0

November 2017

Symbolen In de kerk zie je dat vrouwen hun hoofd bedekken met een hoofddoek. Het is een traditie die je al 2000 jaar ziet in de Armeens Apostolische kerk. Wat is de rede hiervoor en waarom is dit belangrijk? Al in de oude testament zien we dat het belangrijk is voor vrouwen om hun hoofd te bedekken. Ook in het nieuwe testament lezen we dat dit belangrijk is. In de brief aan de Korintiërs (1 Korintiërs 11) schrijft de apostel Paulus dat het voor vrouwen belangrijk is om hun hoofd te bedekken en lezen we ook de redenen hiervoor. Een reden waarom, is omdat het eervol is voor een vrouw om haar hoofd te bedekken tijdens het aanbidden. Ook is het zo dat het een opdracht van God zelf is. Een andere reden is ook dat als je je hoofd bedekt je niet afgeleid wordt wanneer je aan het bidden bent. Je kan je volledig focussen op de dienst en tijd doorbrengen met de Heer. Ook zien we dat de heilige moeder Maria haar hoofd bedekte. Moeder Maria is voor ons een belangrijk persoon en een Heilige. Wij nemen haar ook op deze manier als voorbeeld. De traditie om het hoofd te bedekken bij vrouwen is altijd zo geweest in de kerk. Dit is niet iets wat mensen zelf hebben bedacht, maar wij zien dit in de Bijbel zelf. 2

Inhoudsopgave Badarak ‘Het kleden’ Preken 5 november 2017 12 november 2017 19 november 2017 26 november 2017 Wist je dat & vraag en antwoord Pagina 4 Pagina 6 Pagina 6 Pagina 9 Pagina 12 Pagina 14 Pagina 17 ‘Wist je dat wij, christenen, alcohol mogen drinken?’ ‘Waarom dragen priesters altijd zwarte kleding buiten de kerkdienst om?’ Gebeden van St. Nerses de Begaafde Pagina 18 (Nerses Shnorhali) Wie zijn wij? Pagina 20 3

Badarak ‘Laten uw priesters zich kleden in gerechtigheid, uw getrouwen juichen van vreugde.’ (Psalm 132:9). Voordat de Badarak begint, maakt de priester zich klaar om de Badarak te leiden. Het klaarmaken wordt ‘het kleden’ genoemd. Zo staat dit stukje ook in de tijdlijn. Hier trekt hij zijn zwarte gewaad uit en trekt hij zijn Badarak kleding aan (In de augustus en september editie van Khorhurd staat waarom het deze kleding is en waarvoor het symbool staat). Dit doet de priester om schoon voor God te staan tijdens de Badarak. De priester bidt om zich spiritueel klaar te maken door psalmen en voorbereidende gebeden te zeggen. Bij elk kledingstuk heeft de priester een bijbehorende gebed in deze volgorde: De tuniek: ‘Kleed mij, Heer, met de kledingstuk van redding en met de kleed van blijheid, en gordel mij met dit kledingstuk van redding.’ De stola: ‘Kleed mijn nek, o Heer, met rechtvaardigheid en reinig mijn hart van alle vuilheid van de zonde.’ De kraag: ‘Kleed mijn nek, o Heer, met rechtvaardigheid en reinig mijn hart van alle vuilheid van de zonde.’ De riem: ‘Moge de riem van het geloof mijn hart en gedachten omringen en verdrietige gedachten uitstoten. En mag de kracht van uw genade alle tijden in mijn hart en gedachten blijven.’ Het doek: ‘Reinig mijn handen, Heer, van alle vuilheid en zonden.’ De manchetten: ‘Geef kracht, Heer, aan mijn rechter (of linker) hand en was al mijn vuilheid, zodat ik u met een gezond ziel en lichaam kan dienen.’ De mantel: ‘In uw genade, Heer, kleed met een stralend kledingstuk en versterk mij tegen de invloed van het kwaad, dat ik waardig mag zijn om uw glorieuze naam te verheerlijken.’ De kroon: ‘Zet de kroon van verlossing op mijn hoofd om te vechten tegen de machten van de vijand’ 4

5

Preken 5 november 2017 ‘Wie iets heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij denkt te hebben worden ontnomen’ (Lucas 8:18). Elk van ons heeft zijn of haar taken. God heeft ons een gave gegeven en wij moeten die gave gebruiken, zodat ons meer wordt geven. Hoe meer we gebruik maken van deze gaven, hoe groter de gave in ons wordt. En integendeel, hoe minder we er gebruik van maken, hoe minder de gave in ons leeft. Iedereen heeft een gave van God gekregen. Men zou niet moeten denken dat wat ik kan doen is niet zo belangrijk. Als christenen hebben wij verantwoordelijkheden in deze wereld. Als het christendom het gemeenschapsleven en de ontwikkeling van het christendom predikt, dan kan men alleen leven met het gemeenschapsleven en dan pas het individuele. Echter hebben wij allen onze eigen taken in onze omgeving om ons gemeenschapsleven te verbeteren. Waarom zijn we verbonden met het gemeenschapsleven? Omdat als we de relatie tussen mens en God willen verbeteren moeten we eerst beginnen met de relatie tussen mens en mens te verbeteren. In de brief aan de Romeinen zegt de apostel Paulus: ‘Met een beroep op de genade die mij geschonken is, zeg ik u allen dat u zichzelf niet hoger moet aanslaan dan u kunt verantwoorden, maar verstandig over uzelf moet denken. Denk overeenkomstig het geloof, dat is de maatstaf die God u heeft gegeven. Zoals ons ene lichaam vele delen heeft en die delen niet allemaal dezelfde functie hebben, zo zijn we samen één lichaam in Christus en zijn we, ieder apart, elkaars lichaamsdelen. We hebben verschillende gaven, onderscheiden naar de genade die ons geschonken is. Wie de gave heeft te profeteren, moet die in overeenstemming met het geloof gebruiken. Wie de gave heeft bijstand te verlenen, moet bijstand verlenen. Wie de gave heeft te onderwijzen, moet onderwijzen. Wie de gave heeft te troosten, moet troosten. Wie iets weggeeft, 6

moet dat zonder bijbedoeling doen. Wie leiding geeft, moet dat doen met volle inzet. Wie barmhartig voor een ander is, moet daarin blijmoedig zijn. Laat uw liefde oprecht zijn. Verafschuw het kwaad en wees het goede toegedaan. Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf. Laat uw enthousiasme niet bekoelen, maar laat u aanvuren door de Geest en dien de Heer. Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid onophoudelijk. Bekommer u om de noden van de heiligen en wees gastvrij. Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet. Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft. Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot bescheidenheid. Ga niet af op uw eigen inzicht. Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen. Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven. Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn, want er staat geschreven dat de Heer zegt: ‘Het is aan mij om wraak te nemen, ik zal vergelden.’ Maar ‘als uw vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Dan stapelt u gloeiende kolen op zijn hoofd’. Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede’ (Romeinen 12: 3-21). Iedereen heeft zijn of haar opdracht, en pas wanneer iedereen zijn of haar werk doet, zal de kerk perfect zijn in al haar functies. Om ons werk goed te doen, moeten we allereerst onszelf goed kennen. We kunnen niet ver komen in ons leven of we zullen niets bereiken als het niet duidelijk is, wat we kunnen doen en wat we niet kunnen doen. We moeten onszelf accepteren zoals we in werkelijkheid zijn. We mogen niet jaloers zijn op de persoon die meer bekwaamheden of talenten heeft en we mogen niet trots zijn op dingen die we kunnen doen die velen niet kunnen doen. We moeten doen wat we kunnen doen. We moeten onszelf accepteren zoals we zijn en gebruik maken van wat we in staat zijn te doen. We moeten ook beseffen dat er mensen zijn die een speciale geschenk van God hebben gekregen. De apostel Paulus noemt het Gods gift. Een persoon kan heel 7

zijn leven leren om viool te spelen, maar zal niet een getalenteerde musicus worden en omgekeerd hetzelfde. Tot slot, welk talent een persoon ook heeft, diegene zou het niet uitsluitend moeten gebruiken voor persoonlijk succes en reputatie, maar moet beseffen dat hij ook zijn taak in de gemeenschap heeft. Evangelie Lucas 8:17-21 17Want niets dat verborgen is blijft geheim; alles wat verborgen is zal bekend worden en aan het licht komen. 18Let dus goed op hoe jullie luisteren: want wie iets heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij denkt te hebben worden ontnomen.’ 19Zijn moeder en zijn broers kwamen naar hem toe, maar ze konden niet bij hem komen vanwege de menigte. 20Zijn toehoorders zeiden tegen hem: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen u spreken.’ 21Maar hij antwoordde: ‘Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar handelen.’ 8

12 november 2017 “Vrees niet, geloof alleen, zij zal worden gered” Lucas 8:50 In dit wonderlijk verhaal benadrukt het Heilige Boek opnieuw het belang van het geloof. De evangelisten beschrijven Jaïrus in ernstige rouw die zelfs tijdens zijn diepe rouw zijn geloof niet verloor maar integendeel versterkte. Twaalf jarig meisje Twaalf staat voor perfectie: de twaalf stammen van Israël, de twaalf apostelen van Jezus, de dood van de twaalfjarige dochter ofwel de volmaakte rouw. En dan de genezing van een 12 jaar zieke, hopeloze vrouw. De mate van haar geloof is vergelijkbaar met het geloof van Jaïrus. Wie was Jaïrus? Hij was waarschijnlijk een zeer belangrijke man. Hij was het administratieve hoofd van de synagoge, de president van de Raad der Oudsten, verantwoordelijk voor de religieuze ceremonies die in de synagoge werden gehouden. Hij was een van de meest bekende en gerespecteerde mensen binnen de maatschappij. En zie het leven, dat hem overvloedig mogelijkheden in zijn handen had gegeven, lijkt van hem het allerbelangrijkste af te willen pakken. Oppervlakkig denkende mensen zeggen dat ze zelf baas zijn van hun eigen leven. Maar mensen keren alleen tot God, nemen deel aan Zijn wonderen en ontvangen Zijn genade, wanneer zij hun egoïsme onderdrukken en bekennen aan de dingen die zij zelf niet kunnen bereiken. Egoïsme en trots zijn de gevoelens die voorkomen dat we God naderen. Door deze gevoelens houden we koppig vast aan onze fouten en ruïneren onze ziel. Jaïrus, leider van de synagoge, aanbad Jezus waarschijnlijk niet en beschouwde Hem als “overtreder” van de regels. Het is ook heel waarschijnlijk dat op dat moment de deuren van de synagoge voor Jezus 9

gesloten waren. Maar toen Jaïrus hulp nodig had, slaagde hij erin om zijn egoïsme te overwinnen en Jezus om hulp te vragen. Hij kwam en viel voor Jezus Zijn voeten neer. Mensen houden er niet van om iemand iets verschuldigd te zijn. De eerste stap naar van het Christendom is begrijpen dat we alles aan God verschuldigd zijn. Jaïrus was een gelovige. Hij geloofde dat Jezus alles kon doen. Met zijn vrouw gingen zij de kamer binnen met de verwachting op een wonder. Hij wist niet wat er zou gebeuren of hoe Jezus hen zou helpen. Zo weten wij ook niet wat Jezus voor ons kan doen. In de donkerste dagen kunnen we Hem vertrouwen, Zijn onuitputtelijke schatten, Zijn onuitputtelijke genade en Zijn onoverwinnelijke macht. Evangelie: Lucas 8:47-56 41Er was ook een man onder hen die Jaïrus heette, een leider van een synagoge. Hij kwam op Jezus af, viel aan zijn voeten neer en smeekte hem mee te gaan naar zijn huis, 42want hij had een dochter van ongeveer twaalf jaar oud, die op sterven lag; ze was zijn enige kind. Toen Jezus op weg ging, begonnen de mensen van alle kanten te duwen. 43Een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed – en door niemand genezen had kunnen worden, al had ze haar hele kapitaal aan artsen uitgegeven – 44naderde hem van achteren en raakte de zoom van zijn bovenkleed aan; meteen hield de bloedvloeiing op.45Jezus vroeg: ‘Wie heeft mij aangeraakt?’ Iedereen ontkende de aanraking en Petrus zei: ‘Meester, de mensen om u heen staan te duwen en te dringen!’ 46Maar Jezus zei: ‘Iemand heeft me aangeraakt, want ik heb kracht uit me voelen wegstromen.’ 47Toen het de vrouw duidelijk werd dat haar aanraking niet onopgemerkt was gebleven, kwam ze trillend naar voren, viel voor hem neer en legde ten overstaan 10

van de hele menigte uit waarom ze hem had aangeraakt en hoe ze meteen was genezen. 48Hij zei tegen haar: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede.’ 49Nog voor hij uitgesproken was, kwam er iemand uit het huis van Jaïrus tegen de leider van de synagoge zeggen: ‘Uw dochter is gestorven. Val de meester niet langer lastig.’ 50Maar Jezus hoorde het en zei: ‘Wees niet bang, maar geloof, dan zal ze worden gered.’ 51Toen hij bij het huis kwam, stond hij niemand toe om met hem naar binnen te gaan behalve Petrus, Johannes en Jakobus, en de vader en moeder van het meisje. 52Alle aanwezigen waren aan het weeklagen en sloegen zich van verdriet op de borst. Hij zei: ‘Houd op met klagen, want ze is niet gestorven maar slaapt.’ 53Ze lachten hem uit, omdat ze wisten dat ze gestorven was. 54Hij nam haar hand vast en zei met luide stem: ‘Meisje, sta op!’ 55Haar levensadem keerde terug en ze stond meteen op. Hij gaf opdracht haar iets te eten te geven. 56Haar ouders waren verbijsterd; hij gebood hun tegen niemand te zeggen wat er was gebeurd. 11

19 november 2017 ‘Hij zei tegen hen: 'Wie dit kind in Mijn naam bij zich opneemt, neemt Mij op; en wie Mij opneemt, neemt hem op die Mij gezonden heeft. Want wie de kleinste onder jullie allen is, die is werkelijk groot.’ Lucas 9:48 Alles in het leven hangt af van welke doelen een persoon streeft, wat hij streeft om te bereiken. Wie ernaar streeft om een eigen persoonlijk plan te maken, streeft naar persoonlijk gezag, wil autoriteit krijgen, hij gaat het tegenovergestelde pad op, omdat een burger van Gods Koninkrijk betekent dat je je eigen "ik" vergeet en je leven in dienst gaat. Zolang een persoon zijn manier van leven belangrijker vindt staat hij met zijn rug naar Gods Koninkrijk. Jezus, die naar het kind richtte, wilde zeggen dat kinderen de karaktereigenschappen hebben die passen bij de karaktereigenschappen van de burgers van Gods koninkrijk. Het kind heeft uitstekende karaktereigenschappen. Hij is bijvoorbeeld in staat om te verblijden, kan vergeten en vergeven, is in staat om alleen maar te leren en niet te vergeten wat hij geleerd heeft. Het kind heeft drie prachtige en unieke eigenschappen die hem een burger van Gods koninkrijk maken. Bescheidenheid. Het kind streeft er niet naar om vooruit te gaan, integendeel, hij wil onzichtbaar zijn. Hij streeft er niet naar om banen of posities te domineren. Hij wil onbekend blijven. Pas op het moment dat hij opgroeit en met de wereld kennis maakt, verliest hij zijn natuurlijke bescheidenheid voor zijn strijd voor de eerste plaats. Afhankelijkheid. De afhankelijkheid van een kind wordt beschouwd als een gangbare situatie. Zij denkt nooit dat zij haar eigen leven kan beheersen. Zij gaat ermee akkoord om te vertrouwen op de persoon die haar omgeeft en van haar houdt. Als mensen hun afhankelijkheid van God zouden realiseren en 12

accepteren, zouden hun levens een nieuwe kracht en gemak krijgen. Vertrouwen. Het kind voelt intuïtief zijn onzelfstandigheid en vertrouwd erop toe dat zijn ouders al zijn behoeftes zullen voldoen. Toen we een kind waren, konden we geen eten kopen, geen kleren kopen, we maakten ons niet druk om huishoudelijke taken. We hadden geen twijfel dat voor ons gezorgd zou worden, er zou gezorgd worden voor al onze gemakken. Als kind zijnde, gingen we op reis en dachten we niet of we genoeg geld hadden om te reizen. We dachten niet eens hoe we daar zouden komen, maar we twijfelden ook niet aan onze ouders of ze ons daarheen konden brengen. De bescheidenheid van een kind is een voorbeeld van hoe een Christen moet zijn tegenover zijn broers, maar de kinderlijke gevoelens, afhankelijkheid en vertrouwen zijn een voorbeeld van Gods relatie met ons allen, hoe de relatie moet zijn met onze Vader. Evangelie: Lucas 9:46-48 46Ze begonnen onderling te redetwisten over wie van hen de belangrijkste was. 47Jezus merkte wat hen bezighield en hij nam een kind bij zich, dat hij naast zich neerzette. 48Hij zei tegen hen: ‘Wie dit kind in mijn naam bij zich opneemt, neemt mij op; en wie mij opneemt, neemt hem op die mij gezonden heeft. Want wie de kleinste onder jullie allen is, die is werkelijk groot.’ 13

26 november 2017 “Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht, want iemands leven hangt niet af van zijn bezittingen, zelfs niet wanneer hij die in overvloed heeft” Lucas 12:15 Een jonge man benaderde de Heer Jezus en vroeg of Jezus het geschil tussen hem en zijn broer kon oplossen dat was voortgekomen uit de feit dat zij het rijkdom van hun vader niet kon delen. Hoewel Jezus niet betrokken wilde raken bij geld gerelateerde geschillen was dit gelegenheid om zowel de armen als de rijken een boodschap te geven. De boodschap van de Heer Jezus was gericht aan zowel de rijken als de armen. 1. Voor de rijken vertelt Jezus de gelijkenis van de dwaze rijke man. In de gelijkenis zien we dat de rijke man iemand was die alleen over zichzelf dacht. Dit was een egoïstisch persoon. Zijn manier van denken en Christelijke levensstandaard zijn juist het tegenovergestelde van elkaar. In plaats van het geluk te delen met anderen, dacht hij hoe hij alle onnodige dingen moest houden en beschermen. Zolang iemand met materiële waarden omgaat zoals de dwaze rijke man, zal hij altijd naar meer en meer. Dit is het tegengestelde beeld van een Christen. Ook moet opgemerkt worden dat de rijke man alleen over dit leven dacht. Al zijn plannen waren beperkt tot deze wereld. Eens was een jongeman die sprak met een ouder persoon en zei; “ik zal een goed beroep hebben”, waarop de oudere man antwoordde; “en dan?” Als ik een goede baan heb, zal ik mijn eigen bedrijf bouwen" zegt hij. Wat moet je dan doen? 'Vroeg de oude man. Dan zal ik veel geld sparen, "zegt de jongeman. “En dan?” vraagt de oude man. “En dan, als ik oud ben laat ik mijn werk voor wat het is en zal ik genieten van mijn gespaarde geld.” Antwoordt de jongeman. Vervolgens vraagt de oude wijze man aan de jongen; “En wat ga je dan doen?” “En dan op een dag zal ik overlijden” antwoordt de jongen. Dan hoor 14

je de oude man, “en dan”. Iemand die de vraag over het leven na de dood omzeilt zal op een dag onderworpen worden aan de meest verschrikkelijke schok. 2. In dit evangelische gedeelte heeft Jezus ook een boodschap aan de armen. Jezus leerde mensen nooit luiheid, leerde ze niet om hun bezittingen te verspillen of een licht leven te leiden. Hij leert de mensen te doen wat van hun afhankelijk is en de rest moeten ze op God vertrouwen. “Kijk naar de lelies, kijk hoe ze groeien. Ze werken niet en weven niet. Ik zeg jullie zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen”. (Lucas 12:27). Jezus zegt dat als God voor vogels en bloemen zorgt, hoeveel meer zal hij om jou zorgen? De Heer zegt ons, zoek eerst het Koninkrijk van God, dat wil zeggen, de wil van God in deze wereld en leef volgens Zijn wil. Evangelie: Lucas 12:13-31 13Iemand uit de menigte zei tegen hem: ‘Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen!’ 14Maar Jezus antwoordde: ‘Wie heeft mij als rechter of bemiddelaar over jullie aangesteld?’ 15Hij zei tegen hen: ‘Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht, want iemands leven hangt niet af van zijn bezittingen, zelfs niet wanneer hij die in overvloed heeft.’ 16En hij vertelde hun de volgende gelijkenis: ‘Het landgoed van een rijke man had veel opgebracht,17en daarom vroeg hij zich af: Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn voorraden op te slaan. 18Toen zei hij bij zichzelf: Wat ik zal doen is dit: ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en goederen kan opslaan,19en dan zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt veel goederen in voorraad, genoeg voor vele jaren! Neem rust, eet, drink en vermaak je. 20Maar God zei tegen hem: “Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen?” 21Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.’ 15

22Hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Om deze reden zeg ik tegen jullie: maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten, noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. 23Want het leven is meer dan voedsel en het lichaam meer dan kleding. 24Kijk naar de raven: ze zaaien niet en oogsten niet, ze hebben geen voorraadkamer en geen schuur, het is God die ze voedt. Hoeveel meer zijn jullie niet waard dan de vogels! 25Wie van jullie kan door zich zorgen te maken één el aan zijn levensduur toevoegen? 26Als jullie dus zelfs het geringste al niet kunnen, waarom maken jullie je dan zorgen over de rest? 27Kijk naar de lelies, kijk hoe ze groeien. Ze werken niet en weven niet. Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen. 28Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zo veel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen? 29Ook jullie moeten niet nadenken over wat je zult eten en wat je zult drinken, en jullie moeten je niet door zorgen laten kwellen. 30De volken van deze wereld jagen die dingen na, maar jullie Vader weet dat je ze nodig hebt. 31Zoek liever zijn koninkrijk, en die andere dingen zullen je erbij gegeven worden. 16

Wist je dat & vraag en antwoord Wist je dat wij, christenen, alcohol mogen drinken? Wij Christenen mogen alcohol drinken volgens de Bijbel. De Bijbel wijst alcoholgebruik niet af maar alcoholmisbruik wel. Het meest gebruikte argument voor Christenen om alcohol te mogen drinken is het feit dat Jezus water in wijn veranderde. In 1 Korintiërs 6 vers 19 staat dat je lichaam een tempel is van de Heilige Geest. Zorg dus niet dat je zoveel drinkt dat je de controle over jezelf verliest en dat je bewust bent van je jezelf. Verder staat in Spreuken 23: ‘Laat je niet verleiden door de glans van wijn, wanneer hij fonkelt in de beker. Hij glijdt zo makkelijk over de tong, maar later bijt hij als een slang, spuit hij gif als een adder. Dan zie je vreemde dingen en begin je wartaal uit te slaan.” Waarom dragen priesters altijd zwarte kleding buiten de kerkdienst om? Buiten de dienst om, zal je onze priester (kahana, քահանա) altijd in zwarte kleding zien lopen. Zwart staat namelijk voor spirituele armoede. Maar het staat ook voor de dood van het leven van de priester en opgestaan met Jezus Christus om Hem te dienen. Het herinnert ons dat de priester is ‘gestorven’ voor de mensen op de wereld. Verder laat het zwart de priester herinneren dat hij een hogere standaard heeft in zondes. Zondes die de priester begaat zullen duidelijker zichtbaar zijn en harder bestraft worden dan die van andere mensen. Heb jij vragen die je graag beantwoord wilt hebben? Stel ze dan aan ons via de mail: khorhurd@ajo-amsterdam.nl. 17

Gebeden van St. Nerses de Begaafde (Nerses Shnorhali) ԱշԽարհաբար Գրաբար Հոգի Աստուծոյ՝ Աստուած ճշմարիտ, Որ իջեր ի Յորդանան եւ ի վերնատունն Եւ լուսաւորեցեր զիս մկրտութեամբ սուրբ աւազանին՝ Մեղայ յերկինս եւ առաջի քո. Մաքրեա զիս վերստին աստուածային հրով քով՝ Որպէս հրեղէն լեզուօք Սուրբզառաքեալսն. Եւ ողորմեա քո արարածոց Եւ ինձ՝ բազմամեղիս: Krapar (Latijnse letters) Hoki Asdoedzo Asdwadz Cshmarid, Wo icer i Hortanan yew i wernadoenn Yew loesaworetser zis mgrdoe Tyamp soerp awazanin Megha hergins yew araci ko. Makrya zis wersdin asdwatsayin hrow kow Worbes hreghen lezwok Soerpzarakyalsn. Yew woghormya ko araradzots Yew indz pazmameghis. 18 Հոգի՛ Աստծո, Աստվա՛ծ ճշմարիտ, որ իջար Հորդանան և Վերնատուն և լուսավորեցիր ինձ սուրբ ավազանի մկրտությամբ. մեղանչեցի երկնքի և Քո առաջ: Մաքրի՛ր ինձ վերստին Քո աստվածային հրով, ինչպես որ հրեղեն լեզուներով՝ սուրբ առաքյալներին. և ողորմի՛ր Քո արարածներին և ինձ՝ բազմամեղիս: Nederlands Geest van God, waarlijk God, Die neerdaalde op de Jordaan en in de Apostelzaal en mij verlichtte middels de doop in de Heilige Doopvont, ik heb gezondigd tegen de Hemel en tegen U, zuiver mij nogmaals met Uw Goddelijk vuur zoals de vuurtongen de Heilige Apostelen zuiverden. En ontferm U over Uw schepselen, en mij, een groot zondaar.

Գրաբար ԱշԽարհաբար Որդի Աստուծոյ Աստուած ճշմարիտ, Որ խոնարհեցար ի հայրական ծոցոյ Եւ առեր մարմին ի սրբոյ կուսէն Մարիամայ Վասն մերոյ փրկութեան՝ Խաչեցար եւ թաղեցար Եւ յարեար ի մեռելոց Եւ համբարձար փառօք առ Հայր. Մեղայ յերկինս եւ առաջի քո. Յիշեա զիս որպէս զաւազակն՝ Յորժամ գաս արքայութեամբ քով. Եւ ողորմեա քո արարածոց Եւ ինձ՝ բազմամեղիս: Krapar (Latijnse letters) Worti Asdoedzo Asdwadz cshmarid Wor khonarhetsar i hayragan dzotso Yew arer marmin I srpo goesen Mariama Wasn mero prgoetyan Khachetsar yew taghetsar Yew haryar i merelots Yew hampardzar parok ar Hayr. Megha hergins yew araci ko. Hishya zis worbes zawazagn Horjam kas arkayoetyamp kow. Yew woghormya ko araradzots Yew indz pazmameghis. 19 Որդի՛ Աստծո, Աստվա՛ծ ճշմարիտ, որ իջար հայրական ծոցից և մարմին առար սուրբ Կույս Մարիամից մեր փրկության համար, խաչվեցիր, թաղվեցիր ու հարություն առար մեռելներից և փառքով համբարձվեցիր Հոր մոտ. Մեղանչեցի երկնքի և Քո առաջ: Հիշի՛ր ինձ, ինչպես ավազակին, երբ գաս Քո արքայությամբ. և ողորմի՛ր Քո արարածներին և ինձ՝ բազմամեղիս: Nederlands Zoon van God, waarlijk God, die neerdaalde uit de boezem van de Vader en belichaamde bij de Heilige maagd Maria omwille van onze verlossing werd gekruisigd, begraven en is verrezen uit de doden en glorieus is opgevaren naar de Vader. Ik heb gezondigd tegen de Hemel en tegen U, gedenk mij, zoals de goede dief, wanneer U in Uw Koninkrijk komt. En ontferm U over Uw schepselen, en mij, een groot zondaar.

Wie zijn wij? Wij zijn het redactieteam Khorhurd van AJO Amsterdam (Armeense Jongeren Organisatie). Wij horen vaak dat mensen, wanneer zij naar de kerk komen, bepaalde delen van de dienst niet begrijpen. Dit zijn bijvoorbeeld de preken, omdat zij het Armeens niet verstaan, of de eeuwenoude symboliek van de kerk niet begrijpen. Hierop vonden wij een oplossing, namelijk het boekje Khorhurd. Dit is een maandelijks boekje waarin de dienst (badarak) wordt uitgelegd. Ook worden de preken (karozner) die de priester geeft, vertaald naar het Nederlands. Verder wordt de symboliek van de kerken nader uitgelegd, veel gestelde vragen beantwoord en nog veel meer. Wij hopen hiermee meer inzicht te geven op deze onderwerpen. Ook jij kunt een bijdrage leveren aan dit boekje. Heb jij vragen die je graag beantwoord zou willen hebben of andere opmerkingen, dan kan je ons mailen: khorhurd@ajo-amsterdam.nl Onze eerdere edities bekijken? Dat kan via www.onlinetouch.nl/khorhurd Groetjes het team: Ani Manukjan Armenoehie Alaverdyan Adrine Bandari Grigor Ayvazyan Laetitia Demirbacak Nova Markarian Serge Demirbacak 20

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
Home


You need flash player to view this online publication