10

WAAROM TUINIEREN EEN Groei & Bloei’s psycholoog met groene vingers, Edwin Oden, verdiept zich voor G&B in de rol van groen en de functie van tuinieren voor de mens. Hij put uit eigen ervaringen en duikt in wetenschappelijke hersen- en andere onderzoeken. Met verrassende uitkomsten: wist je bijvoorbeeld dat in tuinaarde een bacterie zit die het niveau van het ’gelukshormoon’ serotonine doet stijgen? V andaag is het een doorsnee dag in mijn tuin. Het is zwaar bewolkt, ik trek wat onkruidjes tussen de tegels weg. Zet een tonkinstok bij de roze reuzendahlia die onder zijn voluptueuze bloemen lijkt te bezwijken en maak een bed klaar voor de groenteplantjes die ik nog wil poten. Niks bijzonders allemaal, en toch: ik word er blij van. Voor mijn veertigste, toen ik het tuinieren nog niet had ontdekt, ging ik weleens gebukt onder vlagen van somberheid. Gedurende een halfjaar was ik zelfs een van die ongeveer een miljoen Nederlanders die Prozac krijgen van de dokter. Maar toen kwam de tuin in mijn leven en brak de zon door. Ik wist niet wat ik meemaakte, de tuin werkt duizend keer beter dan Prozac. Lezers van Groei & Bloei zullen dat blije tuingevoel wel herkennen, vermoed ik: dat je zin hebt de tuin in te gaan, dat je je beter gaat voelen door het verzorgen van planten. Daar kun je natuurlijk gewoon heerlijk van genieten zonder je verder iets af te vragen, maar als psycholoog wilde ik er het fijne van weten. Want waarom maakt tuinieren ons zo gelukkig? Waaruit bestaat die magische kracht van het groen, die zo heilzaam is voor de geest? Handenarbeid tussen het groen Die vraag blijkt meerdere antwoorden te hebben, en het eerste ligt letterlijk en figuurlijk in onze handen, ontdekte de Amerikaanse hersenpsycholoog Kelly Lambert, professor aan het Behavioral Neuroscience Laboratory van het Randolph-Macon College in Virginia. Zij doet veel onderzoek bij ratten, omdat hun hersenen erg lijken op die van mensen. Nu tuinieren ratten niet echt - ze hebben wel wat anders aan hun koppies - maar ze doen wel de hele tijd dingen die daar op lijken. Ze staan erom bekend een vlijtig volkje te zijn: constant in de weer met hun klauwtjes. Ze vergaren voedsel, bouwen nesten en verzorgen hun jongen. ”Ratten zijn noeste arbeiders die veel van hun geluk te danken hebben aan een stevig arbeidsethos”, zegt Lambert. ”Als ik ze de mogelijkheid ontneem hun handen uit de mouwen te steken, gaan ze allerlei symptomen vertonen waaraan je kunt merken dat ze angstig, gefrustreerd en depressief zijn geworden.” Dat lichamelijk bezig zijn en naar een doel toe werken - wat we bij tuinieren ook doen - is letterlijk goed voor de hersenen, ontdekte Lambert. Met name het gebruik van onze handen stimuleert en versterkt drie met elkaar verbonden breingebieden: de nucleus accumbens (ons ’pleziercentrum’, dat ons een gevoel van beloning geeft zodra we lichamelijk actief zijn), het striatum (dat onze bewegingen regelt) en de prefrontale cortex (die onze gedachten produceert). In dit hersencircuit komen bij handenarbeid stoffen als serotonine en dopamine vrij, die ervoor zorgen dat we ons opgewekt voelen. En dat gebeurt vooral bij activiteiten die buiten, in een groene omgeving plaatsvinden. Wanneer Lambert haar ratten in een natuurlijke omgeving laat werken, worden ze daar veel blijer van dan in een kunstmatig verrijkte bak met door mensen gemaakte speeltjes. Lambert: ”Vergelijk het met gamen achter de computer. Daarbij gebruik je ook je handen, maar dat heeft minder gelukseffect dan tuinieren, omdat de computer kunstmatig is. Bovendien geeft de computer je geen tastbare beloning, de tuin wel. Uit het rattenonderzoek blijkt dat het vooral de combinatie van handenarbeid en een tastbaar resultaat is, die zorgt voor toename van het geluksgevoel.” Maar wat ook meespeelt: bij tuinieren verricht je uitvoeriger handbewegingen dan op een toetsenbord, 30 G R O E I&BL O E I–S PEC IAL TU I N G E L U K Foto: iStockphoto

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication