22

22 ***Zoals hierboven reeds gezegd ‘het kunstdomein is glibberig’. Het blijft aartsmoeilijk de gebruikswaarden, de kunstwaarde per se, de geïnvesteerde loonarbeid en natuurlijk ook de ruilwaarde van kunstgerelateerde commodities te omschrijven. We willen dit met een paar voorbeelden verduidelijken. - In mijn ouderlijk huis staat een kleine ladenkast, wij noemden het ‘ons commodetje’. Commode is een Frans woord voor ‘gemak, praktisch’. Het herinnert aan ‘commoditeit’: materie die naar gebruik door mensen verwijst. De ruilwaarde is gering, er zijn krassen op het meubeltje. De sloten van de laden marcheren niet meer. Maar in mijn jeugd bewaarde mijn grootmoeder er haar linnen en lange tijd hing er de geur van mottebollen in. Nu is de geur een beetje zuur. Ook vlekken herinneren aan de vroegere aanwezigheid van lompe glazen bokalen met zoutzuur in, koperen zinkplaten. Die moesten stroom leveren aan mijn vaders eerste radio want een elektrisch stroomnet was er nog niet. Weinig ruilwaarde dus, zeker geen kunstwaarde per se maar zeker is er arbeidswaarde, die van de oude meubelmakers in mijn voorgeslacht, en ook een heel pak emotie (fetisjisme)… - Voorbeelden die daar ver van af liggen zijn het zwarte vierkant van de Russische kunstenaar Malevich, het fietswiel van Duchamp (zomaar tot kunst verheven), het meest recente innoverend model van een moderne elektrische of hybride wagen. Het zijn allemaal kunstwerken maar hoe tegenover elkaar afwegen naar een ruilwaarde toe: kunstwaarde per se, geïnvesteerde arbeid, het dingachtige van het ding, dat wat de zintuigen otnsnapt maar de mens beroert…?

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication