zij met u vechten, vecht dan met hen, zo is de vergelding van de ongelovigen. Maar als zij ophouden, dan zie! Allah is vergevend, en genadig.” En wat is de conclusie van deze oorlog? “En vecht met hen, totdat er geen vervolging meer is, en de godsdienst alleen voor Allah is” (Koran 2:190-193). Dit lijkt aan te geven dat de oorlog moet voortduren, totdat de wereld Islam is – de “religie is voor Allah”- of onder de hegemonie van de Islamitische wet. Uiteindelijk is er een probleem met de interpretatie dat de jihad strijd alleen bedoeld is voor defensieve oorlogsvoering. De Zuid-Afrikaanse moefti Ebrahum Desai herhaalde een gebruikelijke onderwijzing in Islam, toen hij een vraag beantwoorde in “Islams Online Vragen- en Antwoordenuurtje” (Q & A Online). De vragensteller vroeg: “Ik heb een vraag over defensieve jihad. Betekent dit dat wij deze niet-Moslims alleen moeten aanvallen die niets tegen Islam doen, maar alleen omdat wij Islam moeten verspreiden? Desai antwoordde: “Je moet begrijpen dat wij als Moslims sterk geloven, dat iemand die niet in Allah gelooft, terwijl hij verplicht is dat te doen, een ongelovige is, en dat die voor eeuwig voor de hel verdoemd is. Dus een van de eerste verantwoordelijkheden van een Moslim heerser is om Islam te verspreiden over de wereld, en dus mensen te redden van eeuwige verdoemenis. Dus dit wordt bedoeld door een passage in de Tafsir Uthmani (een commentaar op de Koran) dat als een land de verspreiding van Islam niet op een geschikte wijze toestaat, of een hindernis creëert om dit te bereiken, dan is het een Moslimheerser toegestaan om jihad te voeren tegen dat land, zodat de boodschap van Islam de bevolking kan bereiken, en dus de inwoners kan redden van het vuur van Jahannum (hel). Als de ongelovigen (kufars) ons toestaan om Islam vredelievend te verspreiden, dan moeten we geen jihad tegen hen voeren.” Met andere woorden, als Moslims zien dat een land de verspreiding van Islam verhinderd, zijn ze verplicht om jihad tegen hen te voeren. Dit zou natuurlijk een defensief conflict kunnen zijn, omdat de hindernis er het eerste was. En hier is een ander voorbeeld van hoe betekenisloos het concept van vechten alleen voor zelfverdediging is geworden. Wat bepaalt of iets een voldoende aanleiding heeft? Of wat een provocatie is? Moet de verdedigende kant eerst wachten, totdat de vijand het eerst militair toeslaat? Deze vragen hebben geen duidelijke of definitieve antwoorden in de Islamitische wet, en dit maakt dat een ieder praktisch elke strijd of conflict kan bestempelen als defensief, zonder af te wijken van het strikte canon van de wet. Maar dit maakt ook de veelvuldig herhaalde claims betekenisloos, die beweren dat de jihad-strijd alleen defensief is ter verdediging. 27
28 Online Touch Home