20

Oud-redactielid Koos Donné (1972-1976) M. Montagnards belt. Midden in de lange winterslaap. Hoe is ‘t? Ja, goed, en met jou? Ook goed. Montagnards. Geel en blauw. Mijn moeder. Pietje Kupers, Thei Keiren, hij vooral; mijn held; het oude veld achter Harry van Mil, waar ik ooit het zaklopen verloor. Van Bertje Rühl nota bene. Hij stak, terwijl ik onbeholpen maar reglementair voort hupte, de voeten door de gaten van het vroeg naoorlogse jute en rende voor mij uit naar de finish. Fraude! Ja zeker. Natuurlijk. Maar geen jurylid die zich druk maakte. Het ging goed toen h­­e? Ja. Maar was het wel allemaal volgens de regels? Nee, dat zeg ik. Misverstand. Ik heb Bertje Rühl nog in mijn hoofd, Montagnards heeft het over de jaren zeventig. Twee keer promotie achter elkaar. Verdacht? Regels? We besloten op enig moment achter elkaar in een rijtje op te komen om vanaf de middencirkel naar de mooiste meisjes van het dorp te zwaaien. En naar Hannes Kuupers en Wiel Vrede, maar die kon je negeren. Dat mocht. Ik ben me niet bewust van een overtreding. Echt niet?Ben eens eerlijk; wordt het niet eens tijd na al die jaren? Het moest een keer gebeuren. Al die onthullingen in de wielersport; het kon niet anders of de olievlek zou ons, vroeg of laat, bereiken. Ik breek. 18

21 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication