11

11 maar laat mijn dochter vrij in ruil voor dit losgeld, uit respect voor Zeus' zoon, de ver-treffer Apollo". Toen stemden alle andere Grieken daarmee in: de priester ter wille te zijn en het schitterende losgeld aan te nemen, maar niet beviel het de Atride Agamemnon, nee, kwaad stuurde hij hem weg en voegde er krachttermen aan toe: "Laat ik je, oudje, niet meer zien bij de holle schepen, hetzij je hier blijft hangen of later terugkomt, denk niet dat dan de scepter of wimpel van de godheid je helpt: haar zal ik zeker niet laten gaan; eerder zal de ouderdom haar deel zijn in onze woning in Argos, ver van haar vaderland, terwijl ze het weefgetouw bewerkt en mijn bed deelt; hoepel op jij, erger me niet, als je heelhuids wil wegkomen". Zo raasde die, en hij, de grijsaard, werd bang en volgde het bevel op, zwijgend liep hij langs het strand van de golvende zee, en toen hij op afstand was gekomen bad de oude man Apollo met pijl en (afgebroken) boog tot zijn meester Apollo, die de schoongelokte Leto gebaard had: "Aanhoor mij, god met de zilveren boog, die Chryse beschermt en het hoogheilige Killa en die patroon zijt van Tenedos, Sminthiêr: als ik ooit tot uw vreugde een tempel zijn dak gaf, of als ik ooit vette schenkels liet branden van stieren of geiten, vervul me dan deze wens: laat de Grieken boeten voor mijn tranen door uw pijlen". 1,43 - 52: Apollo zaait dood en verderf. Zo sprak hij zijn gebed uit en hem verhoorde Foibos Apollo, en hij daalde af van de toppen van de Olympos, woedend, met de dubbele pijlkoker om zijn schouders; de pijlen lieten zich horen tegen zijn schouders door zijn toorn, terwijl hij voortjoeg: en hij, hij ging als de nacht. Ver van de schepen nam hij plaats en hij zond er een pijl op af: en luid klonk gejank op van de zilveren boog: en eerst nog belaagde hij lastvee en rusteloze honden, maar dan zond hij ook op hen zelf scherpe schichten af en

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication