18

18 Zo mag men bijvoorbeeld het lied niet louter als de verklanking van een gedicht of de opera als de omzetting van een libretto in muzieknoten beschouwen. Ze magook niet gereduceerd worden tot een illustratie of een concretisering van een (filosofisch) denkbeeld. Opnieuw verdedigt Nietzsche dit standpunt in alle duidelijkheid reeds in zijn Geburt der Tragödie. ‘Hiermee hebben we dan de enig mogelijke relatie tussen poëzie en muziek, woord en toon uiteengezet. Het woord, het beeld, het begrip zoekt een uitdrukking, analoog aan de muziek en ondervindt zo aan den lijve het geweld van de muziek’. De tekst mag niet over het contrapunt heersen. Reeds ten tijde van Die Geburt zegt hij dat de muziek niet middel mag worden. Ze mag niet slavin of dienaar van de tekst worden. Eerst is er een bepaalde muzikale stemming, die zich slechts daarna in allerhande beelden, woorden en ideeën ontlaadt. Eerst is er de oorspronkelijke melodie en slechts in een volgende stadium kan men naar parallelle woorden zoeken. De muziek wekt dit alles op. Ze noodt de dichter tot het gebruik van de taal. Maar ze leidt vaak tot totaal uiteenlopende en tegenstrijdige beelden. Onmogelijk kan de taal de rijkdom ervan uitputten. De woorden die men bij de muzikale lijn plaatst hebben nooit een exclusieve waarde. (voor dezelfde muziek gebruikte bijvoorbeeld Johann Sebastian Bach zowel sacrale als profane teksten.) Na zijn breuk met Wagner verdedigt Nietzsche nog steeds dezelfde stelling. Het merkwaardige is dat hij deze stelling nu als een scherpe kritiek op Wagner herinterpreteert. Wagner zou de muziek hebben gezien louter als een middel om iets uit te drukken. De muziek dient zich volledig ten dienste van het drama te stellen. Dit leidt vaak tot de situatie dat de operacomponist op een getrouwe en slaafse wijze het libretto moet volgen. Deze klassieke verhouding van tekst en muziek keert Nietzsche volledig om. De opvatting van Nietzsche is opnieuw de radicale antipode van de Wagneriaanse. Onvoorwaardelijk geeft hij aan de muziek haar prioriteit en primauteit terug: ‘Slechts nadat de muziek klaar is zou men de eigenlijke tekst moeten dichten, in een voortdurende aanpassing aan de muziek. Terwijl op dit ogenblik het woord de muziek met zich voortsleepte’. Hij vertolkt hier slechts datgene wat hij als liedcomponist vaak deed. In zijn vlijmscherp pamflet Der Fall Wagner meent Nietzsche zich zelfs geroepen om tegenover een musicus van het formaat van Richard Wagner het grote belang van de muziek, van muziek als muziek, te moeten verdedigen. Hij schrijft: ‘Wagner gaat nooit als musicus te werk; hij gaat nooit uit van een of ander muzikaal geweten: hij is uit op het effect, hij is nergens anders op uit dan op het effect’. Wagner zou gedurende heel zijn leven de opvatting hebben verdedigd dat Richard Wagner ‘zijn muziek meer betekent dan alleen maar muziek! Oneindig veel meer…!’. Verbolgen over een dergelijke bewering reageert Nietzsche hierop met de uitroep: ‘zo spreekt geen enkele musicus’. Op die manier wordt inde Wagneriaanse theaterconceptie de muziek aan een instantie onderworpen die haar volledig vreemd is. Voor Wagner dient ze de onderdanige rol van een ‘dienstmaagd’ (ancilla) te vervullen. Ze wordt geknecht en gekneveld. Ze wordt

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication