4

4 Als lesgeven herleid kan worden tot alleen maar praktijkjaren, wordt tot onze verrassing artistieke aanleg bij aanwerving als een bijkomstigheid beschouwd. (Terzijde gelaten het feit dat universiteiten meestal geen moeite hebben profs te vinden want kunst heeft de dubieuze kant dat je ermee meer kunt verdienen als je les geeft dan wanneer je ze beoefent). Dikwijls wordt de selectie gestuurd door de relaties die iemand heeft in de kunstwereld. Alles kan helpen: een indrukwekkende lijst van tentoonstellingen of publicaties, strenge maar gunstige kritieken, erkenning door gelijken, eervolle onderscheidingen of lidmaatschappen, een langdurige deelname aan kunstactiviteiten. In de beste der werelden zouden dat betrouwbare criteria zijn; in de academische wereld draait dit altijd desastreus uit. Een hogere vormingsgraad trekt wel eersterangs kunstenaars aan maar is zeer zelden in staat er zo een te rugsteunen. Om de situatie zo neutraal als mogelijk te beoordelen – dat is ze puur structureel bekijken –stelt het eerste probleem zich al bij de keus van prioriteiten. Je kunt maar moeilijk een fulltime loopbaan als leraar hoger stellen dan een fulltime bezig zijn als kunstenaar zonder iemand onrecht te doen. Een oud spreekwoord zegt dat als je op twee konijnen tegelijk jaagt, je er geen enkele zult vangen. Het is wel typisch dat het konijn dat kunstenaar heet zich het eerst uit de voeten maakt. Als je zelf les geeft ken je het scenario wel. Op het einde van een schoolweek heb je maar weinig energie meer over om met kunst bezig te zijn tenzij misschien toch om wat klei te prepareren of om penselen te reinigen. Uiteindelijk zal je eerder onafgewerkt werk bijwerken (of wat gedeukte relaties herstellen) dan echte kunst aanpakken. Het gevaar is groot (en voorbeelden daarvan zijn er veel) dat een kunstenaar die les geeft eventueel zal afgeleid worden naar iets heel wat minder: een leraar die ooit kunst maakte. Eenmansoptredens worden herinneringen uit je verleden, ouder werk duikt nu en dan nog op als remake in zeldzame groepshows, uiteindelijk verdwijnt dat alles uit de actualiteit. Net als door een pervers recycling proces in een science - fiction verhaal begint hetzelfde systeem dat ooit kunstenaars produceerde nu plots ex-kunstenaars voort te brengen. Onnodig is het op te merken hoe deprimerend zo’n scenario is. Maar het is zeker niet absoluut en het kan vermeden worden. In zo’n situatie moet je jezelf de vraag stellen: Wat is er fout aan minder kunst maken? Alles samengenomen zijn je kinderen belangrijk, je tijd en je energie komen ook hen toe. Daarenboven bestaan er nog altijd strategieën in de kunst die je vaardigheid om nieuwe kunst te maken kunnen verbeteren, zelfs gekoppeld aan een lesopdracht. Op de een of de andere manier steunen al die strategieën op de mening van heel wat kunstenaars dat het enige wat je van de dwang van het lesgeven kan verlossen, het lesgeven zelf is. Als leraar weet je dat je evenveel als je studenten profiteert van wederzijds elkaar inspireren. De studio die het klaslokaal tenslotte is wordt je forum waar ideeën

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication