelijk een jonge enthousiaste Moslim genaamd Muhammad bin Maslama: "Boodschapper van Allah, wil jij dat ik hem doodt?" De Profeet van de Islam antwoordde bevestigend en Mohammed bin Maslama deed een verzoek: “Sta mij dan toe een (vals) ding te zeggen (d.w.z om dichter Ka'b te bedriegen).” De Profeet van de Islam koos opnieuw het pad van opportunisme over morele absolute waarden, en zei: “Je mag het zeggen.” Vervolgens ging Mohammed bin Maslama naar Ka'b en begon te klagen over zijn meester. “Die man [d.w.z. Mohammed] eist Sadaqa [dat wil zeggen, zakat of aalmoezen] van ons, en hij heeft ons verontrust, en ik ben gekomen om iets van je te lenen.” Ka'b was niet verrast en riep uit: "Bij Allah, je zult moe worden van hem!"27 Muhammad bin Maslama speelde zijn rol tot het uiterste. “De komst van deze man [d.w.z. de Profeet] is een grote beproeving voor ons. Het heeft de vijandigheid van de Arabieren uitgelokt, en ze zijn allemaal tegen ons. De wegen zijn onbegaanbaar geworden, zodat onze families in nood verkeren en ontbering lijden, en wij en onze families zijn in grote nood."28 Mohammed bin Maslama bood Ka'b toen een afspraak aan, in een poging de dichter in te schakelen om hem te helpen Islam en de Profeet te verlaten: "Nu wij hem gevolgd zijn, willen wij hem niet verlaten, tenzij en totdat we zien hoe zijn einde zal zijn. Nu willen wij dat je van ons twee kameelladingen aan voedsel van ons leent.” Het zou niet de laatste keer in de geschiedenis zijn, dat een Moslim beweerde ontgoocheld te zijn over Mohammed en zijn religie. En ook niet de laatste keer dat iemand geïnteresseerd is in het sluiten van een deal met niet-Moslims. En het zou ook niet de laatste keer zijn dat niet-Moslims worden misleid, ten koste van hun leven. Ka'b stemde in met het plan van Mohammed bin Maslama, maar hij voegde voorwaarde toe: “Ja, (ik zal je lenen), maar je moet mij iets in onderpand geven. Geef je vrouwen aan mij als onderpand.” Muhammad bin Maslama geloofde het niet: "Hoe kunnen wij onze vrouwen aan u als onderpand geven, terwijl jij een van de knapste Arabieren bent?" Uiteindelijk sloten ze een overeenkomst onder gewijzigde voorwaarden, en Muhammad bin Maslama beloofde die avond terug te keren. Dat deed hij, samen met zijn pleegbroer Abu Na'ila en enkele anderen. Nu hij het 91
92 Online Touch Home