19

19 opstand. Het monumentale doek wordt algemeen gezien als Delacroix’ Magnum Opus. In dit werk koppelt de kunstenaar de klassieke voorstelling aan de brute realiteit van het gevecht dat hij meemaakte, een hybride benadering die hij zou doorhouden in de volgende jaren. In het midden van het doek wordt de Vrijheid uitgebeeld door een jonge vrouw die soldaten aanvoert naar de strijd. Dit contrasteert met de klassieke voorstellingen van de Vrijheid , gewoonlijk een onsterfelijke en onaantastbare godin. Delacroix portretteert haar in het vuur van het gevecht. Haar gelaat bloost van opwinding. De strijd is akelig en deze indruk wordt versterkt door een pyramidale opbouw waar de Vrijheid bovenaan staat op een berg van lijdende en stervende lichamen. Dit alles weergegeven in krachtige penseelstreken. Algerijnse Vrouwen in hun woning (1833-34) Delacroix ging slechts zelden op reis maar in 1832, nam hij deel aan een Franse regeringsmissie naar Marokko met een oponthoud in Algiers op de terugweg. “Ik beleef dit alles als een droom en ik ben bang wat ik beleef te vergeten,” schrijft Delacroix in zijn dagboek. De reis levert hem genoeg inspiratie voor 80 boeiende intieme genre-schilderijen en een vloed van schetsen en studies. Algerijnse Vrouwen in hun Woning, onmiddellijk afgewerkt na zijn thuiskomst, is het belangrijkste uit de verzamelde werken van die periode. Het werk is gebaseerd op een bezoek aan de vrouwenkwartieren (een harem) in een Moslimwoning. Het stelt vier vrouwen voor in losse kleren gedrapeerd, omringd met rijkgekleurde tapijten en glanzende voorwerpen. Een vrouw hanteert de waterpijp. Baudelaire verwijst naar

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication