22

22 De inspiratie van dit schilderij vond hij in het lied van Ariël uit het theaterstuk The Tempest (Shakespeare). Aan het in 1842 tentoongestelde werk werd in de catalogus de volgende tekst toegevoegd. Come unto these yellow sands, And then take hands. Foot it featly here and there; Ren over de gele kusten Kus elkaar en Curtsied when you have and kissed, Reik je handen. The wild waves whist, Hoor, hoor! De wilde baren bruisen, Loop het water in, And, sweet sprites, the burden bear. Zoete zeemeerminnen,het zal je dragen. Hark, hark! Het schilderij werd sterk geapprecieerd door het publiek. Een criticus zei dat het beter poëzie benaderde dan wat ook (Allderidge, 97). Dadd muntte uit in feeëriek sprookjesachtig schilderen. I n 1841 schilderde hij drie grote werken in dezelfde aard: Slapende Titania , Puck en Feeën bij zonsondergang reveillonneren. Dit laatste schilderij is verloren gegaan. Wij kozen dit schilderij juist om deze in kunst zo zelden voorkomende weergave van het ‘sprookjesachtige’. Wij bedoelen niet het ‘sprookje’ want dit laatste sluit een verhaal in dat toegevoegd aan het werk dit laatste op één betekenis zou vastpinnen. Wij denken anderzijds dat het hier misplaatst zou zijn semiotisch allerlei interpretaties te gaan zoeken. Genieten wij van dit feeërieke werk net alsof het een abstractie zou zijn. Wel kunnen we de compositie in al haar originaliteit bewonderen. De rotspartij en anderzijds de slinger van de dansende nimfen vormen een S-vormige kronkel die de blik van de toeschouwer telkens opnieuw richt naar een nieuw herbekijken. Zowel de kleur als de vorm scheppen meteen een dynamiek mee met de wijzers van het uurwerk. Dit schilderij is een ideale gelegenheid om te begrijpen wat Kant bedoelde met ‘das Ding an sich’ (zonder bijbetekenissen) en het ding als waargenomen fenomeen (met bijbetekenissen). Hier volstaat zeker het eerste.

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication