20

20 Een gift economie, gift cultuur, of giftruil is een uitwisselingswijze waarbij waarden niet verhandeld of verkocht worden maar eerder geschonken worden zonder expliciete afspraak met het oog op onmiddellijke of latere loning onder vorm van geld of goed (commodity). Zo’n gift economie steunt op sociale normen en gebruiken. Wij denken aan een cultuur van verjaardagsgeschenken, buurdiensten, groene activiteiten in dienst van een levensgemeenschap, vrijwilligerswerk en dergelijke. Dit contrasteert met ruileconomie waar de overhandiging van een goed gecompenseerd wordt door een tegenprestatie onder vorm van geld of een ander goed. Wel moeten we ons ervoor hoeden gift en commodity (hoewel van elkaar verschillend) als elkaars tegengestelden te zien. Beide begrippen zijn nauw verbonden met menselijkheid, met relaties tussen mensen. Wij kunnen ons bijvoorbeeld goed inbeelden dat een kunstenaar zijn eigen werk zodanig waardeert dat hij het werk niet wil verkopen maar het wel als een gift wil schenken aan een medemens (vriend of museum = publiek). Maar ook kan de kunstenaar van uit datzelfde respect juist geld of een tegenwaarde opeisen om er zeker van te zijn dat het werk door die medemens(en) gewaardeerd wordt. Idem voor betalende of gratistoegang tot kunstevenementen. In ‘Het Kapitaal – Hoofdstuk 1 ‘The Fetichism of Commodity/sectie 4’, heeft volgens Marx het bezit van en de macht over ‘commodity’ (met de klemtoon op materieel goed) een bijkomende betekenis van medemenselijke betrokkenheid verworven. Of we nu voor of tegen zijn, een omwegje maken rond Marx kunnen we niet meer. Het ’Kapitaal’ is zijn meesterwerk waarin hij zijn historisch materialisme uiteenzet. Dat het bezit van goederen en zeker van de productiemiddelen ervan, de structuur van de maatschappij voor een zeer groot deel bepaalt is een evidentie. Die evidentie wordt ten voeten uit ook nu nog geïllustreerd door de maatschappelijke herordening die we volop meemaken onder invloed van de media , internet en entertainmentorganisaties met songfestivals, showbusiness, voetbal en rijwielwedstrijden… Dit zeker niet altijd in het voordeel van die maatschappij. Als Marx fetisjisme (denk aan fetisjen, amuletten, relikwieën,Voodoo,die buitennatuurlijke krachten associëren aan materiële goederen) koppelde aan het bezit van goederen bespreekt hij uitdrukkelijk ook die verbinding aan kunstproducten. Zelfs de rol die de godsdiensten spelen (vormen van fetisjisme) bespreekt hij en dat op een veel serenere manier dan wat zijn critici van hem beweren. Marx keerde zich niet tegen het religieus principe op zichzelf wel tegen het misbruik ervan (cfr Prof. Louis Dupré KUL ‘De Filosofische Grondslagen van het Marxisme’). Nvdr: Iedereen kent de negatieve houding van Marx ten aanzien van godsdienst: ‘godsdienst is opium voor het volk’. Niettemin twijfelen we er niet aan dat een ‘pijnstiller’ nu en dan nodig is. Prof. Dupré (KUL Leuven) schreef:’Het is volgens Marx totaal ondoelmatig en daarom

21 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication