0

J a a r g a ng 31 - Nummer 2 - 2018 ‘Boekhouders moeten af van het idee dat ze tijd verkopen’ Femke Hogema, schrijver van het boek ‘De Winstadviseur’

SINDS 1983 Ongekend efficiënt administraties verwerken Wil jij ook? Naadloze maatwerk samenwerking tussen ondernemer en accountant Van ZZP tot productiebedrijf: klanten kunnen in Minox doorgroeien Koppelingen met banken, ERP, salaris- en rapportagepakketten, kassa’s en webshops Scherpe en transparante prijzen zonder verrassingen achteraf Een innovatief 100% cloud boekhoudpakket voor finance professionals Een deskundige customer support; telefonisch direct bereikbaar Aansluiten bij 500+ accountants- en administratiekantoren Een ervaren partner die sinds 1983 luistert en meedenkt Nieuwsgierig: 085 0643060 Pro Accountant: Gebruiken jouw klanten zelf Minox (vanaf 7,50 per maand)? Dan werk jij gratis met Minox! Xtra Accountant • Bankenkoppelingen: ABN Amro, ING, Rabobank, Deutsche Bank en bunq (realtime!) • Bizcuit app: facturen scannen en betalen met je vingerafdruk • Scan & Herken en UBL • • Uitgebreid factureren Vaste activa • Vreemde valuta • Budgettering • Uitgebreide financiële rapportage • Cumulatief herrekende BTW-aangifte • Automatische saldering in de beginbalans (BTW, kapitaalrekeningen) Gemak en efficiëntie door innovatie. Kijk op onze website www.minox.nl Xtra Accountant 40 administraties €57,- per maand

3 Inhoud ‘Boekhouders moeten af van het idee dat ze tijd verkopen’ 6 ‘Schaalvergroting is een must, ga samenwerken’ 26 ‘De Faillissementswet klopt niet’ 42 10 Geen verschil, toch ongelijkheid 12 Nuchter omgaan met pensioenstress 14 Aanpassing van de Wwft in 2018 16 “Onze primaire drijfveer is om de klant optimaal te ondersteunen” 18 Uitstelregeling uit de tijd 20 ‘Voordeel halen uit het bezoeken van regiovergaderingen’ 22 Lease en huur krijgen hun plek op de balans 24 Marketingcampagne zet NOAB op de kaart 28 Betrouwbaarheid online diensten 30 Opleiding Fiscaal Adviseur gericht op de praktijk van alledag 32 ‘Meer controle vooraf leidt tot minder fouten achteraf’ 34 Het boekenonderzoek en de risico’s voor de adviseur 36 De omgekeerde bewijslast maakt alles anders 39 Steeds eenvoudiger online samenwerken met cliënten 40 ‘De bonus werkt onethisch gedrag in de hand’ 46 Online dossierbeheer samen met de klant COLOFON Activa magazine is een uitgave van de Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen. Activa verschijnt 4x per jaar. Jaargang 31, nr. 2 juni 2018 ISSN 1384-2676 NOAB Postbus 2478 5202 CL ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 614 14 19 www.noab.nl mail: info@noab.nl Redactie Ed de Vlam (hoofdredacteur), Loft 238 Tekst & Media (eindredactie), Henk Poker, Chris Wolters, Hans Pieters Bladmanagement Michel Hamer, Chantal van Pelt Acquisitie NOAB, 073 - 614 14 19 Advertentietarieven Op aanvraag bij de uitgever Contactpersoon Michel Hamer Vormgeving Stephan Lerou ‘s-Hertogenbosch Opmaak Repro Design Zutphen Druk Dekkers van Gerwen ‘s-Hertogenbosch, 088-0280900 Abonnementenadministratie Opgave van abonnementen, opzegging en adreswijziging uitsluitend schriftelijk doorgeven aan de uitgever. Indien twee maanden voor het verstrijken van de abonnementsperiode geen schriftelijk bericht van opzegging is ontvangen wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Abonnementskosten € 45,- per jaar (incl. BTW). Coverfoto Femke Hogema, schrijver van het boek ‘De Winstadviseur’, fotografie Paul Tolenaar ■

VERSTERK UW FISCALE VAKKENNIS www.belastingopleiding.nl • START MEDIO SEPTEMBER • IN 10 MAANDEN AFGEROND • 16 PE-PUNTEN • 7 MODULES / EXAMENS • KLASSIKAAL IN UTRECHT • BELASTINGVAKKEN OP HBO NIVEAU €700,korting voor NOAB kantoren

5 Voorwoord Martien Hermans Voorzitter van NOAB Vertrouwen vs. gezond wantrouwen Vertrouwen. Het komt niet vanzelf. Je moet het verdienen. Het is een kostbaar bezit. Zoals de uitdrukking zegt: ‘vertrouwen komt te voet, maar gaat te paard’. Als NOAB-organisatie werken we dag in dag uit hard aan het winnen, consolideren én bewaken van vertrouwen. Kwaliteitskeurmerk NOAB is een kwaliteitskeurmerk. Het NOAB-logo staat voor kwaliteit, vakmanschap en actuele kennis van zaken. Een administratie- of belastingadvieskantoor mag het logo pas voeren als het aan een pakket van kwaliteitseisen voldoet. Zodat de mkb-ondernemer erop kan vertrouwen dat het kantoor staat voor actuele vakkennis en deskundig fiscaal en financieel advies. Met de marketingcampagne ‘Het enige dat je als zzp’er of mkb’er moet weten over je administratie- of belastingadvieskantoor’ bouwen we gestaag aan de naamsbekendheid van NOAB bij ondernemend Nederland. In dit nummer van Activa kunt u lezen dat de campagne haar vruchten afwerpt. De naam NOAB wordt nadrukkelijker in de markt gezet. Hoe doe je dat anders, dan door ondernemers over hun NOAB-kantoor aan het woord te laten? Essentiële schakel Het tegenovergestelde van vertrouwen is wantrouwen. NOAB Als NOAB-kantoor heeft u een belangrijke positie in de keten. Het is de essentiële schakel tussen de Belastingdienst en de ondernemer. Dit vraagt om professionaliteit, kwaliteit en integriteit. Als NOAB-adviseur is het nodig dat u een gezonde portie aan wantrouwen bezit, betoogt fiscaal advocaat Marc Schoenmakers in een artikel over het boekenonderzoek door de fiscus. Hij bepleit een professioneel-kritische houding ten opzichte van de klant. Voldoende doorvragen. Het dossier moet op orde zijn. Onder de nieuwe Wwft fungeren dienstverleners, waaronder administratiekantoren en belastingadviseurs als poortwachters. Van hen wordt een actieve houding verwacht. De wetgever verwacht van NOAB-kantoren een scherpe neus voor ongebruikelijke transacties of transacties waarbij een cliënt onbedoeld betrokken kan raken bij witwassen of fraude. Als NOAB-kantoor moet u uitkijken dat u niet als medepleger wordt aangemerkt als de klant informatie achterhoudt. In het al genoemde artikel waarschuwt Schoenmakers ook voor de risico’s die de adviseur loopt als hij de aangeleverde informatie klakkeloos overneemt. In het artikel over de Wwft leest u alles over de verzwaarde wettelijke eisen die aan het cliëntonderzoek worden gesteld. Activa | Nummer 2 - 2018

6 ‘Boekhouders moeten af van het idee dat ze tijd verkopen’ Deze uitspraak is afkomstig van Femke Hogema, schrijver van het boek ‘De Winstadviseur’. “En wat er tegenwoordig nodig is, is iets anders dan de boekhouder gewend was te doen,” vult ze aan. “De gemiddelde ondernemer heeft geen boekhouder nodig die het verleden in kaart brengt, maar een winstadviseur die helpt doelen te stellen en deze te realiseren.” Door: Henk Poker ‘Er verandert veel in de branche en dat gaat sneller dan u denkt.’ We horen het vrijwel dagelijks of lezen het wel ergens in een bericht of blog. ‘Ach, het zal zo’n vaart niet lopen,’ denkt u dan wellicht. Maar, wist u dat er al kantoren zijn die voor hun klanten gratis de jaarrekening en belastingaangifte verzorgen? Die kantoren hebben vroegtijdig geanticipeerd op nieuwe ontwikkelingen en hebben een verdienmodel ontwikkeld waarmee ze jaren vooruit kunnen. Het is precies datgene waar Femke Hogema in haar boek op aandringt. Doelen bereiken Hogema heeft een verleden in de financiële wereld en begon in 2007 een eigen bedrijf Healthy Finance. Het is haar missie dat iedere ondernemer een financieel gezond en winstgevend bedrijf runt. Ze constateerde dat de gemiddelde ondernemer geen grip heeft op cijfers. “Daarom ben ik begonnen ondernemers te leren hoe de financiën in elkaar zitten. En vervolgens hoe ze met behulp van die cijfers hun doelen kunnen bereiken. Maar, met 1,2 miljoen ondernemers kan ik dat niet in m’n eentje. Gelukkig hoeft dat ook niet, want er zijn in dit land 30.000 boekhouders en accountants actief.” En dus schreef ze op hoe elke boekhouder/accountant winstadviseur kan worden. ‘De boekhouder speelt een cruciale rol’ Ze onderscheidt daarin drie stappen. Elk kantoor moet, vanzelfsprekend, zorgen dat de boekhouding van de klant dageNOAB lijks wordt bijgewerkt en altijd up-to-date is. “Dat fundament moet gewoon staan, zonder dat dit de boekhouder of de klant al te veel tijd, geld of energie kost.” Als tweede moet de adviseur de ondernemer helpen zijn doelen te vertalen in een winstplan en tenslotte moet hij de klant begeleiden om op basis van de actuele cijfers en het plan, dagelijks de juiste keuzes te maken. “De boekhouder speelt een cruciale rol,” stelt Hogema. “Hij kan de blinde vlekken binnen een bedrijf aanwijzen. Als bijvoorbeeld van een bepaald product de marge terugloopt, dan heeft de ondernemer dat gek genoeg vaak niet in de gaten, maar de boekhouder wel.” Doel ‘Wat is het doel van mijn klant?’ Dat is volgens Hogema de centrale vraag die iedere boekhouder zich moet stellen. “Dat doel kan heel verschillend zijn, maar is wel bepalend voor het plan dat je samen met de ondernemer maakt. En de manier waarop hij daar wil komen. De gemiddelde ondernemer is daar vaak niet mee bezig. Hij heeft passie voor zijn vak, kan iets heel goed en gaat dan zijn ding doen, vaak zonder financiële sturing. En ja, vaak gaat dat ook prima. Maar, heel vaak ook niet. Meestal is dat een gevolg van het feit dat hij niet naar de cijfers kijkt en geen plan heeft. Ik hoor nog te vaak dat de accountant/boekhouder niet heeft gedaan wat nodig was. Hij heeft zich beperkt tot het registreren van de door de klant aangeleverde gegevens en heeft niet geholpen om een financieel gezond bedrijf te bouwen. Het is de taak van de boekhouder om zijn klant na te laten denken over de financiën en hem in de actiestand te zetten.” Resultaten Eén van de hoofdstukken in het boek heet niet voor niets: ‘Lever resultaten, geen handelingen’. Hogema: “Boekhouders moeten af van het idee dat ze tijd aan het verkopen zijn. Hij Activa | Nummer 2 - 2018

7 moet namelijk resultaten verkopen en kan daarvoor niet meer het principe van uurtje–factuurtje hanteren. De ondernemer is op zoek naar resultaten, hij wil zijn omzet en winst verhogen. Of meer salaris, of minder tijd in zijn onderneming steken, of uitbreiden, of eerder met pensioen. Een boekhouder kan hem helpen zijn doelen te bereiken. Daarbij ga je samen een resultaatverplichting aan en spreekt daarvoor een bepaalde prijs af. En de ondernemer is bereid die prijs te betalen, wanneer hij zich realiseert dat de resultaten die hij behaalt veel hoger zijn dan de investering die hij daarvoor moet doen.” Aandacht “Aandacht geven wordt een essentieel onderdeel van het vak,” vervolgt Hogema. “De namen van mijn topklanten staan naast mijn bureau op een bord. Ik besteed meer aandacht aan hen en daar betalen ze ook voor. Zij krijgen daarvoor meer waarde terug. Je maakt afspraken met elkaar, die je regelmatig toetst. Hoe staat het ervoor, wat moet er nog gebeuren? Dit leidt ertoe dat de klant meer resultaat gaat behalen, hij verdient de investering terug. Het maakt hem dan niet uit dat hij je meer moet betalen dan in het verleden. Ja, daar moet je wel heel actief in zijn. Ik stel mijzelf regelmatig de vraag hoe ik mijn topklanten meer waarde kan geven. Dat werkt.” Femke Hogema vragen van klanten, maar toen hij uitlegde waarom de prijs verhoogd was, begrepen zijn klanten dit en was het geen probleem. Hij verdiende door die ene stap de investering in mijn traject al terug.” Het betekent ook proactief naar de cijfers kijken. “Zo maakte ik bij een klant een kostprijsberekening van vijf producten en ontdekte dat hij op één product verlies maakte. De ondernemer had dit zelf niet in de gaten. Ik liet dat zien en de volgende dag verhoogde hij de prijs van dat product. Hij kreeg daarover NOAB Strategisch nadenken “Winstadviseur zijn vraagt dat je strategisch nadenkt,” gaat Hogema verder. “Je weet welke stappen je klant te zetten heeft om meer winst te maken. Daarvoor mag je een goede prijs Activa | Nummer 2 - 2018 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

Jaarrekening én tussentijdse cijfers. 1 cloud applicatie, 56.000 gebruikers. adviesgroep Partners in kwaliteit KANtOOR MR. VAN ZIjL B.V. AdvocAten • cAsemAnAgers Korvelseweg 142 5025 JL Tilburg T. 013 - 463 55 99 E. mail@kantoormrvanzijl.nl Als administratiekantoor bied je je klant zekerheid. Zekerheid dat zijn cijfers correct worden verwerkt, dat hij alle informatie heeft die nodig is om zijn bedrijf optimaal te besturen, dat er iemand is die hem erop wijst wanneer iets niet goed dreigt te gaan of als er kansen zijn. DIjKStRA & VAN DEN ENDE ADVOCAtEN Wagenweg 12-b 1442 BX Purmerend T. 0299 - 42 30 35 E. secretariaat@de-advocaten.nl E. vandenende@de-advocaten.nl uw vrAgen over Arbeidsrecht voor uw juridische vrAAgstukken Die zekerheid wil je zelf ook. Meer dan 2.000 accountants- en administratiekantoren gebruiken Visionplanner voor het maken van de jaarrekening en het verstrekken van tussentijdse cijfers aan hun klanten. Alles in één cloud-applicatie. Overzichtelijk en efficiënt. Postbus 2478 5202 CL ‘s-Hertogenbosch T. 073 - 614 14 19 E. info@noab.nl www.noab.nl visionplanner dan zit je goed.

9 vragen en dan ga je ook echt het samen opgestelde plan uitvoeren.” En daarin mag je best ver gaan, zo vindt ze. “Halveer het aantal klanten en investeer de vrijgekomen tijd in de klanten die je houdt. Durf keuzes te maken. Focus op de ideale klant, op branches waarvan je veel weet of waar je plezier in hebt en niet op zoveel mogelijk bedrijven als klant. Immers, als je meer weet van een bepaalde branche, kun je veel meer betekenen voor jouw klant en een oplossing bieden.” ‘je gaat samen een resultaatverplichting aan’ “Dat is ook waarde creëren. En reken maar dat de klant daar graag voor betaalt. Kortom, word superexpert in bepaalde branches en wees vervolgens niet bang dat je daardoor klanten mist. Er zijn 1,2 miljoen ondernemers in Nederland, waarvan het gros echt op zoek is naar die expert.” geoliede machine Voorwaarde voor succes is volgens Hogema dat je eigen kantoor een goed geoliede machine is of wordt. “Ik zie een succesvol kantoor als een gedreven organisatie die zo efficiënt mogelijk het probleem van de ideale klant oplost. En daarin past niet de boekhouder die 60 uur per week werkt. Wel een kantoor dat de systemen, processen, het team, de strategie en de plannen goed op orde heeft.” ProfitCon Is de eerste Nederlandse winstconferentie voor boekhouders die de klant (en zichzelf) willen helpen met het bouwen van een financieel gezond en winstgevend bedrijf. Waar en wanneer Donderdag 28 juni 2018 in Drakenburg Baarn Informatie en bestellen NOAB-leden krijgen een korting van € 150,-. Kijk op www.noab.nl/profitcon voor meer informatie. Als voorbeeld noemt ze het inrichten van het werkproces. “Dat is bij elke klant anders. Terwijl het zoveel eenvoudiger kan. Je legt uit wanneer je wat nodig hebt en hoe je het aangeleverd wilt hebben. Maak iemand vrij die checkt of alle stukken compleet zijn aangeleverd en ga dan pas aan de slag. Het inrichten van een standaardproces bespaart echt tientallen uren.” Winst maken Terug naar de nieuwe relatie winstadviseur–ondernemer. Op de vraag of de gemiddelde ondernemer zit te wachten op een adviseur die hem, bij wijze van spreken, elke dag achter de broek zit, antwoordt Hogema: “De meeste ondernemers zitten te wachten op een winstadviseur die helpt om (meer) winst te maken. Financiën is voor veel ondernemers nog steeds een zorg. Ondernemers denken nog altijd dat het geld vanzelf binnenkomt, als ze datgene doen waar ze goed in zijn, maar dat is niet zo. Door dit te denken ontslaan ze zichzelf van de verantwoordelijkheid de financiën echt serieus te nemen. Het is een cosmetische geruststelling. Niets gaat vanzelf en er zijn vele significante problemen die de ondernemer zelf niet oplost, maar waar zijn winstadviseur bij gaat helpen, die waarde gaat leveren. Ja, de boekhouder moet aan de bak. Hij moet daarvoor voortdurend investeren in kennis, ervaring en vaardigheden.” ‘Word superexpert in bepaalde branches’ De branche verandert in hoog tempo. En wie nog niet overtuigd is, de accountant/boekhouder staat in de top 10 van beroepen die het grootste risico lopen te verdwijnen als gevolg van robotisering. Met alleen een jaarrekening en/of het doen van een aangifte kom je er niet meer. Hogema, tenslotte: “Zelfs als je in theorie nog een paar jaar op dezelfde manier je kantoor kunt runnen, raad ik toch aan nu te starten. Je loopt dan op de ontwikkelingen voor en je bent klaar voor het moment dat computers de boekhouding volledig overnemen. En om van 50 euro per uur, naar vele duizenden euro’s omzet per klant per jaar te gaan. En dat kan, ik zie het bij mijn klanten gebeuren.” Vanaf 28 juni a.s. is het boek ‘De Winstadviseur’ van Femke Hogema via de (online) boekhandel verkrijgbaar. ■ NOAB Activa | Nummer 2 - 2018

10 geen verschil, toch ongelijkheid Het onderscheid tussen loonverschil en loonongelijkheid is dat verschil is toegestaan en dat ongelijkheid bij wet verboden is. Loonverschil komt veel voor en achter loonongelijkheid is moeilijk de vinger te krijgen. Door: Chris Wolters Onderzoeken tonen ook nog ondubbelzinnig aan dat er nog steeds verschil in beloning bestaat op alle niveaus. Net zo goed bij hoogleraren als voor werkenden in de zorg, want het grootste verschil in beloning voor hetzelfde werk zit in de gezondheidszorg (bron: onderzoek van de Loonwijzer). Mannen verdienen gemiddeld 15% meer dan vrouwelijke collega’s. Het onderwijs volgt de gezondheidszorg op de voet. Onverklaarbare verschillen In IJsland is vanaf 1 januari 2018 wettelijk vastgelegd dat bedrijven met meer dan 25 werknemers hetzelfde loon voor dezelfde functie uitbetalen. Onverklaarbare verschillen tussen mannen en vrouwen daar liggen op circa 5,7%. Relatief laag in vergelijking met de VS (circa 18%). In Nederland ligt de loonkloof op circa 16 procent. Het verschil krimpt wel: in 2008 was het verschil nog ongeveer 20 procent. Ingaan op die verschillen in loon lijkt typisch een zaak voor de vakbonden. ‘In Nederland ligt de loonkloof op circa 16 procent’ De FNV onderzocht in ieder geval hoe loonafspraken tot stand komen. Dat onderzoek toonde aan dat mannen en vrouwen even vaak over hun salaris onderhandelen (56%), maar mannen blijken daarin succesvoller (31%) dan vrouwen (22%). De geënquêteerde vrouwen gaven vaak aan dat zij werken in een sector met cao en functiewaardering en dat onderhandelen dus weinig zin heeft. Elise Merlijn, FNV-bestuurder voor de zorg, vreest dat de huidige arbeidsmarktkrapte om die reden wel eens ten koste zou kunnen gaan van de gelijke beloning. Onheilspellend stelt ze dat de actiebereidheid onder bijvoorbeeld verpleegkundigen dan ook groot is. Echte vakbondstaal en die NOAB benadering lijkt goed te passen in het beeld dat de FNV hier haar relevantie probeert aan te tonen. het mag niet, maar gebeurt toch Gelijk loon voor mannen en vrouwen is dus al sinds 1980 wettelijk bepaald in de Wet gelijke behandeling. Volgens deze wet mag er geen salarisonderscheid zijn op grond van sekse, herkomst of religie. Ook niet tussen deeltijdwerkers en voltijdwerkers, evenmin tussen mensen met of zonder handicap/chronische ziekte. Verschillen tussen werknemers met een vast of tijdelijk contract zijn ook uit den boze. PvdA-kamerlid Lilian Ploumen, ex-minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, diende in maart van dit jaar een wetsvoorstel in om organisaties die mannen meer betalen dan vrouwen voor gelijk werk strafbaar te stellen en dus te beboeten. De maatregel is duidelijk, handhaving is ongewis omdat dit weer inspanningen vergt op het gebied van controle. Ploumen gaf aan dat bedrijven met meer dan 50 werknemers cijfermatig moeten aantonen dat er sprake is van gelijk loon voor gelijke arbeid. Wie in gebreke blijft, kan rekenen op een boete. Ploumen deed het wetsvoorstel samen met Nevin Özütok (GroenLinks), Jasper van Dijk (SP) en Corrie van Brenk (50Plus). ‘Wie in gebreke blijft, kan rekenen op een boete’ Gevraagd naar de achtergronden van het wetsvoorstel verwoordt de persvoorlichter van de PvdA-fractie Michiel Selten de uitgangspunten van de vier Kamerleden als volgt: “Vrouwen en mannen moeten gewoon hetzelfde verdienen voor hetzelfde werk. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Daarom stellen PvdA, GroenLinks, SP en 50Plus nu voor dat organisaties elke drie jaar aantonen of zij gelijk loon voor gelijk werk geven. Dat Activa | Nummer 2 - 2018

11 levert voor bedrijven dus even wat werk op, salarissen moeten inzichtelijk worden gemaakt en een gelijke beloning voor alle werknemers tot stand worden gebracht.” Inderdaad, dat klinkt tamelijk eenvoudig. De initiatiefnemende partijen denken dan ook dat de Inspectie SZW de instantie kan zijn om te controleren en te handhaven. Dat doen ze al en dit zou dan in hun takenpakket kunnen worden opgenomen. Dat vraagt dus om wat extra inzet, maar is wel eenvoudig uit te voeren. Volgens PvdA, GroenLinks, SP en 50Plus kan alleen zo de hardnekkige loonkloof worden gedicht. Motivatie wordt er niet beter op De motivatie van werknemers kan door ongelijke beloning behoorlijk op de proef worden gesteld. Het individuele recht op informatie, een rapportageverplichting kan makkelijk leiden tot extra (administratieve) kosten en een bureaucratische aanpak. De campagne ‘Grip op gelijk loon’, ontwikkeld door het College voor de Rechten van de Mens, resulteerde in een test voor werkgevers en HR-adviseurs en een checklist om het beloningsbeleid neutraler in te richten. Aan de hand van de campagnewebsite mensenrechten.nl/gelijke lonen wordt geholpen om ongelijk belonen te voorkomen. Vóór de drie onderzoeken van het College werd heel beperkt onderzocht in hoeverre Nederlandse organisaties zich bezondigen aan onrechtmatige Lilian Ploumen Beroeps- en bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering Kijk voor meer informatie en vrijblijvende premieberekening www.bavverzekering.nl NOAB beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen. Op basis van het onderzoek heeft het College goed zicht op talloze voorbeelden waarbij beloningsbeleid in het nadeel van vrouwen uitvalt. De valkuilen zijn goed aan te geven. Bijvoorbeeld het laatstverdiende loon bij het vaststellen van het aanvangssalaris, inschaling op basis van salarisonderhandeling in plaats van op relevante werkervaring, het bieden van arbeidsmarkttoeslagen om (schaars) personeel aan te trekken. Baseert een werkgever daarop het salaris, dan wil dat niet automatisch zeggen dat de werkgever niet correct handelt of discrimineert. Het risico is alleen groter. Gelijke beloning is dus wat dat aangaat niet alleen een punt van aandacht, maar ook nog eens een behoorlijke post om in de hele boekhouding scherp in de gaten te houden. ■ Activa | Nummer 2 - 2018 Fotog r a f i e Da v i d van Dam

12 Nuchter omgaan met pensioenstress Ruim vier op de tien zzp’ers bouwen onvoldoende pensioen op. Het instituut voor budgetvoorlichting Nibud steekt een helpende hand toe met de Pensioenschijf van Vijf. Doorwerken na je pensioen wordt daarin meegewogen. De boekhouder kan het benodigde zetje in de rug geven om een begin te maken, constateert Anna van der Schors. Door: Hans Pieters Het grootste probleem is en blijft de stress die veel mensen ervaren als het om pensioen en financiële zaken gaat, aldus senior wetenschappelijk medewerker Anna van der Schors. Budgetvoorlichter Nibud heeft voor Rabobank onderzoek gedaan naar de vraag: hoe zijn mensen bezig met hun financiële toekomst? Een belangrijk aspect bij het beantwoorden van die vraag is het type pensioeninkomen waarover je het hebt, stelt Van der Schors. “Ik ben er geen voorstander van allemaal ellende aan te praten. Daarmee creëer je alleen maar onrust, terwijl er voor de meeste mensen persoonlijk of als individueel huishouden helemaal niet zoveel aan de hand is.” Uitstelgedrag Op basis van onderzoeken van Netspar en Nibud heeft Rabobank een document opgesteld rondom de pensioenopbouw. Als alle vormen van vermogensopbouw worden meegerekend, inclusief het voordeel van een afgelost huis, dan heeft 31 procent van de werknemers en 43 procent van de zzp’ers een ontoereikend pensioen. ‘Een veelgebruikt excuus: het is nog zo ver weg’ Houd je rekening dat de cijfers uitgaan van de norm van 70% van het eerdere inkomen, dan zijn de cijfers nog niet zo slecht, meent de onderzoeker. Voor een belangrijk deel van de mensen gaat het goed, als je het pensioenvermogen afzet tegen de uitgaven die ze zelf denken te hebben. Om meer zzp’ers aan het pensioen te krijgen is Nibud voorstander van een opt-out sysNOAB teem, waarbij je als zzp’er automatisch in een pensioenregeling terechtkomt. Slechts vier op de tien Nederlanders onder de 65 jaar heeft een goed beeld van hoe hij of zij er financieel voor staat, blijkt uit Nibud-onderzoek. Bij mensen onder de veertig heeft slechts een kleine minderheid een idee. Uitstelgedrag is ons niet onbekend. Mensen vinden pensioen lastig en weten niet waar ze moeten beginnen. “Een veelgebruikt excuus is: het is nog zo ver weg. Een andere reflex luidt: wie zegt dat ik zo oud word?” Onverstandig, meent de onderzoeker. “De gemiddelde levensverwachting is toch echt boven de tachtig.” Pensioenschijf van Vijf Hoe belangrijk je het vindt, bepaalt of je de intentie hebt om te sparen. Maar of je ook werkelijk actie onderneemt, hangt samen met hoe moeilijk je het vindt. “Het benadrukken van het belang om aan je pensioen te werken kan zelfs een averechts effect hebben. De angst om een verkeerde beslissing te nemen verlamt,” vertelt de onderzoeker. “Wat dat betreft kun je maar beter gewoon beslissen om € 100 per maand opzij te leggen, zonder je er verder in te verdiepen. Dan heb je uiteindelijk een groter bedrag dan als je je erin verdiept, maar niks doet.” Haar advies aan financieel experts luidt: “Je stimuleert mensen meer als je ze laat zien welke kleine stapjes ze wel kunnen zetten, dan inzoomen hoe belangrijk het is.” De Nibud Pensioenschijf van Vijf zoomt in op de verschillende bronnen van inkomsten bij het pensioen. De Pensioenschijf bestaat, naast de AOW en het werknemerspensioen, uit pensioensparen, eigen vermogen, zoals spaargeld en beleggingen en als laatste, vijfde pijler, inkomen doordat je blijft werken na je pensioen. Van der Schors verwijst naar een publicatie van het CPB, waaruit blijkt dat zelfstandigen gemiddeld meer vermoActiva | Nummer 2 - 2018

13 Anna van der Schors gen opbouwen dan werknemers. “Dat is ook noodzakelijk, omdat ze niet opbouwen via een pensioenfonds en eigenlijk allerlei soorten inkomensverliezen zelf moeten opvangen.” Netspar kijkt ook naar het eigen huis. Dat doet Nibud niet. “Heel veel mensen willen graag blijven wonen waar ze zitten, vanwege de buren en de buurt.” Wisselend inkomen De onderzoekers van Nibud kijken niet alleen naar de inkomstenkant, maar ook naar de uitgavenkant. “Misschien heb je geen hypotheek meer, en zijn je maandlasten lager.” Een paar jaar terug heeft Nibud een onderzoek gedaan naar samenhang tussen uitgaven en leeftijd. “Tussen je 65ste en 75ste stijgen de vrijetijdsuitgaven. Na je 75ste nemen de uitgaven die met ouder worden te maken hebben, zoals de energie- en zorgkosten, toe.” Tijdens je werkende leven kun je al nadenken hoe je je toekomstige uitgaven kunt reduceren, adviseert Van der Schors. “Bijvoorbeeld door zonnepanelen te nemen, waardoor je energierekening lager wordt.” Een pensioentekort draait om meer dan de 70%-norm, verklaart ze. “Je moet ook kijken naar de NOAB verwachtingenkant. Sommige mensen zijn een bepaalde luxe gewend. Misschien moet je je plannen bijstellen.” ‘De boekhouder kan een brug slaan’ Van der Schors ziet graag dat de boekhouder/accountant een actieve rol inneemt. “Als Nibud zijn we er om grip op het geld te houden. Voor een zzp’er is dat nog veel belangrijker, vanwege de wisselende inkomsten. De zzp’er/IB-ondernemer is ook een privépersoon met een huishouden dat hij of zij moet runnen. Privé en zakelijk liggen vaak dicht bij elkaar. De boekhouder kan een brug slaan, omdat hij financieel onderlegd is. Hij hoeft geen budgetcoach te worden, maar hij kan wel helpen. Bijvoorbeeld door voor zijn klant te berekenen welke ruimte er is voor het aanleggen van een buffer of pensioen.” Van der Schors besluit: “Uitstelgedrag heeft niets te maken met opleidingsniveau.” ■ Activa | Nummer 2 - 2018 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

14 Aanpassing van de Wwft in 2018 Er komen in 2018 extra administratieve lasten aan ingevolge de nieuwe Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Onder andere het cliëntonderzoek zal voor alle cliënten opnieuw moeten worden gedaan. Volgens de minister van Financiën gaat dat twee uur per dossier kosten. Door: Gert van den Brink De nieuwe Wwft staat voor de deur. Eigenlijk had deze al in 2017 moeten zijn ingevoerd, maar dat is niet gelukt. Hij ligt nu als wetsvoorstel in de Tweede Kamer en de verwachting is dat deze halverwege dit jaar wordt ingevoerd. De wet tegenhouden of wijzigen is geen optie meer omdat bijna alle nieuwe regels door de Europese Gemeenschap verplicht zijn gesteld. In dit artikel leggen we de belangrijkste wijzigingen kort aan u uit. 1. Wie moet er worden aangemerkt als uiteindelijk belanghebbende (ook wel bekend als de UBO)? De bv Voor de rechtspersonen zijn de oude regels van de Wwft, het hebben van een belang van meer dan 25% of het hebben van zeggenschap, aangevuld. Het kon in de oude Wwft voorkomen dat er geen UBO aangewezen hoefde te worden. Bijvoorbeeld wanneer er vijf aandeelhouders waren met ieder een gelijk belang. In het besluit bij de nieuwe Wwft staat nu dat, als er geen UBO is te vinden, de natuurlijke persoon die beleidsbepaler is als UBO moet worden aangemerkt. Een vereniging of stichting Onder de oude Wwft was er bij een vereniging of stichting eigenlijk nooit een UBO. Daar komt verandering in. In het besluit bij de nieuwe Wwft wordt de vraag wie de UBO is voor een vereniging of stichting gelijkgetrokken met die van een bv. Er moet dus altijd een UBO worden aangewezen. UBO-register Er komt bij de Kamer van Koophandel een register waarin de UBO van een onderneming wordt vermeld. U krijgt de plicht om wijzigingen van de UBO aan de KvK door te geven. 2. De bepaling van het risicoprofiel Onder de oude Wwft kon u in het cliëntonderzoek feitelijk zelf bepalen wat het risicoprofiel van de cliënt is. Bij de meeste cliënten stond daar dan ook een weinig tot gewoon risico op NOAB witwassen of financieren van terrorisme. In de nieuwe Wwft is opgenomen dat bij het bepalen van het risico verplicht gebruik moet worden gemaakt van risicofactoren die door de Europese Gemeenschap en de Nederlandse overheid worden vastgesteld. De Europese Gemeenschap heeft vorig jaar haar lijst met risicofactoren bekendgemaakt in een stuk van maar liefst 290 pagina’s. En voor de goede orde, daar staan verplichte risico’s in vermeld. Bij het uitvoeren van het cliëntonderzoek Wwft moeten deze dus worden meegenomen. De Nederlandse lijst is bij het schrijven van dit artikel nog niet bekend. De risicoclassificatie Het was tot nu toe gebruikelijk om twee of drie risicoklasses te gebruiken. Bijvoorbeeld een laag risico, gewoon risico of hoog risico op witwassen. In de definities van de Europese Gemeenschap worden dat er vier, nl. laag, gematigd significant, significant of zeer significant. De beschreven risico’s kennen een paar algemene factoren die als volgt zijn samen te vatten: 1. Het landenrisico: Er kunnen landen met een hoog risico worden aangewezen. 2. De activiteiten van de cliënt zelf: Veel kasverkeer is daarvan een voorbeeld. 3. Het soort instelling: Een administratiekantoor (een instelling) wordt door de Europese Gemeenschap als risicofactor gezien (overigens geldt dit ook voor accountantskantoren en belastingadviseurs). 4. De diensten die de instelling verricht: Sommige werkzaamheden die u verricht voor klanten worden als extra risicovol gezien. Voorbeeld van zo’n risicofactor Eén van de beschreven risicofactoren is het adviseren bij het verkrijgen van onroerend goed. Daarmee worden in dit voorbeeld niet bedoeld de activiteiten van een makelaar maar van een belastingadviseur of administratiekantoor. Volgens de beschrijving van de Europese Gemeenschap is hier sprake van de samenloop van meerdere risicofactoren. De activiteit van de cliënt zelf: het kopen of verkopen van onroerend goed. Maar daar komen twee factoren bij. Het administratiekantoor wordt in de beschrijving als risicovolle instelling Activa | Nummer 2 - 2018

15 gezien. En het adviseren over onroerend goed komt daar nog als risicofactor bij. Daarmee komen de hiervóór genoemde factoren 2, 3, en 4 samen. In het voorbeeld van hiervóór wordt het risico op witwassen en financieren van terrorisme bij deze cliënt significant. 3. Wanneer moet het cliëntonderzoek Wwft opnieuw worden gedaan? Na ingang van de nieuwe Wwft direct voor alle bestaande relaties Bij het ingaan van de regels van de nieuwe Wwft moet voor alle cliënten, ook bestaande, het cliëntonderzoek opnieuw worden gedaan. Dat is het logische gevolg van de hiervóór behandelde wijzigingen van de personen naar wie het onderzoek moet worden gedaan en de nieuwe manier van het indelen in risico’s. NB: Dit onderzoek moet worden gedaan bij de eerste gelegenheid. In artikel 38 wordt dat beschreven als de eerste keer dat de cliënt contact opneemt met het kantoor. Als er voor de cliënt een nieuwe en/of andere opdracht moet worden gedaan Dat was eigenlijk al zo, maar wordt doordat de risicobepaling is gewijzigd zoals hiervóór beschreven, onder meer afhankelijk van de soort dienst die uw kantoor biedt aan de cliënt. Daardoor kan het gebeuren dat een extra dienst zoals het adviseren over de fiscale gevolgen van de aan- of verkoop van onroerend goed als gevolg heeft dat het risicoprofiel van de cliënt wijzigt (mogelijke betrokkenheid bij witwassen). En dan is het volgens de wet verplicht om het cliëntonderzoek opnieuw uit te voeren. Dat moet direct en mag niet achteraf gebeuren. Het niet kunnen afronden van een cliëntonderzoek heeft ook bij een bestaande cliënt als gevolg dat deze de deur moet worden gewezen. In de praktijk zijn we inderdaad tegengekomen dat de toezichthouder, het Bureau Financieel Toezicht, een boete heeft opgelegd omdat het cliëntonderzoek niet of te laat opnieuw was uitgevoerd. NOAB 4. Welke transacties moeten worden gemeld? In het Uitvoeringsbesluit Wwft is een categorie transacties toegevoegd die altijd moeten worden gemeld. Dat zijn alle transacties van of ten behoeve van een (rechts)persoon die in een aangewezen land woont of gevestigd is. Een van die aangewezen landen is Sri Lanka. Stel nu dat u een thee-importeur als cliënt heeft. Dan zou de tekst zoals die nu is gesteld inhouden dat alle betalingen die uw cliënt doet aan zijn leverancier in Sri Lanka verplicht moeten worden gemeld, ook al vindt u die absoluut niet ongebruikelijk. De vraag is nu of bij alle cliënten actief op zoek moet worden gegaan naar dit soort transacties of dat dit afhankelijk mag zijn van de risico-inschatting die u van de cliënt heeft gemaakt. Dat zou in ieder geval ons standpunt zijn. Wij zullen na het ingaan van het Uitvoeringsbesluit Wwft contact opnemen met het Bureau Financieel Toezicht om te vragen of zij ons standpunt deelt. Conclusies De nieuwe Wwft en het zojuist gepubliceerde besluit bevat een aantal verzwaringen die door het ingaan van de nieuwe wet leiden tot een forse extra administratieve last: 1. Van alle cliënten moet het cliëntonderzoek Wwft opnieuw worden gedaan. Daarbij moet rekening worden gehouden met de nieuwe regels wie als UBO moet worden aangemerkt en moet het risicoprofiel opnieuw worden bepaald. 2. Er komen transacties bij die verplicht moeten worden gemeld. 3. Het cliëntonderzoek Wwft moet vaker opnieuw worden gedaan. ■ Gert van den Brink AA is werkzaam bij Full•Finance Consultants. In opdracht van NOAB verzorgen zij de kwalificatie- en herkwalificatieonderzoeken om vervolgens aan de Commissie Kwalificering & Toelating te rapporteren. Activa | Nummer 2 - 2018

16 Adver torial “Onze primaire drijfveer is om de klant optimaal te ondersteunen” De laatste jaren was de trend dat bedrijven hun invoer steeds meer zelf gingen doen. Nu is sprake van een omgekeerde beweging, constateert Ron de Rooij, sales director bij Twinfield. “De boekhouding wordt weer gedaan door kantoren, alleen tegen lagere kosten. Dat betekent dat je als kantoor moet zorgen dat het inboeken zo makkelijk mogelijk is, met veel slimme koppelingen, waardoor je sneller kunt werken.” Door: Hans Pieters Ron de Rooij is begin november begonnen als salesdirector bij Wolters Kluwer Tax & Accounting Nederland, leverancier van onder andere Twinfield, Alure en Basecone. Zijn professionele achtergrond bestaat uit IT, financiële pakketten, veranderprojecten en sales. Hij geniet van zijn functie. “Het mooie van Wolters Kluwer is dat de adviseur, het accountants- en administratiekantoor, centraal staat. Dat is onze visie. Dat zie je terug in onze producten en diensten.” Opschuiven in de keten De strategie van Wolters Kluwer is er niet op gericht om rechtstreeks aan het mkb te verkopen. “Het kan wel, maar het is onze inzet om de accountant en het administratiekantoor in staat te stellen om op te schuiven in de keten. We willen hen maximaal ondersteunen bij de manier waarop zij hun klanten beter kunnen bedienen. Onze primaire drijfveer is om hen als adviseur te laten groeien.” Dat doet Twinfield niet alleen met haar eigen product of producten vanuit Wolters Kluwer (zoals Basecone), maar ook met partnerproducten. Als voorbeeld noemt De Rooij de samenwerking met Workfield: “Met hun pakket kunnen accountants hun mkb-klanten een geïntegreerd NOAB systeem aanbieden met bijvoorbeeld projectadministratie, tijdregistratie en verkoop- en voorraadinformatie, gebaseerd op de Twinfield-boekhoudoplossing.” traditioneel blikveld De Rooij werkt intensief samen met Head of Products John Dijns. Doel is een 360° overzicht van enerzijds de wensen uit de markt en anderzijds de technische mogelijkheden en innovaties om hierop in te spelen. ‘We zijn ingericht om te partneren’ “We willen samen met de accountant de beste software ontwikkelen,” stelt Dijns. “Van een boekhouder wordt steeds meer gevraagd, bovenop de administratie. Hij kan hierdoor opschuiven richting advies over bijvoorbeeld bedrijfsvoering en liquiditeit. Daar proberen wij zelf of met partners software bij te leveren.” Bij de partnerships wordt verder gekeken dan het traditionele blikveld. Zo heeft Twinfield een samenwerking opgezet met een factoringbedrijf. Op die manier kan de adviseur kortetermijnfinanciering voor zijn klant regelen. “We streven naar operational excellence, zodat de accountant of boekhouder heel efficiënt de administratie kan voeren. En daarmee de energie en vrijheid kan creëren waardoor hij in de toekomst meer richting advies kan bewegen, als hij daarvoor kiest. Het belangrijkste is dat wij de IT en kennispartner willen zijn die dat mogelijk maakt.” Financial health check In een wereld die in toenemende mate digitaal en verbonden is, met als voorbeeld de Belastingdienst met de vooringevulde IB-aangifte, wordt het lastiger voor kantoren om hun toegevoegde waarde te laten zien, verwacht Dijns. Twinfield helpt met het zo efficiënt mogelijk inrichten van de boekhoudstraat en het ondersteunen bij het geven van advies aan de cliënt. “We bieden de methodes en middelen om die efficiëntieslag te realiseren, maar ook voor de adviesfunctie door slimme rapportage en koppelingen naar pakketten van derden.” Twinfield hanteert daarbij een ‘best of breed’-strategie. Naast de eigen producActiva | Nummer 2 - 2018

Ron de Rooij en John Dijns ten zoekt Twinfield de samenwerking met derde partijen, zodat de adviseur efficiënt kan werken en daarbovenop advies kan geven. “We vinden het belangrijk om onze productportfolio uit te breiden en zo een scherpe propositie te bieden waarbij de klant de keuze heeft een eigen ideale productiestraat samen te stellen.” Als voorbeeld van de ontwikkelingen op dit gebied noemt Dijns de ‘Financial health check’ waaraan wordt gewerkt. Het uiteindelijke doel: “We willen de kwaliteit van de administratie waarborgen waar je niet continue mee bezig hoeft te zijn. Er gaan steeds meer gegevens automatisch de administratie in.” De Rooij vult aan: “Er is nog een wereld te winnen. De boekhouding van maar 10% van de ondernemingen heeft een bankkoppeling. Dat betekent dat 90% nog een verouderde manier van werken kent. Daar is nog veel winst te behalen.” gesprekspartner De accountmanagers van Twinfield hebben veelal een achtergrond in de NOAB accountancy, vertelt De Rooij. “Ze kunnen meedenken over de bedrijfsvoering. Het is niet zo dat we vinden dat we het beter weten, maar we zijn wel een serieuze gesprekspartner met verstand van zaken. We mikken in de eerste plaats op klanttevredenheid.” Het samenspel tussen sales en productmanagement is afgestemd op deze werkwijze. “Mijn salesteam en ik zijn er verantwoordelijk voor om de individuele klant maatwerk te leveren. Als Head of Products is John gericht op de hele branche.” Dijns vermoedt dat over een aantal jaren het onderscheid zal draaien om de data. “Dat is waar het om gaat. Waar je rapportages op kunt maken. Daar willen wij dé partner in zijn voor de accountant en boekhouder.” De Rooij vult aan: “Twinfield heeft de meest open boekhoudapplicatie in de markt. We zijn ingericht om te partneren. Met applicatiebouwers, maar ook met klanten die data koppelen aan hun eigen database. En altijd veilig; het bewaken van de data van onze klanten is voor ons de allerhoogste prioriteit.” Meerwaarde “De informatiestromen, of het nu om een kilometeradministratie of de WKR gaat, moet samenkomen op één centrale plek. Zodat je een meerwaarde kunt creëren met de informatie,” stelt Dijns. “Die gedachte willen we verder ontwikkelen en faciliteren. We willen de open-connectiviteitspartner blijven waar partijen graag bij aansluiten.” Met voor het accountants- en boekhoudkantoor als belangrijk voordeel dat het pakket zijn oorsprong vindt in de boekhoudpraktijk, vult De Rooij aan. “Voor kantoren is het heel intuïtief om met ons pakket te werken.” twinfield - Wolters Kluwer tax & Accounting Nederland De Beek 9-15 3871 MS Hoevelaken T 033—467 70 10 E NL-TAA-advies@wolterskluwer.com I www.taxnl.wolterskluwer.com Activa | Nummer 2 - 2018 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

18 Uitstelregeling uit de tijd “Wil de overheid het mkb werkelijk stimuleren om vooruit te kijken, dan zou de Belastingdienst de uitstelregeling voor intermediairs moeten afschaffen.” Mark Bisschop, onder meer SBR/XBRL-expert, toont zich een krachtig voorstander. Door: Chris Wolters Met de techniek van vandaag is het mogelijk om over bijna alle data real-time te beschikken: dat geldt voor verzekeringen, banksaldi, de onderhoudsstaat van je auto enzovoorts. Daarom zijn er mensen die zich verbazen dat er nieuws wordt gemaakt en bedrijven worden bestuurd op basis van gegevens van gisteren. Jaarrekeningen die dertien maanden na het verstrijken van een boekjaar verschijnen, behoren meer tot de folklore dan managementtools, zegt een aantal deskundigen. Mark Bisschop stelt: “Zonder real-time data kun je niet vooruitkijken.” Oude cijfers Bisschop stelt vast dat zowel de Belastingdienst als een groot deel van de accountants en administratie- en belastingdeskundigen kennelijk wel vrede hebben met de situatie. “De uitstelregeling is, zeg maar gerust, een mogelijkheid om werk over het jaar uit te smeren. De adviesfunctie vervalt daarmee mijns inziens, naar mijn oordeel kun je met goed fatsoen geen voorspellingen meer doen, geen advies meer geven als de cijfers niet aansluiten op actuele ontwikkelingen.” ‘Zonder real-time data kun je niet vooruitkijken’ Daarom stelt Bisschop onomwonden: “Schaf de uitstelregeling af, dan wordt de hele beroepsgroep accountants en belastingen administratiedeskundigen praktisch gedwongen om anders naar de werkvoorraad te kijken, de planning beter te beoordelen en bovenal: beter te plannen. Ook zullen ze nieuwe diensten moeten ontplooien.” Achtergrond “Elke dag ben ik met innovatie bezig en dat is ook wat ik het liefst doe.” Momenteel is Bisschop vooral bezig met de toepasNOAB sing van SBR/XBRL, productontwikkeling en procesoptimalisaties. Hij deelt zijn kennis regelmatig tijdens cursussen en trainingen op het snijvlak van ICT, innovatie en accountancy. De achtergrond van zijn opmerking om de uitstelregeling af te schaffen heeft te maken met het beeld dat in het algemeen bestaat van de beroepsgroep financiële dienstverleners. Nog specifieker: dat van administratiekantoren en accountants. Vaak komen die als tamelijk behoudend en traditioneel over. ‘Baseer adviezen op data die up-to-date zijn’ “Als oudere kantoorhouders aangeven dat ze binnen nu en vijf jaar gaan stoppen, is het begrijpelijk dat ze een kantoor niet meer volledig op de kop gooien. Voor degenen die nog minimaal tien jaar hebben te gaan, zal eigenlijk de hele kantoororganisatie op de kop moeten. Dat wil zeggen, kijken naar je ICT, naar je personeelsbestand, naar de benodigde kennis, naar de kantooropzet. Datzelfde geldt voor de benadering van klanten: die komen niet meer naar het kantoor, je gaat regelmatig naar hen toe. Daarbij zou je adviezen ook niet meer moeten baseren op achteraf opgestelde jaarcijfers en de jaarrekening, maar op data die up-to-date zijn. Zo voorkom je onder meer dat je te laat bent met adviezen voor, om maar iets te noemen, aftrekposten en investeringen.” Dashboarding Om strategische keuzes te maken op basis van actuele gegevens meent Bisschop dat het merendeel van de ondernemers, zo’n 75%, ook belang kan hebben bij dashboarding. Bisschop: “Daar wordt in de praktijk nog maar beperkt gebruik van gemaakt. Te makkelijk stelt men dat de klant dat toch niet wil.” Klanten zijn inderdaad zeer loyaal aan het kantoor en relaties Activa | Nummer 2 - 2018

19 lopen vaak lang. “Wisselen van kantoor wordt vaak gezien als ‘gedoe’.” Bisschop stelt in dat kader ook dat het zonder dashboarding eigenlijk niet goed mogelijk is adviesdiensten aan te bieden. Scherper geformuleerd: de branche laat kansen liggen. Bisschop verbaast zich ook wel een beetje: “Het is haast moeilijker om de administratie niet geautomatiseerd te boeken dan wel. Bankkoppelingen, scan-en-herken en UBL klinken allemaal even gemakkelijk en vanzelfsprekend. Vasthouden aan het oude vertrouwde betekent daarbij ook dat een groot aantal kantoren te maken zal hebben of zal krijgen met een continuïteitsprobleem.” ‘De branche is ingehaald door de technologie’ Mark Bisschop Bisschop is heel positief over de aanpak en het niveau van NOAB-kantoren. “Het kwaliteitsverschil is zonder meer merkbaar. Dat komt ook door de eisen die de organisatie aan haar leden stelt. Neem het werkprogramma met de vaste vereiste checks en documenten, dat werkt gewoon en daarmee heb je ook een hogere kwaliteit. NOAB-kantoren zitten over het algemeen dichter op de cijfers en dus op de data.” In de ogen van Bisschop hebben kantoren die niet zo werken het nog niet begrepen of iets te verbergen. Bisschop: “De klant betaalt voor de inefficiency van het kantoor als ICT niet optimaal wordt ingezet.” Meer omzet Kantoren zullen volgens Bisschop juist geen omzet verliezen door de automatisering. “Er ontstaat meer tijd en ruimte om de klant vaker van advies te dienen. Door bijvoorbeeld een NOAB abonnement af te sluiten voor te leveren van diensten, ontstaan kansen op meer omzet. Het inkloppen zal inderdaad verdwijnen, het oppoetsen van rapportages ook. Maar daarmee kun je je ook niet echt onderscheiden. Dat geldt ook voor het uitstelgedrag. Bureaus die willen ‘overleven’ zullen bereid moeten zijn om zeer kritisch te kijken naar een andere aanpak van de totale organisatie, dus de managementstructuur, de ICT, het pand en de mensen. En eveneens naar het klantenbestand, naar standaardisering, naar het dienstenaanbod. Alles samengevat in drie aspecten: identiteit, dienstverlening en assets. Tien jaar geleden werden deze geluiden gezien als revolutionair en opruiend, maar de klant van vandaag is verwend met de data van het energiebedrijf, van de bank, van de verzekeraar. En die klant wil juist wél tussentijds worden geïnformeerd om die sturingsinformatie te gebruiken om zijn onderneming op koers te houden. Dat draagt uiteindelijk bij aan een betere klantrelatie.” ■ Activa | Nummer 2 - 2018 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

20 Afdeling in beeld ‘Voordeel halen uit het bezoeken van regiovergaderingen’ Met circa 180 aangesloten kantoren is Zuid-Holland één van de grotere regio’s binnen NOAB. Het bestuur doet er alles aan om zo veel mogelijk kantoorhouders naar de regiovergaderingen te krijgen, “maar met gemiddeld 25 houdt het wel op,” zegt voorzitter Henk Stolk. “Dat moeten we niet erg vinden, omdat de kantoorhouders die wél komen de voordelen ervan ervaren en dat is veel belangrijker.” Door: Henk Poker Henk Stolk vormt al vele jaren samen met Herman Buijk, secretaris, en Jan van Kilsdonk, penningmeester, het bestuur van de afdeling Zuid-Holland. “Er is in de afgelopen acht jaar wel het nodige veranderd,” geeft hij aan. “Zo organiseren we samen met NOAB sinds dit jaar gecombineerde vergaderingen, waarbij een afvaardiging van NOAB aanwezig is. Ik hoop dat dit traject wordt voortgezet en niet, op basis van één bijeenkomst en een te lage opkomst, wordt afgeblazen; we moeten dit de tijd geven.” Aantrekkelijk maken De afdeling Zuid-Holland doet er alles aan om vergaderingen voor de leden aantrekkelijk te maken, maar het besef is er ook dat met name de jongere generatie leden er blijkbaar op dit moment minder behoefte aan heeft, om wat voor reden dan ook. ‘De vergaderingen zijn een nuttige toegevoegde waarde voor ons kantoor’ “Ik weet waarom veel kantoren lid zijn van NOAB. Voor de educatie, de kwalificatie en de online toegang tot de database en dat allemaal voor een relatief lage contributie. Dat is een NOAB gegeven en dat accepteren we. Ik richt me daarom liever op de mensen die wél komen, daar steken we onze energie in. En zelf ervaar ik de vergaderingen als een nuttige toegevoegde waarde voor ons kantoor. Je kunt contacten opdoen die je anders misschien niet zou krijgen. Zo heb ik via de vergaderingen contact gelegd met een collega-kantoorhouder die van toegevoegde waarde kan zijn voor ons kantoor. Dat zijn nuttige contacten.” Wat volgens Stolk ook zou kunnen werken is om het vaktechnisch overleg, dat nu meestal landelijk wordt georganiseerd, te verplaatsen naar de regio. “Wij hebben dat wel eens op afdelingsniveau georganiseerd en toen hadden we meteen een betere opkomst. Blijkbaar is het voor veel leden dan toch net iets laagdrempeliger.” Ontbijt op de Euromast Ook de locatie speelt een rol. “Wanneer je de vergaderingen in een drukke tijd op de agenda zet of een locatie bespreekt in een stad of dorp ver van de leden af, dan weet je zeker dat de animo gering zal zijn. Dat doen we dan ook niet. Meestal vergaderen we in Rotterdam of Den Haag. Zo hebben we een keer een ontbijt op de Euromast georganiseerd, gekoppeld aan een vergadering en een bezoek aan de Euromast. Dat werkte heel goed en leden vonden dat een prima begin van de dag.” Uiteraard nodigt de afdeling Zuid-Holland regelmatig sprekers uit, die ingaan op actuele onderwerpen. “Vaak zijn dit onderwerpen met een fiscale achtergrond, maar we hebben hier ook wel eens een notaris gehad, bijvoorbeeld. En Perry Telle, lid van het bestuur van NOAB, is een keer bij ons geweest om te Activa | Nummer 2 - 2018

21 Henk Stolk praten over automatisering en wat je daarbij kunt tegenkomen. Daar is voor NOAB-leden nog een hoop te winnen. Kijk, nu zijn we allemaal individueel bezig om het juiste wiel uit te vinden. Terwijl het misschien veel aantrekkelijker is om als NOAB-leden in één systeem te werken. Wellicht gaat dat er, in het licht van alle ontwikkelingen, ooit van komen.” Naast de vergaderingen en bijeenkomsten is de afdeling ZuidHolland ook altijd aanwezig op de KVK Startersdag. “Herman Buijk is daar namens het bestuur bij betrokken. We hebben eigenlijk een vaste groep kantoorhouders die daar dan bij aanwezig is. Zo dragen we de naam van NOAB ook weer positief uit.” Kennismaken De afdeling krijgt elke keer via Den Bosch de namen door van kantoren die de kwalificatie hebben doorstaan. Stolk: “Dan gaat er altijd een bestuurslid naartoe om even kennis te maken. We hebben daar goede ervaringen mee. Ik denk dat NOAB daar sowieso wel sterk in is. De kennismakingsbezoeken werken goed, daar kun je je mee onderscheiden en ja, daar kan NOAB de afdeling zeker een rol in spelen. Je wordt als beginnend kantoor vaak overspoeld met informatie, maar een persoonlijk gesprek of bezoek werkt nog altijd beter.” ‘De kennismakingsbezoeken werken goed’ Stolk vindt het belangrijk dat bepaalde zaken de tijd krijgen om op te bouwen, zoals de gecombineerde vergaderingen, met een afvaardiging van NOAB. “Ik weet zeker dat wanneer we daarmee doorgaan, leden gaan ontdekken dat dit een prima instrument is waarmee ze hun voordeel kunnen doen. Ik ervaar elke keer weer dat het bezoeken van vergaderingen en andere activiteiten, goed is voor je kantoor. Ik zou het toejuichen wanneer meer kantoorhouders dit gaan ontdekken. Ja, dan moet je wel een keer komen om het te ervaren, dat klopt.” ■ Activa | Nummer 2 - 2018 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

22 Lease en huur krijgen hun plek op de balans Vanaf 2019 gelden nieuwe boekhoudregels voor langlopende huur en lease. De verplichtingen moeten worden opgedeeld in afschrijvingen en rente. “Operational lease en huur worden een schuld, met de bijbehorende boekhoudkundige regels,” lichten Kees Tuip en Mariëtte Bos van Amolé B.V., Tax Compliance & Business Administration, toe. “Het heeft effect op de ratio’s en balans. En daarmee op de onderhandelingspositie naar de bank.” Door: Hans Pieters Mariëtte Bos en Kees Tuip hebben op zich wel begrip voor de maatregel. “Het doel is inzichtelijkheid. Het gaat om ‘niet uit de balans blijkende verplichtingen’. De nieuwe regels zorgen ervoor dat je jaarrekeningen beter met elkaar kunt vergelijken. Het geeft een beter zicht op de schulden en bezittingen van een onderneming.” Een getrouw beeld van de werkelijkheid: “Alle vormen van aankoop (lease) zijn onder de nieuwe regels gelijkgetrokken, zodat je de balans van onderneming A en onderneming B beter kunt vergelijken.” Langlopende verplichting Door de nieuwe regels krijgt de beslissing om een langlopende lease- of huurverplichting aan te gaan een nieuwe dimensie. Om te beginnen met lease. Er zijn twee vormen: financial lease en operational lease. Financial lease is een leningsvorm. De machine of de (bestel)auto wordt geactiveerd op de balans. ‘De leasewaarde van de auto blijft nu nog buiten de balans’ Bij operational lease betaal je een maandelijks bedrag voor het gebruik, de ‘lease’ van de auto. De leasemaatschappij blijft eigenaar en aan het einde van het contract moet de auto weer worden ingeleverd. De leasewaarde van de auto blijft buiten de balans. Precies dát gaat veranderen. In 2019 is het de bedoeling dat de operationele leaseverplichtingen ook zichtbaar worden NOAB op de balans. Ondernemers zullen moeten wennen, verwachten Tuip en Bos. “De jaarstukken gaan afwijken van wat de ondernemer voorheen te zien kreeg.” Wat voor operational lease geldt, gaat ook gelden voor huurverplichtingen. Nu wordt huur nog aangemerkt als huisvestingskosten, dat onder de operationele kosten valt. Vanaf 2019 moet langlopende huur (> 1 jaar) worden opgesplitst in afschrijvingen (operationele kosten) en rente. Deze laatste post valt onder de post ‘financiële baten en lasten’. “Samengevat: het huurrecht wordt geactiveerd op contante waarde en wordt lineair afgeschreven met daartegenover de contante waarde van de verplichting met de annuïtaire rente en aflossing,” legt Bos uit. Schuldpositie Tot zover de boekhoudkundige verwerking. Een ander effect is ingrijpender, stelt Bos. “Je moet op de balans waarde aan de huur en/of operationele lease toekennen en uitdrukking geven aan de schuld.” Dit heeft effect op de kengetallen. Die verslechteren. “De bank kijkt naar het operationele resultaat. De EBIT stijgt. Eerst kon je de gehele huur opnemen, zometeen zit alleen nog maar de afschrijving erin. Een deel van de huurlasten gaat naar rente.” De solvabiliteit verandert hierdoor. “De schuldpositie neemt toe. De schuld wordt groter ten opzichte van het eigen vermogen. De banken moeten dit effect er weer uitfilteren.” Tuip verwacht dat de nieuwe regels op termijn invloed zullen hebben op de voorwaarden die banken stellen bij het verstrekken van nieuwe leningen. “Banken moeten voldoen aan de Activa | Nummer 2 - 2018

23 kapitaaleisen van Basel III+. Als de ECB meent dat het risico groter is, dan zullen ze dat moeten doorrekenen in de kosten. Het kan ook zijn dat banken de grenzen voor een lening weer optrekken omdat het anders niet rendabel is.” Andere discussie Een tweede effect waar een deel van de ondernemingen mee te maken kunnen krijgen is dat ze opeens onder de controleopdracht van de accountant vallen, stelt Tuip. “De balans wordt opgeblazen. Alle leaseverplichtingen en andere langlopende verplichtingen, zoals huur of een garantie, moeten vanaf 2019 worden opgenomen op de balans.” Mariëtte Bos en Kees Tuip uit te filteren, dus ook de huur- en leasecontracten. En bij een uitkeringstoets keek je al naar de verplichtingen, dat zou niet uit mogen maken. De toets blijft hetzelfde: je moet je huur en/ of operational lease kunnen voldoen.” ‘De positie naar de bank toe wordt lastiger’ De positie naar de bank toe wordt lastiger, vrezen Tuip en Bos. “Als je schuld moet herfinancieren, kun je dat het beste nog dit jaar doen. Volgend jaar heb je andere ratio’s. Dan beland je in een andere discussie. Eigenlijk zou je een aparte rubriek moeten hebben, waarin je de lease- en huurverplichtingen vermeldt.” Wakker geschud De nieuwe boekhoudregels hebben waarschijnlijk minder effect op de onderhandelingspositie bij verkoop of bij de verplichte uitkeringstoets bij dividend, lichten ze toe. “Bij de verkoop/aankoop is het belangrijk om alle verplichtingen goed NOAB Het effect is dat financiële verplichtingen niet langer abstract zijn. De kosten die een ondernemer jaarlijks uitgeeft aan huur en bijvoorbeeld de lease van een auto worden zichtbaar. Tuip: “De operationele lease komt snoeihard op je balans te staan.” Hopelijk worden ondernemers wakker geschud, valt Bos bij: “Het is goed voor de ondernemer dat hij krijgt te zien en gaat inzien welke langlopende verplichtingen hij is aangegaan. De horizon bij operational lease is vaak maar een maand. Vaak realiseert een ondernemer zich onvoldoende dat je niet zomaar kunt stoppen met een contract en dat je moet betalen om van je huur af te komen.” Vooralsnog zijn de nieuwe boekhoudregels voor alle bedrijven die IFRS toepassen, dit zijn vaak beursgenoteerde ondernemingen. Maar zeggen Bos en Tuip: “Veel regels sijpelen door naar het mkb, we hebben daar voorbeelden genoeg van. Daarnaast kun je te maken krijgen met een dochteronderneming in Nederland van een beursgenoteerd bedrijf die IFRS toepast.” Voorbereid zijn kan geen kwaad. ■ Activa | Nummer 2 - 2018 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

24 Marketingcampagne zet NOAB op de kaart Medio 2017 startte de marketingcampagne voor het NOAB-keurmerk. Bij NOAB is men tevreden over de resultaten tot nu toe, de naam NOAB raakt bekender bij ondernemend Nederland. Ook diverse kantoorhouders bevestigen dit beeld. “Of de campagne meteen nieuwe klanten oplevert, durf ik niet te zeggen, maar ik merk wel dat de naam NOAB meer bekendheid geniet dan voorheen.” Door: Henk Poker Eerst maar even enkele cijfers. Op 30 april jl. hadden ruim 12 miljoen bezoekers de online advertenties bekeken, het aantal unieke bezoekers op NOABkeurmerk.nl was bijna 59.000 en het aantal views van de videotestimonials lag op bijna 23.000. Tenslotte, het aantal clicks op ‘zoek een kantoor’ lag op ruim 5.500. Cijfers die NOAB tevreden stemt, zeker omdat kantoorhouders ook veelvuldig gebruikmaken van de tools die NOAB in het kader van de marketingcampagne beschikbaar heeft gesteld. Naamsbekendheid Neem Van Driel Finance in Capelle aan den IJssel. Het kantoor heeft drie filmpjes op de website geplaatst, naast de keurmerkanimatie waarin wordt uitgelegd wat NOAB is, wat de organisatie doet en wat het keurmerk inhoudt. “Reacties hierop heb ik niet gekregen en ik kan ook niet zien hoeveel ernaar wordt gekeken,” zegt Dennis van Driel. “Dat hoeft ook niet. Waar het om gaat is dat ondernemers in een paar minuten toolkit voor leden Gebruik maken van de marketingtoolkit is een belangrijke pijler onder het succes van de campagne. Daarom biedt NOAB haar leden een toolkit, stappenplan en webinar aan om aan te sluiten op - en te profiteren van - de campagne. De toolkit bevat een compleet pakket met logo’s, beeldmateriaal, animatie, videotestimonials, banners en tips, zodat gekwalificeerde NOAB-kantoren zich optimaal kunnen presenteren als NOAB-gecertificeerd kantoor bij (potentiële) klanten. Webinar downloaden? De webinar heeft plaatsgevonden op 8 mei jl. NOAB-kantoren kunnen de webinar downloaden op www.noab.nl/marketingcampagne kunnen zien waar je als NOAB-kantoor voor staat. En dat is goed, want de naam NOAB is nog altijd veel te onbekend in het mkb.” Ook maakt Van Driel regelmatig gebruik van Facebook en LinkedIn om de naam NOAB en die van zijn kantoor verder uit te dragen. “Zo koppelen we de nieuwsbrief via Facebook en daarnaast posten we regelmatig korte berichtjes. Daar krijgen we wel reacties op overigens. Ik hoor dat klanten dit prettig vinden.” ‘NOAB komt sneller op het netvlies van ondernemers’ Van Driel is blij met de marketingcampagne van NOAB. “Het werd tijd. Je merkt in het bedrijfsleven dat veel ondernemers nog nooit van NOAB hebben gehoord, dat is jammer. Het is daarom goed dat we nu met elkaar aan onze naamsbekendheid werken. Ik hoop dan ook dat het niet bij één jaar blijft en dat de campagne wordt voortgezet. Waarbij we de nadruk moeten leggen op de kwaliteit waar een NOAB-kantoor voor staat.” goed bereik Berry Welten van Administratiekantoor Welten in Deurne en oud-voorzitter van NOAB noemt de marketingcampagne heel belangrijk. “Het zet NOAB op de kaart en dat is goed. Of we in het verleden te weinig hebben gedaan? Nee, destijds waren er andere prioriteiten. We hadden toen wel de kans om reclame op televisie of radio te maken, maar dat kost heel veel geld. Ik vind dat we het nu op een veel slimmere manier invullen. Met alle aangesloten kantoren zetten we de naam NOAB nu naNOAB Activa | Nummer 2 - 2018

25 drukkelijk in de markt, waardoor de kans op een goed bereik bij de doelgroep toeneemt.” Welten is behoorlijk actief met de campagne. “Alles wat ik zie en interessant is deel ik, bijvoorbeeld via Facebook, LinkedIn en Twitter. Volgens mij werkt dat wel, hoewel het niet veel reacties oplevert. Ik denk ook niet dat deze campagne direct tot nieuwe klanten leidt, maar de naam NOAB komt wel sneller op het netvlies van ondernemers wanneer ze een goed kantoor voor hun administratie zoeken. Daar ben ik van overtuigd.” Ook Welten vindt dat NOAB de campagne moet voortzetten. “Wanneer je straks aanpassingen doet en de campagne fris houdt, houd je de aandacht vast. Daar moeten we mee verder gaan.” geen tijd Jan van Eldik van Van Eldik Administratie- en Belastingadviseurs in Wageningen moet toegeven dat hij tot nu toe weinig met de marketingcampagne doet. “Enerzijds heb ik mij er nog niet in verdiept en anderzijds komen we om in het werk, dus ik heb er ook nog geen tijd voor gehad.” Wel heeft Van Eldik een link op de website naar de NOABkeurmerk website plus een logo van het NOAB-keurmerk geplaatst, zodat bezoekers er wel kennis mee kunnen maken. “En ik heb in het begin een filmpje op de website geplaatst, maar dat staat er inmiddels niet meer op. Nee, ik ben blij als ik alle ballen in de lucht kan houden en dat is lastig genoeg. Overigens was onze websitebouwer enthousiast over de instrumenten die in de marketingtool zitten en ik sta zelf ook achter de campagne. Werken aan je naamsbekendheid is nooit weg, dat staat vast.” Mooie dingen “Onze websitebouwer volgt binnenkort het webinar van NOAB waarin de mogelijkheden van de marketingcampagne en de bijbehorende toolkit nader worden belicht,” zegt Maurice VerNOAB doorn van Verdoorn Adviesgroep in Nijmegen. Hij heeft het keurmerk-logo inclusief link op de website staan. “Daarnaast doen we veel met Facebook en delen we veel berichten. Ja, ik zou nog wel meer kunnen doen, want er zitten mooie dingen in de toolkit.” Over de revenuen van de campagne durft Verdoorn geen uitspraken te doen. “Wij krijgen nieuwe klanten vooral via mondtot-mondreclame. De beste reclame die je je kunt wensen. Wel merk ik dat de naam NOAB meer bekendheid krijgt en ik denk dat deze campagne daar zeker aan bijdraagt.” Professioneel “Wij hebben de filmpjes op onze website gezet, omdat we vinden dat het écht iets toevoegt,” zegt Zeki Demirtas van Buro 77 in Arnhem. “Onze website was niet dynamisch, maar is dat nu wel. Het leeft wat meer en ziet er dankzij de filmpjes professioneler uit.” Met Facebook doet Buro 77 nog niet veel, maar het is de bedoeling om dit in de toekomst wel meer te gaan doen. ‘Er zitten mooie dingen in de toolkit’ Overigens vindt Demirtas de marketingcampagne van NOAB professioneel. “Deze heeft echt toegevoegde waarde en ik denk dat het meehelpt de naamsbekendheid te vergroten.” En dat is nodig ook, zo merkt hij bijvoorbeeld tijdens de KvK Startersdag. “Met name starters kennen NOAB nog niet. Ja, ik vind dat de campagne dan ook moet worden voortgezet. Je moet blijven investeren om bekender te worden.” ■ Activa | Nummer 2 - 2018

26 Kantoor in beeld ‘Schaalvergroting is een must, ga samenwerken’ Dat zegt Jaap Sommerdijk van Van Herwijnen Kreston/ABC Lingewaard in Gendt. Een lange naam… nog wel, want op termijn wordt de bedrijfsnaam Van Herwijnen Kreston. Een gevolg van de samenwerking die Sommerdijk met zijn bedrijf zocht en vond, vooral met het doel om klaar te zijn voor de toekomst. Door: Henk Poker Dat die toekomst gaat veranderen, en sneller dan we denken, staat voor Sommerdijk vast. “Nu al zijn er kantoren in het westen van het land die het commoditywerk van hun klanten gratis verzorgen en het verdienen met adviesuren.” De ogen van Jaap Sommerdijk gingen open tijdens de NOABledendagen. “Tijdens de Ledendag in 2016 werd de aanwezigen al nadrukkelijk gewezen op het feit dat ze moesten gaan samenwerken, wilden ze in de toekomst overleven in deze branche. Dat zette mij aan het denken, zonder dat ik tot actie overging.” Dat veranderde echter na de laatste NOAB Ledendag, waarbij Willem Vermeend de dag opende. ‘Iedereen zit in zijn kracht en aan de achterkant is alles top geregeld’ “Zijn lezing was helder: ‘Ga samenwerken, want anders staan we hier over vijf jaar voor een lege zaal’. Dat heb ik mij ter harte genomen.” Sommerdijk vroeg zich hardop af waar de branche naartoe gaat en hoe deze er over vijf jaar voorstaat. Het antwoord ligt in samenwerking, met een groter kantoor en daarmee schaalvergroting, in dit geval Van Herwijnen Kreston uit Tiel. “En daar heb ik nog geen halve seconde spijt van gehad.” NOAB gericht op advies Zo komt er langzamerhand een einde aan het kantoor dat Jaap Sommerdijk in 2007 begon. Vijf jaar lang bediende hij in z’n eentje circa 60 klanten en dat ging hem prima af. Sinds 2013 bevindt het kantoor zich in het centrum van Gendt en groeide het klantenbestand en ook het aantal personeelsleden gestaag. “We zitten er kort op en zijn sterk gericht op advies, een switch die we zo’n 2 à 3 jaar geleden hebben gemaakt.” Een aanpak die door de klanten op prijs wordt gesteld. Dat het kantoor met de tijd mee wil gaan, blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat nieuwe klanten meteen volledig digitaal gaan. “Vorig jaar hebben we de eerste ordnerkasten kunnen afbreken, een bijzonder moment,” geeft Sommerdijk aan. Klanten krijgen ook de mogelijkheid om hun cijfers via een app in te zien, 24/7 en waar ze dat maar willen. “Ik vind dat je als kantoor met de tijd mee moet en het mooie is dat ook oudere klanten ernaar vragen. Het gaat leven.” Een toegenomen adviesrol betekent ook dat van de medewerkers een andere manier van werken wordt gevraagd, noem het proactief. “Een moeilijke slag, waarin iedereen zijn weg inmiddels heeft gevonden.” Sommerdijk stuurde de mensen op cursus en anno 2018 gaat iedereen eropuit, sterker nog, het liefst zo vaak mogelijk. Kracht Een optimale automatisering en een sterk toegenomen adviesrol is volgens Sommerdijk niet voldoende om in de toekomst te kunnen overleven. “Als kantoorhouder merkte ik dat er steeds meer op mijn bureau terechtkwam, bijvoorbeeld rond ontwikActiva | Nummer 2 - 2018

27 kelingen binnen de automatisering en de sterk veranderende en toegenomen wet- en regelgeving. Nu we samen zijn gegaan met Van Herwijnen ben ik één van de vier eigenaren en kunnen we alle zaken die op ons afkomen goed verdelen. Iedereen zit in zijn kracht en aan de achterkant is alles top geregeld. Zo hebben we nu iemand die de hele dag bezig is met wet- en regelgeving. Dat konden we bij ABC Lingewaard niet, omdat dit een specialisme op zich is, maar niet facturabel. De nieuwe privacywetgeving is ook zo’n onderwerp. We zijn nu naar een workshop geweest, zodat iedereen op de hoogte is. En zo zijn er allerlei onderwerpen te noemen die je als groter kantoor beter kunt borgen. Kijk, je moet voorkomen dat je onzeker wordt in je eigen tent. Ik vind dat schaalvergroting daarom een must is, voor elk kantoor. En dat kun je beter vrijwillig doen dan dat de nood ineens heel hoog is. Ik gun mijn mensen een goede toekomst en die is nu veel beter gegarandeerd.” Keuzes maken “Ik ben ervan overtuigd dat de wereld er over vijf tot tien jaar echt anders uitziet. Durf daarom nu keuzes te maken. Ik zet Willem Vermeend niet op een voetstuk, maar ik heb wel goed naar hem geluisterd. Er komt straks een softwarepakket voor boekhouden, waardoor je niets meer hoeft te doen. Dus, ga niet afwachten. Ik weet zeker dat bij veel kantoren de omzet al terugloopt, en anders gaat dit op korte termijn zeker gebeuren, omdat het ouderwetse boekhouden langzamerhand aan het verdwijnen is.” ‘je moet voorkomen dat je onzeker wordt in je eigen tent’ Waar nu nog twee labels actief zijn, komen beide kantoren straks onder één vlag. “Dat doen we geleidelijk, zodat de klanten eraan kunnen wennen. Daarom blijft het aanspreekpunt voor klanten ook te allen tijde hetzelfde, net zoals de tarieven. Voor datzelfde geld hebben klanten nu echter wel méér kwaliNOAB Jaap Sommerdijk teit. En dat merken we zelf ook.” Waarmee Sommerdijk doelt op een klant uit Rotterdam, die hij als zelfstandig kantoor nooit zou hebben gekregen. “Het is een internationaal opererend bedrijf. Dankzij de samenwerking konden wij nu datgene bieden waarnaar hij op zoek was.” Kwaliteit “Het belangrijkste doel van onze samenwerking is dat dit leidt tot een kwaliteitsverbetering en ik ben ervan overtuigd dat we daarin slagen. Dat merken we nu al en zal zich in de toekomst alleen maar verder ontwikkelen. Dit is heerlijk werken. We kunnen ons volledig focussen op onze klanten, omdat we weten dat het aan de achterkant goed geregeld is.” “De wereld verandert in een razend tempo. Als er al kantoren zijn die de boekhouding voor niets doen, waar jij nu nog voor betaald krijgt, dan moet je gaan nadenken. Dan weet je dat je moet anticiperen op deze nieuwe ontwikkelingen, ook al gaat het nu nog goed. Want dat is de grootste valkuil die er bestaat.” ■ Activa | Nummer 2 - 2018 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

28 Betrouwbaarheid online diensten Op 25 mei 2018 wordt in de gehele EU de GDPR, General Data Protection Regulation, van kracht. De nieuwe privacywetgeving, in het Nederlands AVG, Algemene verordening gegevensbescherming, geheten, lijkt een grote druk te gaan leggen op organisaties en ondernemers. Door: Chris Wolters In de nieuwe Europese privacyverordening staat dat alle bedrijven en overheden precies moeten bijhouden welke gegevens ze verzamelen, waarom en hoe lang. De Autoriteit Persoonsgegevens mag hoge boetes opleggen als dat niet gebeurt. Gebleken is dat het merendeel van de Nederlandse bedrijven en overheden nog niet klaar is voor deze wet (bron: Nationale Privacy Benchmark). Meer dan de helft van de bedrijven en overheden weet niet waar gegevens van burgers of klanten zijn opgeslagen. Digitale opslag groeit als kool Alsof dat allemaal niet genoeg is, wijzen experts erop dat als je niet goed kunt aangeven waarom je gegevens bewaart, je die gegevens ook niet langer mág bewaren. Ze moeten dan gewist worden. Duidelijk is ook dat – met het rumoer rond Facebook over schendingen van de privacy – online veiligheid een heet hangijzer is. En welteverstaan: voor iedereen, dus zowel ondernemers als consumenten. ‘De zwakste schakel is nog steeds de mens’ Bianca Smit, executive director van Zeker-OnLine: “De zekerheden van de offline-wereld zijn online beslist niet van kracht.” Vragen over toepassingen gaan vaak, en dat is begrijpelijk, als eerste over functionaliteit. Tegelijk moeten de technische specificaties bekend zijn en moet er duidelijkheid bestaan over hoe het zit met zaken als privacy, beveiliging intellectueel eigendom en continuïteit.” “Punt blijft dat de zwakste schakel nog steeds de mens is. Toegangscodes op een plakkertje aan het computerscherm, meerNOAB dere gebruikers die met één wachtwoord een account delen.” Bianca Smit waarschuwt dat je daar behoorlijke averij mee kunt oplopen. Betrouwbaarheid van levensbelang Arie van Bellen, directeur van ECP, het Platform voor de InformatieSamenleving, gaf al aan dat Nederland het naar zijn oordeel goed doet, maar: “We moeten ervoor waken dat we niet wegzakken, dat we niet verslappen” (ECP-jubileumcongres, november 2017). Van Bellen: “Soms lijkt het in Nederland alsof we in de omslag van de verticale industriële samenleving naar de horizontale datasamenleving, de soep nog met de vork eten. Veel departementen en organisaties hebben digitalisering op de agenda staan, maar we werken nog te veel langs elkaar heen” (bron: ECP.nl). Juist omdat steeds meer ‘in-the-cloud’ kan worden gedaan, is het raadzaam na te gaan hoe online aanbieders zoals Moneymonk, Tellow, Gekko, MoneyBird of Yuki met elkaar te vergelijken zijn op het punt van bijvoorbeeld veiligheid. Met de genoemde systemen, er zijn er meer, kunnen de meeste zzp’ers 80 tot 90% van de boekhouding zelf doen. De voorspelling is dat administratie- en belastingkantoren die dat ontkennen, over vijf jaar weinig tot geen werk meer zullen hebben.” Keurmerk zeer noodzakelijk Algemeen is de gedachte dat het goed zou zijn als alle leveranciers aan ondernemers over een keurmerk zouden beschikken, waaronder ook softwareleveranciers van boekhoud- en administratiepakketten. Afgezien van het keurmerk staat buiten kijf dat administratiekantoren en ondernemers zorgvuldig met de Zeker-OnLine is opgericht op 16 april 2013 en stelt de betrouwbaarheid van online (cloud)diensten vast. Het keurmerk Zeker-OnLine wordt verleend door de stichting Zeker-OnLine, keurmerkeigenaar. Activa | Nummer 2 - 2018

29 eigen gegevens en die van klanten moeten omgaan. ECP heeft in dat kader met diverse deelnemers de site veiliginternetten. nl ontwikkeld, waarmee even een testje kan worden gedaan. Bianca Smit: “Met de site veilig internetten lichten we consumenten en ondernemers uit het mkb voor. Er is een lijst waarmee vragen aan leveranciers kunnen worden voorgelegd voordat men online gaat.” ‘het gros van de ondernemers heeft geen idee waarop te letten’ “Het gros van de ondernemers heeft namelijk geen idee waarop te letten als men live gaat met de site of gebruikmaakt van de cloud. Er is ook geen objectief criterium om na te gaan of leveranciers waarmee zaken worden gedaan voor de volle honderd procent betrouwbaar zijn. Met andere woorden, het moet duidelijk gemaakt worden of een online boekhoudsysteem inderdaad passend is voor elke ondernemer of dat het toch beter is dit in handen te geven van administratie- en belastingdesNOAB kundigen. Domweg omdat het toch vaak niet de grootste hobby is van ondernemers om zich daarin te verdiepen.” Vaststelling van de veiligheid De AVG werpt zijn schaduw vooruit. Bedrijven die zich niet gericht voorbereiden, kunnen tegen forse boetes oplopen. De sancties worden opgelegd door de Autoriteit Persoonsgegevens. Voor alle duidelijkheid: de nieuwe wetgeving heeft effect op de werkwijze en processen van o.a. de afdelingen administratie, klantenservice, verkoop, inkoop, HR en marketing. Micha Smit, commercieel directeur van Yuki, meent dat er door deze ontwikkelingen juist méér ruimte komt voor de adviseur. “Big data en kunstmatige intelligentie gaan steeds meer taken overnemen. Denk aan autorijden, vliegen en het stellen van medische diagnoses. Toch willen mensen nog steeds communiceren met andere mensen en niet met robots. Dáár ligt de toekomst van de financieel adviseur. Niemand zit te wachten op alleen een administratie” (bron: artikel ‘Technologie als verbinder tussen accountant en ondernemer’ in AW). Er moet volgens Smit sprake zijn van een signaalfunctie, zoals het wijzen op risico’s en kansen, stuurinformatie leveren, et cetera. Misschien zijn de termen accountant en administrateur wel wat ouderwets, oppert Smit. “Het worden steeds meer IT-bedrijven die op basis van data advies en diensten leveren.” Activa | Nummer 2 - 2018

30 Adver torial Opleiding Fiscaal Adviseur gericht op de praktijk van alledag ‘Lesstof die goed aansluit op de praktijk.’ ‘Je kunt fiscale vragen van klanten gerichter beantwoorden.’ ‘De opleiding is up-to-date.’ ‘Een relatief korte opleiding, maar van een hoog niveau.’ Cursisten van de opleiding Fiscaal Adviseur zijn zonder uitzondering tevreden, waarbij met name het feit dat het geleerde meteen in de praktijk kan worden ingezet als een pre wordt gezien. Door: Henk Poker Neem Ton Wagenvoort van Xerus, met vestigingen in Lienden en Twello. Van dit kantoor volgen maar liefst drie cursisten de opleiding. Naast Ton zijn dit Dennis van Kesteren en Aalt van de Kamp. “Je merkt aan alles dat het werk in de accountancy afneemt,” geeft Ton aan. “Terwijl het aantal fiscale vragen alleen maar toeneemt. Het was voor mij reden om deze opleiding te gaan volgen.” En daar heeft hij geen spijt van, hoewel het een behoorlijke investering in tijd betekent. “Het mooie van de opleiding is dat deze prima aansluit op de praktijk. Zo wilde laatst een van mijn klanten van een eenmanszaak naar een BV, daar kon ik hem nu prima bij helpen. Sterker nog, ik had het gevoel dat ik nu net even iets meer voor hem kon betekenen. Dat geeft een goed gevoel.” Verdieping Ook Robert Jonkman van RS Jonkman Administratie en Consultancy in het Friese Sint Nicolaasga heeft goede ervaringen met de opleiding Fiscaal Adviseur. “Het zorgt voor de verdieping waarnaar ik op zoek ben,” geeft hij aan. “Op ons kantoor zetten we gigantisch in op automatisering en we merken tegelijk dat we daardoor meer een adviespraktijk worden. Wil je je ook in de toekomst NOAB kunnen onderscheiden, dan moet je fiscaal ‘bij’ zijn. Deze opleiding zorgt daarvoor.” ‘je moet fiscaal ‘bij’ zijn. Deze opleiding zorgt daarvoor’ De opleiding bevalt Jonkman dan ook prima. “We krijgen les van ervaren leraren, waarvan een deel afkomstig is van de Belastingdienst. Ja, zij hebben nog de hoed van de fiscus op en dat is prima. In de praktijk is er ook nog wel een middenweg natuurlijk, maar dat kun je als kantoor zelf wel invullen. Voorop staat dat we in heldere taal uitleg krijgen over de verschillende onderwerpen, veelal in de vorm van praktijkcasussen. Daardoor is het vaak direct herkenbaar.” Pittige opleiding Ton meldt dat hij dezelfde ervaring heeft. “De uitleg is goed en de combinatie met de praktijksituaties maakt het prettig leerbaar.” Hij wil niet om het feit heen dat het een pittige opleiding is. “Niet alleen is de stof soms ingewikkeld, ook moet je er flink wat tijd in investeren. Je gaat één avond per week naar school en ik zit bijna elke zondag huiswerk te maken. Gelukkig wordt er al heel veel in de lessen behandeld, waardoor je de opdrachten redelijk goed kunt maken. Maar, je moet er wel elke week even voor gaan zitten. En met name in periodes dat het druk is op kantoor, is dat wel eens lastig te combineren.” Robert ervaart dat ook. “Wij zijn een klein kantoor met drie medewerkers en hebben het gigantisch druk. Het vergt de nodige discipline om elk weekend met de lesstof aan de slag te gaan. Juist in het weekend heb je ook nog wel eens wat anders te doen, dus moeten er soms keuzes worden gemaakt. En ik geef toe, dat lukt de ene keer beter dan de andere keer.” “Maar, eigenlijk hebben we geen keuze,” vervolgt hij. “In de toekomst worden we meer adviseur dan boekhouder, dus is het goed om via bepaalde kennis toegevoegde waarde aan je klanten te kunnen leveren. Overigens zijn nog niet al mijn klanten daar klaar voor. Sommigen leveren hun boekhouding in en hebben geen behoefte aan advies. Anderen vinden het Activa | Nummer 2 - 2018

31 juist wel interessant, met name als er fiscale voordelen te behalen zijn.” Examen Terug naar de opleiding Fiscaal Adviseur, die bestaat uit zeven modules die in 26 lessen worden gegeven. Na elke module volgt er een examen, dat wordt voorbereid via een landelijke examentraining in de Jaarbeurs in Utrecht. “Je kunt elke module maar één keer per jaar volgen,” zegt Ton. “Dus, haal je een onvoldoende, dan kun je hem in het jaar daarna nog een keer doen. Ja, dat is mij helaas onlangs overkomen met de module vennootschapsbelasting. Dat was een moeilijk examen.” Wanneer Robert en Ton de opleiding hebben afgerond, mogen ze de beschermde titel Fiscaal Adviseur (FA) dragen. “Het geleerde, de bagage, neem ik dan mee de praktijk in,” geeft Ton aan. “Kijk, toen ik net begon in dit vak had ik moeite met bepaalde ingewikkelde constructies. Nu merk ik dat ik het herken en dat is prettig. Zeker omdat de Wilt u de opleiding Fiscaal Adviseur volgen? In samenwerking met het Fiscaal Studie- en Documentatiecentrum (FSDC, www.fsdc.nl) biedt NOAB deze opleiding aan, die na het behalen recht geeft op de beschermde titel Fiscaal Adviseur (FA). Een erkende opleiding, bestaande uit zeven modules belastingrecht die op hbo-niveau worden gegeven en binnen tien maanden kan zijn afgerond. Praktijkgericht, met deskundige docenten uit de belastingpraktijk en voor NOAB-leden tegen een aantrekkelijke korting. Het kantoor waar de cursist vandaan komt ontvangt voorts 2 x 8 PE-punten. Start: september 2018. Kijk voor meer informatie en inschrijving op www.noab.nl/educatieprogramma. huidige markt vraagt om meer kennis. Klanten lezen meer dan vroeger en komen daardoor met gerichtere, vooral fiscale vragen. Ik heb nu al meer vertrouwen dat ik die vragen ook daadwerkelijk kan beantwoorden.” ‘De huidige markt vraagt om meer kennis’ Woorden die Robert van harte onderschrijft. “Als kantoor krijgen we meer kennis en het is van belang om dat straks bij te gaan houden. Want, kennis is macht. Je moet altijd meer kennis van zaken hebben en houden dan je klanten en daar draagt deze opleiding Fiscaal Adviseur zeker aan bij.” ■ NOAB Activa | Nummer 2 - 2018

32 Adver torial ‘Meer controle vooraf leidt tot minder fouten achteraf’ Talloze accountants- en administratiekantoren worstelen met zzp’ers in hun klantenbestand. Het is niet zo dat ze niet welkom zijn, maar de te verrichten werkzaamheden staan vaak niet in verhouding tot de verdiensten. Dat moet anders en dat gaat anders. En het mooie is dat zowel de accountant als de zzp’er daarvan profiteren. Door: Henk Poker Te veel zzp’ers hebben een hekel aan boekhouden, willen gewoon ondernemen en laten bijvoorbeeld de BTW-aangifte aan hun accountant of administratiekantoor over. Dat brengt veel werk met zich mee. Dat hoeft nu niet meer, met het nieuwe boekhoudpakket, speciaal gericht op zzp’ers, dat als doel heeft meer zekerheid vooraf te bieden. gezamenlijk doel We hebben het over de BTW-aangiftepilot voor zzp’ers, in de markt gezet door de Belastingdienst, in samenwerking met diverse softwareleveranciers, waaronder Asperion. In de pilot gaan 2.500 zzp’ers aan de slag met een online boekhoudpakket dat automatisch de gegevens voor de BTW-aangifte klaarzet en verzendt, waarbij vervolgens betaald kan worden met iDeal. Er is overigens een lange voorgeschiedenis aan deze pilot voorafgegaan, zo blijkt. “We praten al sinds 2012 met de Belastingdienst,” bevestigt Pascal van Bakkum van Asperion. “Dit boekhoudpakket is bedoeld voor ondernemers die het goed willen doen en zeker willen weten dat hun BTW betaald wordt.” In eerste instantie deden bijna alle softwareleveranciers aan de ontwikkeling van dit boekhoudprogramma mee. “We NOAB zaten met een groep van tussen de 25 en 30 partijen aan tafel,” herinnert Van Bakkum zich. “Echter, toen het normenkader een finale status kreeg, zijn er veel partijen afgehaakt, mede vanwege het prijskaartje dat eraan hangt. Bovendien word je elk jaar getoetst door een ITauditor en ook dat kost tijd en geld. Is er bijvoorbeeld een lek, dan moet dit zo snel mogelijk worden opgelost. Dat deel je dan ook met de andere deelnemende partijen, want je hebt een gezamenlijk doel.” ‘We willen meer naar controle aan de voorkant’ Van Bakkum vindt het jammer dat niet alle softwareleveranciers meedoen. “En dat vindt ook de Belastingdienst. Zij wil namelijk geen voorkeursbehandeling geven aan bepaalde partijen en dat snap ik. Desondanks is het goed dat de pilot sinds 1 januari van dit jaar van start is gegaan.” Met een groep softwareleveranciers die de zaken toetsbaar goed voor elkaar heeft. Opvallend is dat ze allemaal deel uitmaken van het Zeker Online Keurmerk, waarin onderwerpen als veiligheid, procedures en werking zijn vastgelegd. Maar iedereen kan meedoen en inmiddels willen er ook weer meer partijen aansluiten. “Asperion doet niet aan deze pilot mee voor marketingdoeleinden. Wij willen een product op de markt dat toetsbaar goed is en waar we ’s nachts niet van wakker hoeven te liggen. Asperion koopt dan ook geen keurmerk, we moeten het verdienen.” Controle aan de voorkant Doel van de pilot is vooral om de zzp’er te helpen. “We willen meer naar controle aan de voorkant, zodat het aantal fouten achteraf kan worden teruggebracht en de Belastingdienst niet allerlei correcties hoeft uit te voeren,” legt Van Bakkum uit. “De zzp’er weet daardoor sneller waar hij aan toe is en komt achteraf niet voor verrassingen te staan.” Als voorbeeld noemt Van Bakkum de kleineondernemersregeling (KOR), die vaak leidt tot onduidelijkheid, waardoor er veel fouten mee worden gemaakt. “Dit hebben we nu specifiek toegepast in de software, waardoor de zzp’er de KOR niet meer zelf hoeft in te vullen, maar de Activa | Nummer 2 - 2018

33 cijfers op basis van de historie worden ingevuld. Het is beter om in de loop van het jaar wat meer te betalen dan later een naheffing te krijgen. Heeft iemand recht op de KOR, dan wordt dit maximaal teruggevraagd. Is er twijfel, dan wordt het bedrag naar beneden bijgesteld. Wat iedereen wil, is dat de suppleties zoveel mogelijk uit het systeem gaan. Kortom, haal aan de voorkant de fouten eruit, zodat je achteraf geen problemen krijgt. Bij Asperion denken we dat de meeste ondernemers dat het liefst willen.” Bevestiging Een ander voordeel van het systeem is dat indien je BTW moet betalen, dit meteen kan via iDeal. Van Bakkum: “Als de betaling via iDeal geslaagd is, krijg je daarvan een bevestiging, zodat je ook zeker weet dat je hebt betaald. Meteen betalen voorkomt ook fouten, zo blijkt uit onderzoek. En dat is goed. Immers, maak je bijvoorbeeld per ongeluk 1 euro te weinig over, dan kan dit leiden tot een boete van 50 euro. Met dit systeem behoort dat tot het verleden.” De verwachting is dat de kwaliteit van de aangiftes omhooggaat. “Dat is goed nieuws voor alle partijen,” geeft Van Bakkum aan. “En uiteraard is de rol van de accountant hiermee niet uitgespeeld, want hij kan de volledige groep van kleine zzp’ers goed bedienen en houdt meer tijd over voor advisering. Het meeste handwerk gaat er nu écht uit, want Asperion heeft de scan- en herkenfunctie (OCR) er meteen standaard ingebouwd. Dat hoeven de zzp’er en de accountant dus niet meer zelf in te kloppen.” Het pakket zoals Asperion het aanbiedt kost 12,50 euro per maand. “Sommige NOAB Pascal van Bakkum accountants geven het weg aan hun klanten en berekenen een vast bedrag per jaar voor de te verrichten werkzaamheden. En dat kan, want elke keer een Excel-bestand uitpluizen kost meer tijd en dus meer geld. Kortom, de accountant heeft de oplossing voor de zzp’er in handen. Noem het de eindregie, waarbij ze niet meer alles zelf hoeven te doen. Dat biedt voordeel voor alle partijen: de zzp’er, de Belastingdienst en de accountant.” Asperion Gooimeer 4—35 1411 DC Naarden T 088—511 11 55 E info@asperion.nl I www.asperion.nl Activa | Nummer 2 - 2018 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

34 het boekenonderzoek en de risico’s voor de adviseur ‘Leuker kunnen we het niet maken’, luidt de veel geparafraseerde slogan van de Belastingdienst. Leuk blijft het, zolang de regels worden gevolgd en de belastingplichtige alle informatie keurig aanlevert. Problematisch wordt het als de adviseur reden tot twijfel heeft of de informatie die zijn cliënt aanlevert wel juist is, aldus fiscaal advocaat Marc Schoenmakers van Römkens Advocaten. Door: Hans Pieters Ook al is hij zelf niet verdacht, de adviseur moet uitkijken dat hij niet als medepleger wordt aangemerkt als een klant informatie achterhoudt en de fiscus onrechtmatigheden constateert in een dossier. Het belang van de boekhouder/accountant en zijn klant lopen niet altijd synchroon. “De sfeer is harder geworden. Je krijgt eerder het verwijt ‘waarom behandelt u deze klant?’,” constateert Marc Schoenmakers. “Het is terecht dat fraudeurs worden aangepakt. Iedereen moet belasting betalen. Maar de accountant is geen speurhond.” ‘het haasje’ Het beroep van fiscaal adviseur en boekhouder/accountant is niet zonder risico’s, constateert Fiscaal up to Date in een hoofdredactioneel commentaar onder de veelzeggende titel ‘Belastingadviseur steeds vaker het haasje’. De adviseur riskeert civielrechtelijke en strafrechtelijke vervolging als hij een onvolledig fiscaal advies geeft of anderszins de grens overschrijdt van wat kan, luidt de waarschuwing. Schoenmakers relativeert dit: “Verandering hoeft niet. Je moet wél goed nadenken over de business zelf. Voldoende doorvragen.” ‘De accountant is geen speurhond’ Bij een normaal boekenonderzoek vindt voorcontrole op het kantoor van de Belastingdienst plaats en daarna op het kantoor van de belastingplichtige of zijn adviseur. Het onderzoek wordt vooraf aangekondigd. De ondernemer is verplicht NOAB om mee te werken aan de controle en de gegevens en inlichtingen te verstrekken die voor de controle van belang kunnen zijn. Bij kleine geschilpunten volgt een conceptrapport en een toelichting waarop kan worden gereageerd. “In die fase van het onderzoek is er meestal geen geschil,” is de ervaring van Schoenmakers. “Dat kan wel gebeuren in het voortraject, als de accountant onverwacht iets tegenkomt wat niet klopt, of bij de controle zelf. Bijvoorbeeld als er opeens een geheime rekening blijkt te zijn.” Meldplicht De Wwft en de meldplicht maken het er voor de accountant en het administratiekantoor niet makkelijker op in de relatie met zijn klant, meent hij. Schoenmakers geeft als voorbeeld een klant met een tweede huis in het buitenland, die tegen zijn accountant zegt ‘geef maar bedrag x op’. “Als je als accountant goede reden hebt om aan te nemen dat de waarde hoger is, heb je te maken met een gewetensvraag en belandt je in een spagaat.” “Op grond van de Wwft heeft een accountant een meldplicht als hij op de hoogte is van verborgen vermogen. Alleen, je wilt je eigen klant niet verraden.” Zijn advies in zo’n geval: “Eigenlijk moet je op zo’n moment ‘stop’ zeggen en vertellen ‘ga maar met een advocaat praten’.” Het voordeel in dat geval is dat niet de klant, maar de advocaat de accountant kan inschakelen bij vragen van de fiscus. “De accountant heeft in dat geval een afgeleid verschoningsrecht.” Onderliggend advies Bij een boekenonderzoek kan het accountants- en administraActiva | Nummer 2 - 2018

35 Marc Schoenmakers tiekantoor als het goed is terugvallen op de handtekening van de klant onder de aangifte en jaarcijfers. Meestal is aangekondigd op welke periode en gegevens de controle zich toespitst. Als de belastinginspecteur hiervan afwijkt, moet hij de ondernemer hierover informeren. Het belangrijkste is dat een kantoor de Belastingdienst of FIOD niet gewoon maar alles moet meegeven. “Je loopt het risico dat je iets meegeeft dat je niet had hoeven afgeven.” “Stukken vallen wel onder het onderzoek, het onderliggende advies niet.” Schoenmakers heeft een helder advies over hoe te handelen als de FIOD op de stoep van een kantoor staat: “Bel in ieder geval je advocaat of beroepsorganisatie op, zodat je advies hebt gevraagd.” Een tweede waarschuwing: “Op open vragen - ‘wat vindt u er zelf van?’ - moet een adviseur geen antwoord geven.” Zwakke schakel “De belastingadviseur en accountant worden steeds vaker vervolgd als medepleger, indien daarvoor redenen aanwezig zijn. Hij kan de zwakke schakel zijn. Het dilemma wordt: ga je nog wel aangifte doen, ook al heb je genoeg reden tot twijfel of je wel alle informatie hebt gekregen?” Niet doorvragen is niet zonder risico’s: “Een onvermijdelijke vraag van de inspecteur kan zijn: hoezo heeft u dit geaccepteerd?” In het kort komt het erop neer dat de adviseur ervoor moet waken dat de verstrekte informatie is geborgd. Als voorbeeld noemt Schoenmakers de BTW-carrouselfraude. Bij intracommunautaire transacties ligt dit risico op de loer. “Tegen de tijd NOAB dat de fraude aan het licht komt, zijn de betrokken bedrijven failliet. Vaak eindigt het verhaal – en daarmee de claim – bij de Nederlander.” Als voorbeeld noemt hij handel met veel omzet en weinig marge, bijvoorbeeld in iPhones of auto’s. Administratie- en accountantskantoren moeten een kritische houding aanleren. “Onderzoek de gegevens die een klant aanlevert. Vraag om de onderliggende documenten, zoals transportbrieven, afhaalverklaringen etc. Zijn de betalingen binnengekomen?” Controle van het BTW-nummer van de buitenlandse tegenpartij moet standaard plaatsvinden, meent hij. “Dat is een fluitje van een cent, maar het moet wel gebeuren.” Hij vervolgt: “Je moet gewoon standaard het dossier op orde hebben. Kritisch doorvragen. Een klant die niks te verbergen heeft, geeft gewoon openheid van zaken.” ‘het onderliggende advies valt niet onder het onderzoek’ Hij komt nog één keer terug op het belang én de risico’s. “Bij een transactiewaarde van een miljoen euro praat je bij BTWcarrouselfraude over een bedrag van € 210.000 aan BTW. Dat is de directe schade, nog los van boetes en de nasleep. Bovendien loop je het risico dat de klant zegt dat je slecht werk hebt geleverd en hij je aansprakelijk stelt voor de schade.” ■ Activa | Nummer 2 - 2018 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

36 De omgekeerde bewijslast maakt alles anders De geest is uit de fles. We moeten van het gas af en het klimaatakkoord van Parijs en het Energieakkoord van het kabinet Rutte III hebben verstrekkende gevolgen voor Nederlandse bedrijven. Zo moeten winkels, restaurants, kantoren en fabrieken die meer dan 25.000 m3 gas of meer dan 50.000 kWh stroom gebruiken voortaan zelf aangeven welke energiebesparende maatregelen ze nemen. Hier geldt de zogenoemde omgekeerde bewijslast. Door: Henk Poker Dit betekent dat ruim 100.000 bedrijven jaarlijks zélf moeten rapporteren welke energiebesparende maatregelen ze hebben genomen. Door de bewijslast nu om te keren doet de overheid een poging om de doelen uit het Energieakkoord te halen. Bedrijven waren volgens de Wet milieubeheer al verplicht energiebesparende maatregelen te nemen die zich binnen vijf jaar terugverdienen. Echter, veel bekendheid bij ondernemend Nederland had deze wet niet, laat staan dat er gehandhaafd werd. ‘Nederland doet het nog altijd niet goed’ Met de omgekeerde bewijslast wordt dit anders. Sterker nog, Ed Nijpels, voorzitter van de Borgingscommissie Energieakkoord, dat in 2013 werd afgesloten, spreekt van een doorbraak in de wet, “waardoor we nu echt meters kunnen maken,” zoals hij aangeeft. Niet goed En dat is nodig ook. Nederland doet het ten opzichte van andere landen in Europa nog altijd niet goed. Doelstelling van de overheid is dat ons land over twee jaar honderd petajoule minder energie verbruikt ten opzichte van 1990. Maar, volgens de laatste cijfers wordt hooguit 75 petajoule gehaald, dus er is nog wel het een en ander te doen. Met de aangescherpte Wet NOAB milieubeheer, lees: de omgekeerde bewijslast, wordt naar verwachting de helft van het verschil van 25 petajoule behaald. Hoe wordt gemeten welke maatregelen bedrijven hebben genomen? Er komt een eenvoudig digitaal systeem, opgezet door VNO-NCW en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), waar winkels, restaurants, kantoren en fabrieken kunnen melden welke maatregelen ze hebben genomen om tot energiebesparing te komen. Vanuit deze gegevens wordt de Borgingscommissie elk kwartaal gerapporteerd over de voortgang. Zo krijgt de commissie een actueel beeld en kan zij, daar waar nodig, eventueel bijsturen. Bovendien heeft de commissie direct overleg met de betreffende minister, zodat snel ingegrepen kan worden wanneer partijen hun afspraken niet nakomen. huurder Echter, wie is waar verantwoordelijk voor? Ben je zelf eigenaar van een pand, dan is daar meestal geen discussie over. Maar, als huurder kunnen er allerlei situaties zijn, die tot onduidelijkheid leiden. Zo zijn er bijvoorbeeld verschillende huurcontracten tussen ondernemers en gebouweigenaren en is het goed om deze nog eens even tegen het daglicht te houden. Als gebruiker van een gebouw is het van belang te weten wie verantwoordelijk is voor energiebesparende maatregelen en als zodanig aansprakelijk voor de wet en de omgekeerde bewijslast. Voor de wetgever maakt het echt niet uit wie de energiebesparende maatregelen neemt, áls ze maar genomen worden. En dan kan het ook nog gebeuren dat de verhuurder verantwoordelijk is voor de energiebesparende maatregelen, terwijl de huurder Activa | Nummer 2 - 2018

37 daar vervolgens van profiteert. Het is verstandig om daar vooraf afspraken over te maken. Ambitieus Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland noemen de doelstellingen uit het Energieakkoord ambitieus, zo laten ze op hun website weten. ‘Zo moet er een besparing van het eindenergieverbruik met gemiddeld 1,5 procent per jaar gerealiseerd worden en moet het aandeel hernieuwbare energieopwekking naar 14 procent in 2020 en 16 procent in 2023’. Dit is overigens een ander onderdeel van het Energieakkoord. Een akkoord dat ook nog eens 15.000 banen moet opleveren. Op de websites maken VNO-NCW en MKBNederland ook duidelijk dat ze de doelstelling om in 2050 een volledig duurzame energievoorziening te realiseren onderschrijven. Overigens vindt de werkgeversorganisatie wel dat ons land nadrukkelijk moet blijven kijken naar niet alleen energiebesparing, maar ook CO2-opslag, kernenergie, thorium en schaliegas. Volgens beide organisaties is het uiteindelijk de markt die moet bepalen voor welke oplossingen wordt gekozen, met in het achterhoofd dat de energietransitie op die manier voor burgers en ondernemers niet te duur wordt. Want, zo stelt men: uiteindelijk gaat het om het vinden van de balans tussen duurzaamheid, leveringszekerheid en betaalbaarheid. Wet milieubeheer Oh ja, en wie mocht denken dat hij niets hoeft te doen wanneer hij niet meer dan 25.000 m3 gas of 50.000 kWh stroom gebruikt, komt bedrogen uit. Ook voor deze partijen geldt nog gewoon de Wet milieubeheer en dus de verplichting om energiebesparende maatregelen te nemen die zich binnen vijf jaar kunnen terugverdienen. En dat is echt niet ingewikkeld. Een goede isolatie of overstappen op bijvoorbeeld led-verlichting zijn veelvoorkomende maatregelen die op korte termijn tot besparing leiden. Het zijn bovendien investeringen die zich binnen vijf jaar gemakkelijk terugverdienen. NOAB Tenslotte, uiteraard kosten alle maatregelen veel geld, waarbij Nijpels sprak over een investering van 900 miljoen euro. ‘Er is geen enkele reden om niet aan energiebesparing te doen’ Echter, de jaarlijkse opbrengst van alle maatregelen, na afbetaling, bedraagt 400 miljoen euro. De kosten gaan voor de baat uit, maar mens, milieu en uiteindelijk ook de ondernemer zijn er zeker bij gebaat. En mocht een bedrijf te weinig geld hebben om te investeren, ons land kent vele subsidiemogelijkheden die de investering haalbaar maken. Er is derhalve geen enkele reden om niet aan energiebesparing te doen. Voor bedrijven die moeten voldoen aan de ‘omgekeerde bewijslast’, maar ook voor hen die daar niet onder vallen. En daar ligt zeker ook een taak voor de NOAB-kantoorhouder. ■ Activa | Nummer 2 - 2018

Visma Accountancy Cloud Het slimste online samenwerkingsplatform voor accountants en ondernemers Wilt u als accountant werken met software waarmee u de processen van uw accountantskantoor volledig automatiseert, nieuwe kansen creëert en optimaal samenwerkt met uw cliënten? Dan is Visma Accountancy Cloud voor u de oplossing! www.vismasoftware.nl/accountancy Wat biedt Visma Accountancy Cloud: • De modernste online boekhoudoplossing voor u en uw cliënten • System-to-system-samenwerking • Zelf eenvoudig cliënten aanschakelen op online boekhouden • Gratis online dashboards en scan apps voor uw cliënten • Practicemanagement - uitgebreide tools voor uw interne kantoorbeheer adviesgroep Partners in kwaliteit MARREE & VAN UUNEN belAstingAdviseurs Sprendlingenstraat 61 5061 KM Oisterwijk T. 013 - 577 34 81 E. info@marree-cs.nl voor uw fiscAle vrAAgstukken VAN ELDEREN AccountAnts | belAstingAdviseurs Kanaalpad 77 | 7321 AN Apeldoorn T. 055 - 522 33 77 E. apeldoorn@vanelderen.nl Met vestigingen in: Ommen 0529 - 46 96 00 Wezep Zwolle 038 - 444 62 44 038 - 423 15 83 PUNt & VAN DE WEERDt, belAstingAdviseurs Parkstraat 20 2514 JK Den Haag T. 070 - 302 58 25 E. info@defiscalisten.nl voor uw fiscAle vrAAgstukken DIjKStRA & VAN DEN ENDE ADVOCAtEN Wagenweg 12-b 1442 BX Purmerend T. 0299 - 42 30 35 E. secretariaat@de-advocaten.nl E. vandenende@de-advocaten.nl voor uw juridische vrAAgstukken Postbus 2478 5202 CL ‘s-Hertogenbosch T. 073 - 614 14 19 E. info@noab.nl www.noab.nl

39 Adver torial Steeds eenvoudiger online samenwerken met cliënten Ondernemers verhogen hun wensen- en eisenpakket steeds verder. Nóg sneller, nóg iets goedkoper en telkens worden méér actuele data en méér inzicht verwacht. Daar heeft elk kantoor mee te maken. Door: Chris Wolters Het zijn logische eisen, gezien alle huidige technologische mogelijkheden: Blockchain, PSD2, Artificial Intelligence. De groep cliënten met hoge eisen en wensen kan inmiddels heel goed worden bediend met de online software van Visma die flexibele samenwerkingsmogelijkheden biedt. Noodzaak generieke aanpak In de praktijk worstelt een aantal administratiekantoren nog altijd met het feit dat de online samenwerking bij veel clienten langzaam op gang komt. Een grote groep cliënten blijft, vooral door gebrek aan kennis, op de traditionele manier samenwerken. Daardoor kunnen processen in de backoffice op kantoor niet verder worden geautomatiseerd vanwege het grote aantal uitzonderingen. Om stappen te maken wordt een generieke aanpak steeds noodzakelijker. Uitzonderingen reduceren Uitzonderingen in werkwijzen kosten extra tijd en geld. Het is dus zaak om die uitzonderingen te reduceren. Een tweetrapsraket, derhalve. Voor kantoren is de eerste stap om de manier van online samenwerken te bepalen. De tweede stap is om elke cliënt te benaderen en te overtuigen van de manier van online samenwerken die het kantoor voor ogen heeft. Er ontvouwt zich daarbij een waaier van smaken en mogelijkheden binnen de online tools. Ingeborg Walbrecht, Product NOAB Marketing Manager Accountancy van Visma Software BV, legt de cruciale vraag op tafel: “Wat adviseert u dan aan welke cliënt?” Zij vervolgt: “Vanuit administratiekantoren komt dan ook steeds vaker de vraag of wij hen kunnen helpen met de juiste informatieverstrekking over smart services of slimme diensten voor cliënten. Daarom is er een start gemaakt om kantoren te helpen die online samenwerking verder door te voeren, ook bij de meer traditionele cliënten.” Stappenplan Met een stappenplan wordt op eenvoudige wijze een online samenwerking gecreëerd met de traditionele cliënten. Walbrecht: “Daarnaast zien wij ook steeds meer de behoefte van kantoren om bij de buitenwereld, maar ook bij de eigen cliënten, onder de aandacht te brengen welke online diensten en samenwerking worden geboden. Wij gaan daarom nu een stap verder en bieden, naast onze software, een totaalpakket voor elk kantoor.” Praktisch gesproken houdt dit in dat kantoren co-branded marketingmaterialen van Visma ontvangen. “Niet alleen dat, maar ook bijvoorbeeld een specifieke informatie-app voor relatiebeheerders van het kantoor waarin zij alle informatie voor cliënten kunnen terugvinden. Deze ‘smart services’ bouwen we steeds verder uit.” Kantoren kunnen vervolgens focussen op de online strategie voor cliënten. Ingeborg Ingeborg Walbrecht Walbrecht besluit: ”Bij Visma helpen wij kantoren deze strategie zo eenvoudig mogelijk te realiseren door informatievoorziening en door de zichtbaarheid van de kantoren te vergroten.” Visma Software B.V. H.J.E. Wenckebachweg 200 1096 AS Amsterdam Postbus 9400 1006 AK Amsterdam T 020—355 29 99 E info@vismasoftware.nl I nl.visma.com Activa | Nummer 2 - 2018 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

40 ‘De bonus werkt onethisch gedrag in de hand’ Bij T-Mobile Nederland is het gebeurd met variabele beloningen voor individuele prestaties van directie en medewerkers. ‘Bonussen’ werkten averechts, zo wordt aangegeven. Helemaal verdwenen is de beloning voor goed werk niet: voor de verkoopafdeling blijft deze prikkel nog bestaan. Door: Chris Wolters De gehoorde geluiden staan in schril contrast met die van een aantal jaren geleden. Als beloningsinstrument werd de bonus door velen gezien als eerlijk en effectief. Hard werken werd navenant beloond en de hoogte van de bonus was af te meten aan objectief meetbare verkoopprestaties. Langs de meetlat Bonussen werden individueel bepaald aan de hand van geleverde prestaties of op basis van toekomstige mogelijkheden. Dat je met een bonussysteem onvermijdelijk een bepaald plafond bereikt, was minder van belang. De recent aangetreden topman van de Deutsche Bank, John Cryan, stelde het zo: ‘Ik heb geen idee waarom ik een contract met een bonus krijg aangeboden. Ik geloof namelijk niet dat ik harder of minder hard ga werken als iemand me meer of minder gaat betalen.” Een prestatiebeBeter resultaat mét bonussen Een verklaard voorstander van bonussen is professor Antoni Bokani. Hij meldde op een congres ‘Graaien of Zaaien’ (maart 2015): “Wie tegen bonussen is, is gewoon dom.” Bokani bleek een duidelijk pleitbezorger van variabele beloningen en bonussen. Hij vergeleek de prestatiebevorderende bonussen voor directies en medewerkers met die van een spits in de eredivisie. Een spits met een vast salaris van € 1 miljoen mist de prikkel om te scoren. Er is geen verschil tussen wel en niet scoren, intensief trainen en een losbandig leven. Krijgt diezelfde spits € 40.000 per doelpunt, dan meent Bokani dat hij niet te houden is. (Bron: FD) loning lijkt dan ook eerder een risico voor de bedrijfsresultaten dan een succesfactor. Analyses na de economische crisis van 2008 maken duidelijk dat de grote bonussen en aandelenopties de basis vormden van een te risicovol en sterk kortetermijngedrag onder ceo’s. Een aantal professoren Finance en Accounting pleitten in reactie daarop voor langetermijnprikkels. ‘Eén van de alternatieven is gewoon géén bonus’ Praktisch gesproken zou dat neerkomen op een vervanging van de korte termijn variabele beloning (vaak opgebouwd uit aandelenopties) door een mix van aandelen en langetermijnobligaties. Meevaller voor iedereen Freek Vermeulen, professor aan de London School: “Bonussen geven managers niet de prikkel om beter te presteren. Erger nog, de bonus werkt onethisch gedrag in de hand.” Vermeulen nuanceert: “De bonus hoeft niet tot het individu beperkt te blijven. Dat is vaak zo, maar dat hoeft natuurlijk niet. Je kunt een bonus bijvoorbeeld ook gelijktrekken voor iedereen en laten afhangen van het algehele bedrijfsresultaat. Dat heeft hele andere invloeden dan een individuele performance-gerelateerde monetaire uitkering.” NOAB Activa | Nummer 2 - 2018

41 Freek Vermeulen Vermeulen is niet tegen alle bonussen, maar stelt: “We weten uit verschillende onderzoeken dat bonussen een aantal problemen kunnen veroorzaken, waaronder het meten van de ‘prestatie’. Wat goed is voor jou als individu is niet altijd goed voor de prestaties van je collega’s, et cetera. Als je dan toch een substantiële bonusuitkering aan een imperfecte maat gaat hangen, gaan mensen veelal hun score op die maat optimaliseren in plaats van te doen wat écht goed is voor de organisatie als geheel en op lange termijn. Het werkt soms zelfs fraude in de hand, zo weten we uit onderzoek. Mensen gaan over het randje van het toelaatbare om de bonus maar binnen te halen. Meer kwaad dan goed “Voorts weten we ook, uit onderzoek naar ‘social comparison’, dat beloningsverschillen binnen een afdeling of team doorgaans meer kwaad doen dan goed. Zelfs voor de meestverdienende in het team kan dat demotiverend en averechts werken.” Vermeulen vervolgt: “Eén van de alternatieven is gewoon géén NOAB bonus: geef mensen een vaste beloning of ten minste één die niet afhangt van een individuele maat en leidt tot inkomensverschillen. Intrinsieke motivatie, het eigen verlangen om je werk goed te doen, zo weten we uit sociaalpsychologisch onderzoek, wordt vaak tenietgedaan door extrinsieke motivatie, zoals bijvoorbeeld de variabele financiële beloning.” Er is bijvoorbeeld onderzoek naar ‘non-monetary awards’ en systemen waar werknemers ‘likes’ kunnen krijgen voor hun werkzaamheden van hun collega’s. Expliciete feedback krijgen, vooral van je ‘peers’, is dat mensen je werk zien en waarderen.” Vermeulen besluit: “Dat werkt minstens even goed en zonder veel van de nadelen van financiële bonussen.” Voor het vaststellen van een bonus zijn er in principe geen regels; een wet hierover ontbreekt. Een werkgever mag dus zelf bepalen of en wat voor een bonusregeling wordt toegepast, hoe hoog de bedragen zijn en wanneer de bonus wordt uitbetaald. In dat licht bezien lijkt de bonus ook gewoon een cadeautje om de waardering voor iemand persoonlijk uit te drukken. ■ Activa | Nummer 2 - 2018 Fotog r a f i e Ma r t i j n Mu l der

42 ‘De Faillisementswet klopt niet’ “Eén van de grootste problemen van de Faillissementswet is dat een faillissement te gemakkelijk kan worden toegekend, zonder dat er voldoende wordt gekeken naar wat er vooraf is gebeurd en wat de gevolgen zijn. Maar, waar is de verantwoordelijkheid van ondernemers, die in veel gevallen daarna gewoon weer verder kunnen gaan?” Dat vraagt Roos Rahimi, bestuurder bij CNV Vakmensen, zich hardop af. Door: Henk Poker Een terechte vraag, wanneer we kijken naar de cijfers. Uit onderzoek blijkt dat sinds 2007 maar liefst 420.000 werknemers hun baan door faillissement hebben verloren. In de vorige uitgave van Activa liet forensisch accountant Jeanette van Dijk al weten dat een ander onderzoek aantoont dat bij ongeveer dertig procent van de faillissementen sprake is van fraude. Dit gaat niet alleen ten koste van allerlei crediteuren, maar ook van de fiscus. “En de fiscus zijn wij. We betalen dus met elkaar de gevolgen van alle faillissementen,” gaf Van Dijk aan. Bovendien, en dat wordt heel direct gevoeld, hebben dus meer dan 100.000 mensen hun baan door faillissementsfraude verloren. Rechtszaak Niet voor niets pleit CNV daarom voor een aanscherping van de wetgeving bij faillissementen. Zij deed deze oproep overigens niet alleen naar aanleiding van bovenstaande cijfers, maar vooral na een reeks faillissementen waar een luchtje aan zat, bijvoorbeeld dat van modeketen Tuunte. ‘Er is een groot grijs gebied tussen échte faillissementen en fraude’ De modeketen, met name actief in het oosten van ons land, ging vorig jaar augustus failliet. Aan het einde van die maand werd al bekend dat Tuunte, weliswaar in afgeslankte vorm, een doorstart ging maken. En opvallend, een doorstart met de oorNOAB spronkelijke eigenaren, alleen onder de naam van een andere investeerder. Met het faillissement kon echter afscheid worden genomen van schulden, te duur en vooral oud personeel, terwijl onrendabele winkels werden gesloten. CNV kwam al snel tot de conclusie dat Tuunte inderdaad van het oudere en duurdere personeel af wilde en stapte om die reden naar de rechter. “De boel failliet laten gaan, doorstarten met de oorspronkelijke eigenaren en oudere medewerkers op straat zetten. Het is ronduit respectloos dat dit wettelijk kan,” betoogde Roos Rahimi destijds. CNV sprak van een flitsfaillissement waardoor aandeelhouders onder andere voorkwamen dat ze het personeel een hoge ontslagvergoeding moesten betalen. Meer dan honderd oud-personeelsleden meldden zich bij CNV, om bij de kantonrechter hun ontslag aan te vechten. Zij vonden dat ze na de doorstart bij één van de nieuwe vennootschaphaagse ontwikkelingen Intussen zijn er enkele ontwikkelingen in politiek Den Haag, naar aanleiding van een uitspraak van het Europese Hof. Het komt erop neer dat meerdere partijen met name de belangen van medewerkers van failliet verklaarde ondernemingen beter willen beschermen. Uiteraard moet er bij een faillissement en een eventuele doorstart de mogelijkheid blijven om te reorganiseren. Een klankbordgroep gaat nu aan de slag met de vraag hoe de rechtsonzekerheid van medewerkers weggenomen kan worden. Daartoe wordt een richtlijn opgesteld, die nog vóór de zomervakantie moet worden aangeboden. Activa | Nummer 2 - 2018

43 pen in dienst waren gekomen en wilden daarom via de rechter hun baan in de doorstartende vestigingen afdwingen. Daarnaast eisten ze doorbetaling van loon of anders een ontslagvergoeding. De kantonrechter ging daar niet in mee. De arbeidsovereenkomsten waren volgens de wettelijke regels opgezegd en daarom hoefde er ook geen ontslagvergoeding te worden betaald. Kortom, het faillissement kon niet als een zogenoemde ‘prepack’ worden beschouwd, omdat de betrokkenheid van de curator niet kon worden aangetoond. Uiteraard was CNV teleurgesteld in de uitspraak. CNV Vakmensen stelde dat het bestaande personeel wel degelijk vervangen was door nieuwe, vaak jongere werknemers. “Wij verzetten ons tegen die uitruil, het ondernemen over de rug van werknemers,” stelde Rahimi. “Wij veronderstellen dat in het geval van Tuunte sprake is van een voorgekookt faillissement.” De opkomst van online Tuunte is niet de enige keten in de detailhandel die in de afgelopen jaren failliet ging. En ook niet de enige die wel heel snel daarna een doorstart maakte, vaak in afgeslankte vorm. “De detailhandel heeft over het algemeen te laat gereageerd op de ontwikkelingen in de markt, waarbij ik vooral doel op de opkomst van online,” verklaart Rahimi. “Dat er derhalve een correctie heeft plaatsgevonden, is duidelijk. Het percentage bedrijven dat faillissementsfraude heeft gepleegd, is evenwel niet bekend en is, zo blijkt, moeilijk aan te tonen. Daarom wordt het ook maar zelden aangevochten. Er is sprake van een groot grijs gebied tussen échte faillissementen en fraude en dat maakt het lastig.” Roos Rahimi er te weinig wordt gekeken naar wat eraan vooraf is gegaan. Een faillissement wordt daardoor al snel als legitiem gezien, op basis van bestaande wet- en regelgeving. Maar, voormalige eigenaren krijgen vervolgens de kans om weer heel snel een doorstart te maken. In sommige gevallen is dat goed, maar vaak blijven de maatschappij en de mensen die het betreft met de ellende zitten.” “Eén van de grootste problemen is dat er blijkbaar te gemakkelijk op een faillissement kan worden aangestuurd, waarbij NOAB Vraagtekens Een oplossing voor dit probleem heeft Rahimi niet meteen voorhanden. “Ik ben geen jurist en kan de wet op dit gebied Activa | Nummer 2 - 2018 Fotog r a f i e Pau l To lenaa r

Nieuw: Avanzer Advies Adviseer je klanten pro-actief over fi scale wijzigingen Profi teer nu van Avanzer Advies: Help jouw klanten pro-actief met het besparen van tijd en geld. Ontvang alerts over die fi scale ontwikkelingen die leiden tot een advieskans. Gebruik de voorbeeld-klantbrieven en handige tools zoals checklists en rekenmodellen. Nieuw: automatische klantkoppeling met KBP Aangiftesoftware. Gratis uitproberen? Registreer je nu op avanzer-advies.wolterskluwer.nl

45 niet analyseren. Wat ik wel constateer is dat de curator pas in actie komt als een faillissement is aangevraagd. Feit is dat ook een ondernemingsraad, wanneer aanwezig, vaak pas op de hoogte wordt gebracht van de problemen als het al te laat is. Dus, controle op de hele gang van zaken is bijna onmogelijk. Wellicht dat er in een eerder stadium een soort Raad van Toezicht in actie zou kunnen komen. En naast de curator moeten de medezeggenschapsorganen en belangenbehartigers een veel prominentere rol krijgen.” ‘Controle op de hele gang van zaken is bijna onmogelijk’ Rahimi heeft in de afgelopen jaren meer dan eens de indruk dat bepaalde faillissementen in de detailhandel vooral bedoeld waren om van (te duur) personeel en de transitievergoeding af te komen. “En de wetgeving heeft daaraan meegewerkt, met alle maatschappelijke gevolgen van dien.” Als voorbeeld noemt zij het kledingmerk McGregor, dat in korte tijd maar liefst drie keer failliet ging en steeds weer een doorstart kon maken. “Daar mag je toch je vraagtekens bij plaatsen,” vindt de CNVbestuurder. Staan voor mensen Bij het faillissement van Tuunte en de rechtszaak die CNV Vakmensen vervolgens aanspande, was er overigens geen contact met de curator. “Die wilde niets met ons delen en de werkgever ook niet. Vandaar dat het een moeilijke keuze was om de rechtszaak al dan niet door te zetten. Nee, we hebben dit absoluut niet voor ons imago gedaan. We hebben het doorgezet omdat medewerkers zo overduidelijk benadeeld werden en we als vakbond vonden dat we nu moesten doorpakken. We staan voor onze mensen en dachten een hele duidelijke zaak te hebben. Daarnaast wilden we het onderwerp van faillissementsfraude duidelijk agenderen, zodat ook de politiek wakker wordt geschud. Dat laatste is deels gebeurd, want we merken dat er hier en daar beweging is op dit vlak.” “De vraag is nu wie zich er in politiek opzicht hard voor gaat maken dat met name de belangen van medewerkers beter worNOAB den beschermd. Dat is een lastige en daarop hebben we nog geen antwoord gekregen. Ik denk dat de politiek er uiteindelijk niet omheen kan, omdat het vooral in maatschappelijk opzicht te veel schade met zich meebrengt. Het is echt een legitiem onderwerp.” Wetgeving klopt niet “De wetgeving rondom faillissementen klopt niet,” gaat Rahimi verder. “En CNV Vakmensen probeert dit onder de aandacht te brengen van politiek Den Haag. Als je voor ondernemerschap bent, doe hier dan ook iets aan. Je behoort als wetgever niet mee te werken aan verkeerde wetten. Te vaak wordt de Faillissementswet nu gebruikt om het arbeidsrecht te omzeilen en dat kan niet de bedoeling zijn.” “Ja, we krijgen nu kritiek van meerdere curatoren die hardop de vraag stellen of CNV Vakmensen aan hen twijfelt. Maar, daar gaat het niet om. In de afgelopen jaren zijn er vele faillissementen uitgesproken waar je daadwerkelijk je vraagtekens bij mocht zetten. Binnen de kaders van de wet mocht het misschien allemaal, maar mensen die hun gezond verstand gebruiken, zien dat anders.” ‘De politiek kan er uiteindelijk niet omheen’ “Inderdaad, de bewijsvoering blijft lastig, maar ik heb echter de indruk dat het onderwerp wel op de agenda staat. CNV Vakmensen zal zich daar sterk voor blijven maken, ook al hebben we de rechtszaak tegen Tuunte verloren. Wie nuchter naar de feiten kijkt, en dat heb ik gedaan, kan grote vraagtekens plaatsen bij allerlei faillissementen die we in de afgelopen jaren voorbij hebben zien komen. Nogmaals, de wet klopt niet en de vraag is wat we daar aan gaan doen. Daar gaat het nu om. Want, Tuunte is niet de enige, niet de eerste en niet de laatste. Dit gaan we in de toekomst nog veel vaker tegenkomen, mits de politiek nu stappen gaat zetten om faillissementsfraude daadwerkelijk aan te pakken. De politiek is aan zet, in het belang van de mensen en de maatschappij.” ■ Activa | Nummer 2 - 2018

46 Adver torial Online dossierbeheer samen met de klant Eén digitaal dossier dat zowel door klanten als de intermediair kan worden gebruikt. Actueel, compleet en vooral: veilig. Het kan allemaal met DigiRecord, de internetapplicatie die bestanden en documenten via een optimaal beveiligde verbinding toegankelijk maakt voor elke gebruiker met toegangsrechten. Kees Schaap, directeur van Pro Management Software: “DigiRecord maakt het mogelijk volkomen transparant te werken.” Door: Hans Pieters Steeds meer administratiekantoren verzoeken hun relaties een of meerdere online dossiers in gebruik te nemen. Die dossiers blijven altijd in tact, ook bij wisseling van bestuursleden of intermediair. “Binnen DigiRecord is dit eenvoudig realiseerbaar,” weet Kees Schaap. De werking is eenvoudig, transparant en volledig in te richten naar de gewenste situatie. De kostenbesparing ten opzichte van papieren dossiers is enorm en de opslagcapaciteit is onbeperkt, alsmede de houdbaarheid en de realiseerbare tijdbesparing. Schaap: “Het is bijna niet te geloven, maar ik heb via mijn iPhone in feite altijd van meer dan 1.500 klanten de dossiers in mijn broekzak zitten.” Online dossier “Eigenlijk kun je spreken van een lege ordner, waarin de tabbladen door de gebruikers zelf kunnen worden aangemaakt,” aldus Schaap. Een zeer belangrijke toepassing is naar zijn overtuiging het online permanente dossier. “Hierin worden de statuten, vennootschapscontracten, overeenkomsten, leasecontracten, vergaderstukken, verzekeringspolissen e.d. vastgelegd. Dit is een zeer belangrijk dossier voor een ondernemer, waarbij op één plek alle belangrijke stukken veilig zijn vastgelegd en opgeborgen.” NOAB “Een dossiereigenaar kan met één druk op de knop een gebruiker activeren of ontkoppelen, maar ook – denk aan een vereniging – enkele tientallen of honderden personen activeren of ontkoppelen. Zo gebruiken wij een centraal instructiedossier waartoe een paar duizend personen toegang hebben. Wanneer we een nieuwe instructie uploaden in dat ene dossier, ontvangen alle betrokkenen een e-mailbericht en zijn zij direct op de hoogte. Dit geeft veel meer attentie dan bijvoorbeeld een nieuwsbrief, die vaak al snel wordt verwijderd.” Werkstroom “Wanneer een document verdere afhandeling vergt, is het mogelijk een werkstroom te koppelen met signaleringsfuncties voor tijdige afhandeling van de taken in de werkstroom. De eigenaar van het document is continue op de hoogte van de stand van zaken en iedereen beschikt over precies dezelfde informatie. Wel zo handig.” “Zo kan een intermediair jaarlijks ten behoeve van bijvoorbeeld de IB-aangiften een werkstroom opmaken, waarin de gegevens worden opgevraagd. De klant ontvangt automatisch dit bericht en kan de gevraagde gegevens uploaden. Bij niet-tijdige aanlevering, versturen de ingebouwde signaleringsfuncties automatisch een herinnering, zodat de intermediair niet kan worden verweten te laat om informatie te hebben gevraagd.” Veilig en toegankelijk “In vergelijking met het uitwisselen van informatie en documenten via e-mail is een online dossier in DigiRecord.nl vele malen veiliger,” legt Schaap uit. “Dit ook met het oog op de eisen die de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (van kracht met ingang van 25 mei, red.). Je hebt de waarborg dat alleen door een beheerder geautoriseerde personen toegang hebben. Ideaal toch?” Pro Management Software Lijstersingel 15 2902 JD Capelle aan den IJssel Postbus 671 2900 AR Capelle aan den IJssel E info@promanagement.nl T 010—451 76 76 I www.digirecord.nl I www.promanagement.nl Activa | Nummer 2 - 2018

‘Met Twinfield kan ik mijn klanten veel beter adviseren’ Optimaal online boekhouden met Twinfield Benut jij écht de voordelen van online boekhouden? Dit bespaart je veel tijd! En geeft je real-time inzicht in de laatste cijfers. Met Twinfield kun je efficiënter boekhouden. En slim online samenwerken met je klanten. Zo houd je meer tijd over voor advies. Ook efficiënter boekhouden? Probeer het gratis! Bekijk onze accountancyregeling op: taxnl.wolterskluwer.com

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
Home


You need flash player to view this online publication