19

Allah beloonde hen die hij overwinning verleende bij Badr: Er was een grote roofbuit – zoveel dat in feite een onderwerp was waarover veel onenigheid was. Het zorgde zelfs voor zoveel verdeeldheid dat Allah zelf zich moest uitspreken over de situatie, dit deed hij in een hoofdstuk (Soera) van de Koran dat geheel gewijd is aan beschouwingen over de slag bij Badr: het achtste hoofdstuk getiteld Al-Anfal, “The roof van de oorlog” of “oorlogsbuit”. Allah waarschuwt de Moslims dat ze de buit moeten beschouwen als iets dat alleen Mohammed toekomt: “Zij vragen je over de oorlogsbuit, zeg: ‘De oorlogsbuit behoort aan Allah en de Boodschapper toe. Vrees dan Allah en sticht vrede onder elkaar. En gehoorzaam Allah en Zijn Boodschapper, als je echt gelovige bent’” (Koran 8:1). Uiteindelijk verdeelde Mohammed de roofbuit gelijk onder de Moslims, en hield een vijfde voor zichzelf: “En weet dat, wat jullie ook aan oorlogsbuit hebben verkregen, zie, één vijfde deel ervan is voor Allah en voor de Boodschapper en voor de verwanten (die nood hebben), en de wezen, en de armen en de reiziger, als jullie in Allah geloven en in wat Wij aan Onze dienaar hebben geopenbaard op de dag van het onderscheid, de dag dat de twee legers elkaar troffen” (Koran 8:41). Allah benadrukte dat het een beloning was voor gehoorzaamheid naar hem toe: “Eet dan van wat jullie aan oorlogsbuit hebben genomen, het is toegestaan en goed, en hou je plicht voor Allah. Zie, Allah is Vergevingsgezind, Barmhartig” (Koran 8:69). Van een kleine, verachte gemeenschap, waren de Moslims nu een macht geworden, waarmee de heidenen in Arabië rekening mee moesten houden – en zij begonnen terreur te zaaien in de harten van hun vijanden. Mohammeds claim om de laatste profeet te zijn van de Ene Ware God, scheen bevestigd te zijn door een overwinning tegen alle verwachtingen. Met deze overwinning werden bepaalde verwachtingen en verhoudingen in de hoofden van Moslims geplant, en die blijven in velen van hen zelfs tot vandaag de dag. Deze omvatten: ❖ Allah zal overwinning geven aan zijn mensen tegen de vijanden die superieur zijn in aantallen of in vuurkracht, zo lang als ze trouw blijven aan zijn bevelen. ❖ Overwinning zal Moslims recht geven om de bezittingen te stelen van de overwonnen vijand als oorlogsbuit ❖ Bloederige wraak op de vijanden komt niet alleen toe aan de Heer, maar ook aan degenen die zich aan hem onderwerpen op de aarde. Dit is ook de betekenis van het woord Islam: onderwerping. ❖ Gevangenen die in een gevechtshandeling tegen Moslims gevangen zijn genomen mogen gedood worden naar het goeddunken van Moslimleiders. ❖ Degenen die Islam afwijzen zijn “het laagste en meest verachtelijke van alle schepselen” (Koran 98:6) en daarom verdienen zij geen genade. ❖ Een ieder die Mohammed beledigd, of zelfs maar afwijst, of zelfs Moslims in het algemeen, verdienen een vernederende dood – door onthoofding indien mogelijk. (Dit is in overeenstemming met het bevel van Allah om de “rug te slaan” van de “ongelovigen” (Koran 47:4)). Boven alles, de slag bij Badr was het eerste praktische voorbeeld van wat bekend zou worden als de Islamitische doctrine van jihad – een doctrine die de sleutel is van het begrijpen van zowel de Kruistochten als de conflicten van vandaag de dag. 19

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication