reden van de opstand. De natuur van de omstandigheden zelf heeft voorzien in een psychologische drijfveer.26 Vandaag de dag klagen de jihadistische terroristen dat ‘het westen’ hen de eer en welvaart ontnemen, echter, als zij doorgaan met deze gewelddadige acties tegen onschuldige mensen – zoals ze deden op 11 September en bij vele andere aanslagen – zal deze aanklacht in toenemende mate onoprecht en onheus klinken. Het is zelfs mogelijk dat deze voortdurende gewelddadige acties uiteindelijk zal leiden tot en sterker en meer uitgesproken weerstand tegen Islamisering dan wij ooit hebben gezien. Politiek Correcte Mythe: Joden hadden het beter in Moslimlanden dan in het Christelijke Europa De woordvoerders van de Politiek Correcte beweging claimen dat zelfs als de dhimmi Joden en Christenen onderworpen werden aan een aanhoudende geïnstitutionaliseerde vorm van discriminatie en intimidatie, dan was het zeker niet zo als de manier waarop Joden werden behandeld in Christelijk Europa. Historicus Paul Johnson legt uit: “In theorie … was de status van de Joodse dhimmi onder Moslimheerschappij erger dan de situatie bij de Christenen, omdat hun recht om hun religie te praktiseren, en zelfs hun recht om te leven, arbitrair verwijderd zou kunnen worden te allen tijde. Echter, in de praktijk hadden de Arabische veroveraars – die de helft van de geciviliseerde wereld zo snel veroverden in de 7e en 8e eeuw – geen enkele wens om de geletterde en vlijtige Joodse gemeenschappen, die hen voorzagen van betrouwbare belastinginkomsten en hen op talloze wijzen bedienden.”27 Zeker in termen van wettelijke restricties waren de Moslimwetten veel hardvochtiger voor de Joden dan die van het Christendom. Paus Gregorius X herhaalde in 1272 wat Paus Gregorius I had bevestigd in 598: Joden “mochten geen nadeel lijden in de [privileges] die hen gegund zijn.” Gregorius de Tiende herhaalde ook eerder pauselijke decreten die geforceerde bekeringen verboden (zoals ook de Islamitische wet doet) en hij beval dat “geen Christen zal hen mogen ‘bestelen, gevangen nemen, verwonden, martelen, doden of enig geweld aandoen; bovendien zal dit zich aanmatigen, behalve door juridische ingreep van de autoriteiten van het land, om de goede gebruiken in het land te veranderen, waar zij leven, met als doen om hun geld en goederen te nemen van hen of van anderen.” Tot dusver is dit hetzelfde als de Islamitische “bescherming” van de onderdanen. Maar Gregorius voegt toe, “In toevoeging, niemand zal hen verstoren, op geen enkele manier, tijdens hun feesten, of het nu dag is of nacht, niet met stokken, stenen of wat dan ook.” Dit is duidelijk heel anders dan de verboden in de Sharia wetgeving, die dhimmi’s verbied om hun religieuze feesten in het openbaar te vieren. En met het oog op dat het getuigenis van een Jood niet was toegestaan tegen een Christen, verbood de paus ook Christenen om tegen de Joden te getuigen – terwijl Sharia dhimmi’s verbiedt om te getuigen tegen Moslims, maar het heeft geen probleem met het getuigen van Moslims tegen een dhimmi.28 26 Apostolos E. Vacolopolous, Background and causes of the Greek Revolution, Neo-Hellenika, vol. 2 1975, 54-55 27 Paul Johnson, A history of the Jews, New York, Harper & Row, 1987, 175 28 Gregory X, Papal Protection of the Jews, Portable Medieval Reader, New York: viking Press, 1949, 170-171 50
51 Online Touch Home