0

Veel werkgevers hechten waarde aan diploma’s, ik vooral aan capaciteiten. Rob Jansen, pagina 15 Je moet tegen iemand opkijken om iets van hem of haar te kunnen leren. Laamia Elyounoussi, pagina 19 Ondernemers spreken elkaars taal. Wat ze van ons horen is waardevol. Fieke Roozen, pagina 20 Nummer 3, juli 2015 over bedrijven die investeren in mensen Ka-tjing! Een rinkelende kassa betekent meer banen Gert-Jan Dekker Rataplan

Column Kloppen Door: Jos Verhoeven Directeur Start Foundation Breed lachend komt hij uit een chique witte Audi. Ik krijg een stevige mediterrane omhelzing. Het gaat B. voor de wind. Hij is ondernemer met ruim 25 medewerkers. Toen ik hem voor het eerst ontmoette was hij een kansloos joch. Met familie gevlucht uit Kroatië. School mocht hij niet afmaken. Zonder diploma’s moest hij de arbeidsmarkt op. Ouders spraken geen woord Nederlands en hij kende niemand. Na een klein duwtje in de rug begon zijn zegetocht op de arbeidsmarkt . O. ken ik al als klein kind. Een guitig manneke van Turkse afkomst. Thuis was het klimaat kil en hardvochtig. Steun bestond vooral uit corrigerende tikken. O. dook in computers en had jarenlang een eigen bedrijf. Hij werkt nu bij een grote onderneming. En dan H. Knap ventje, deze krullenbol. Altijd lachen met die deugniet. Het thuisnest was warm. Lieve moeder, fijne vader, volop steun thuis. H. zit nu ongetwijfeld weer vast. Onverbeterlijke crimineel vanaf zijn 16e. Ze zullen allemaal wel kloppen, die verhalen over hoe het misgaat als het thuis niet klopt. Als het boven in dat hoofd maar klopt, denk ik. De witte bolide vertrekt ondertussen luid claxonnerend. 2 Baanbreker nr. 3 2015

Inhoud Omslagverhaal 6. Gert-Jan Dekker verdubbelt elk jaar het aantal banen bij Rataplan. Samen werken 15. Toppers! Rob Jansen van Chain Logistics zag direct het talent van Esko Redzepagic. 19. Vijf vragen aan Laamia Elyounoussi, directeur Schone Zaak! 20. Fun Forest wil samenwerken om jongeren met een beperking aan werk te helpen. Kosten en baten 16. Emilie Goodall spreekt op het eerste congres over Social Impact Bonds. Alvast een interview. Overheid en beleid 10. Wie opdrachten wil van de overheid, moet banen bieden aan mensen met een beperking. Te veel gevraagd? De stelling 18. Pienter met poen: Waar vind je financiering voor scholing? 24. Niemand wil de apparatuur betalen die Sibel Gerretsen nodig heeft om te kunnen werken. Niet te geloven! En verder.... 2. Column Jos Verhoeven 4. Kortweg Start Foundation 23. Lieve Sahar Goed geregeld! 12. Een baan voor een jongere met een chronische ziekte? Lees onze 7 tips. Colofon Baanbreker nummer 3, juli 2015 Baanbreker komt vier keer per jaar uit. Baanbreker is het relatiemagazine van Start Foundation en inspireert, over tuigt en helpt ondernemers vanuit maatschappelijk en economisch realisme om werk nemers met een arbeidsbeperking in dienst te nemen en/of te houden. Redactieadres: Start Foundation Klokgebouw 188 5617 AB Eindhoven Telefoon: 040 246 18 50 info@startfoundation.nl Gratis abonnement? Stuur een e­mail naar: info@startfoundation.nl Conceptontwikkeling en realisatie: Bindkracht 12/ Marjan Agerbeek Vormgevingsconcept: Motif Concept & Design/ Elke Kunneman en Sake van den Brule Redactie: Lycia Bakker, Sahar Mokamel­Babori en Jos Verhoeven Tekst: Marjan Agerbeek, Annemarie Geleijnse, Hans Horsten, Christine Lucassen, Jos Verhoeven, Ton van der Vliet en Anka van Voorthuijsen Vormgeving: Marijke Reer Tekstcorrectie: Rob Vooren Fotografie: Frans van Lieshout, Guy Offerman, Jan Reinier van der Vliet Illustraties: Idris van Heffen Drukkerij: Baanbreker wordt ge drukt door Drukkerij Wedding B.V. in Harderwijk. Deze drukkerij hecht grote waarde aan maat schappelijk verantwoord ondernemen (MVO), het milieu en het inschakelen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. www.drukkerijwedding.nl Baanbreker nr. 3 2015 3

Kortweg Start Foundation Tekst: Ton van der Vliet Foto’s: o.a. Frans van Lieshout, Guy Offerman 10 gemeenten Geen koudwatervrees De Tilburgse Bonheur Horeca Group (acht bedrijven, van voetbalstadion tot broodjeszaak) heeft diverse medewerkers met een arbeidsbeperking, waaronder vijf Wajongers, op een personeelsbestand van honderd personen. Directeur Ton Gimbrère begon ermee omdat hij moeilijk koks kon vinden. Intussen is hij vol lof over de meester­gezel­constructie binnen zijn bedrijf. Hij vertelt er uiterst bevlogen over in een korte video op www.opnaarde100000.nl. ‘Je moet als ondernemer even je koudwatervrees overwinnen, daarna merk je dat de bestaande organisatie er veel plezier van ondervindt.’ Start Foundation investeert in de Bonheur Horeca Group. www.opnaarde100000.nl Minstens tien gemeenten zouden meedoen aan de pilot, maar dat stokte bij vijf. Van de beoogde honderd stageplekken kwamen er niet meer dan veertig van de grond. En vervolgens werd 22 procent van die stageplekken ook nog eens voortijdig afgebroken. In 2013 begon het IMK (Instituut voor het Midden­ en Kleinbedrijf) met financiële onder steuning van Start Foundation een ‘social returnproject’. Ondernemers die met hulp van het IMK en de gemeente een bedrijf waren begonnen, werd gevraagd iemand uit de bijstand een stage of een baan aan te bieden. Op papier een mooi plan, maar de resultaten vielen tegen. Dus is het project voortijdig stopgezet. Geleerd: het is erg lastig om gemeenten enthousiast te maken en succesvolle matches tot stand te brengen tussen starters en mensen uit de bijstand. Snelweg naar geschikt personeel Als ondernemer zelf medewerkers met een be perking zoeken? Gerard de Nooij van Ongehinderd besteedt dat liever uit. Ongehinderd (acht medewerkers) brengt locaties in kaart die toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Ervaringsdeskundigen zijn hier dus meer dan welkom. Maar om die te vinden, kostte tot voor kort veel tijdrovende sollicitatiegesprekken. Dus kozen ze onlangs een andere weg. Een door Start Foundation geselecteerd en deels bekostigd bureau selecteerde acht kandidaten met een beperking voor een speeddate van vijf minuten. Met drie werd daarna uitvoeriger gesproken. Twee van hen (een man van middelbare leeftijd met een gehoorbeperking en een jonge vrouw met een chronische ziekte) delen nu samen één fulltimebaan. Gerard: ‘Zo’n bureau heeft contacten bij UWV en gemeenten, een netwerk dat vele malen groter is dan je eigen netwerk. En het belangrijkste: ze selecteren vooraf al op de vereiste competenties.’ www.ongehinderd.nl 4 Baanbreker nr. 3 2015

Hmm … cijfertjes! Besparen door prestatiebeloning Ralph de Ruijter (Investering & Innovatie) van Start Foundation is mede­architect van de SIB (Social Impact Bond) waarmee de gemeente Utrecht 252 jongeren naar werk of opleiding gaat helpen. Het onderwerp haalde het NOS-Journaal … ‘Ja, het is ook bijzonder. Normaal geeft de gemeente een opdracht. Hier werken vier partijen (de financiers Start Foundation en Rabobank Foundation, gemeente Utrecht, Society Impact en The Colour Kitchen) echt samen.’ Hoe ging de aanloop? ‘Vlot. Onze eerste SIB in Rotterdam vergde anderhalf jaar voorbereiding, nu vier maanden. We hebben veel geleerd en delen deze kennis graag.’ Wat is anders? ‘Payment by results. Traditioneel betalen gemeenten tussen de € 3000,en € 5000,­ per traject, ongeacht het resultaat. Nu telt alléén resultaat. Is dat positief, dan verdient iedereen. De gemeente bespaart op uitkeringen: financiers en ondernemers delen in het rendement.’ www.startfoundation.nl/nieuws De meeste ondernemers zijn er dol op: cijfertjes! Wie geïnteresseerd is in sociaal onder nemen, kan interessant cijfer materiaal (en andere feiten ook trouwens) vinden op www.startmetvragen.nl. Dat is het jaar verslag 2014 van Start Foundation. Er worden geen bomen voor omgehakt, want het wordt alleen digitaal uitgegeven. En je kunt direct vragen stellen als je iets wilt weten wat er niet in staat. Ook in andere opzichten is dit jaarverslag anders dan anders. Zo wordt er niet alleen terug­, maar ook vooruitgeblikt. Zoals op nieuwe, innovatieve manieren van bedrijfsfinanciering ­ het zogenaamde Mission Related Investment (MRI), waar mee sociaal ondernemen voor menig ondernemer net weer een stapje dichterbij komt. www.startmetvragen.nl Baas in eigen keuken Ernst­Jan Swarte was accountmanager bij GWK, besloot in 2004 tot een carrière switch en werd ondernemer. Inmiddels runt hij samen met zijn vrouw Fieke Roozen onder de naam Fun Forest vier boomrijke klimparken in Nederland. De circa honderd medewerkers vormen een bonte mix van jong en oud en diverse achtergronden. Met financiering van Start Foundation verrees in het park in Rotterdam een bijzondere horecavoorziening, de zogenaamde BOSS Kitchen. Onder begeleiding van leermeesters (ervaren ‘horeca­rotten’ die werkloos zijn geraakt) doen (werkloze) jongeren uit het speciaal onderwijs hier horeca­ en werkervaring op. En ze leren nog iets extra’s, want BOSS staat óók voor: ‘baas over je eigen leven zijn’. Meer over Fun Forest en het BOSS Kitchenproject op pagina 20. www.funforest.nl Hulp nodig van Start Foundation? Start Foundation investeert in oplossingen en innovaties om mensen voor wie het hebben van een baan niet vanzelfsprekend is, te helpen aan werk te komen of hun baan te behouden. Denk aan ouderen, niet­ of laagopgeleide werknemers, werknemers met een beperking of getroebleerd verleden. Ook verstrekt de organisatie kapitaal aan bedrijven die deze medewerkers in dienst hebben of gaan nemen. Meer weten? Kijk bij innovaties of bedrijfskredieten op www.startfoundation.nl Baanbreker nr. 3 2015 5

Omslagverhaal Kringloopwinkels en fietsenstallingen Ondernemer Gert-Jan Dekker samen met bedrijfsleider Karin Flink van het filiaal in Haarlem. Hier zijn ze in de nieuwe Rataplan XL-winkel in Amsterdam-West. Stichting Rataplan exploiteert dertien kringloopwinkels in Noord­ en Zuid­Holland, achttien fietsenstallingen en drie fietsenwinkels. Begonnen als onderdeel van sociale werkvoorziening Noorderkwartier, staat het bedrijf sinds 2006 op eigen benen. Rataplan biedt volwaardig betaald werk aan mensen met een arbeidsbeperking. Ook taakgestraften en ex­gedetineerden krijgen er een kans. Rataplandirecteur Gert­Jan Dekker is penningmeester van de BKN, de koepelorganisatie van kringloopwinkels, en neemt deel aan de mede door Start Foundation gefinancierde leergang sociaal ondernemen van het Amsterdam Center for Entrepeneurship. Gert-Jan Dekker Rataplan 6 Baanbreker nr. 3 2015

Gert­Jan Dekker geeft spullen én mensen een tweede kans We willen groeien, dan creëren we meer banen Groei! Voor sociaal ondernemer Gert-Jan Dekker vormt die ambitie het heilige vuur. Ieder kwartje in de kassa’s van zijn Rataplan-kringloopwinkels en -fietsenstallingen draagt bij aan de mogelijkheid meer mensen met een arbeidsbeperking aan betaald werk te helpen. Tekst: Annemarie Geleijnse Foto’s: Guy Offerman In de nieuwe Rataplan XL­winkel in het Amsterdamse westelijk havengebied kom je ogen tekort. Een aankondiging van een jazzconcert, een krijtbord met de heerlijkheden die het café vandaag biedt, hoge plafonds, veel licht, oogstrelende schappen met op kleur gesorteerde spulletjes en warme, vriendelijke medewerkers. In het in de winkel gelegen café zit Rataplan­directeur Gert­Jan Dekker. Met zicht op de kassa, achter een glaasje sap, vertelt hij rustig, maar zichtbaar trots over zijn winkels en vooral zijn mensen. Elf jaar geleden doekte hij zijn winkels in kampeerbenodigdheden op en stapte hij in dit nieuwe avontuur. Rataplan verzelfstandigen en er een winstgevend bedrijf van maken; wat je noemt, een uitdaging. Tachtig procent van de medewerkers in de kringloopwinkels en zeventig procent in de fietsentak van Rataplan hebben een arbeidsbeperking of afstand tot de arbeidsmarkt. Een kringloopwinkel is bij uitstek geschikt voor mensen met een arbeidsbeperking, weet hij inmiddels. ‘Het werk kan worden toegespitst op de persoon. Als het nodig is, doen we aan jobcarving, dan knippen we een functie in stukjes op.’ Lopend door de winkel, wordt al snel duidelijk hoeveel mogelijkheden de winkel biedt. Er is een fietsenmaker, een lijstenmaker, een kleermaker, iemand die witgoed repareert, een stereoapparatuurspecialist, iemand voor de logistiek, het magazijn en de kassa. Alles gebeurt zo veel mogelijk zichtbaar in de zaak. Want mensen kleding laten sorteren in een loods ergens uit het zicht, is niet Dekkers stijl. ‘De zichtbaarheid draagt er juist aan bij dat klanten ons de verkoop gunnen.’ Uitdaging Toen Dekker destijds ter oriëntatie een kijkje nam in de kringloopwinkel in Den Helder, zag hij vooral Goed geregeld Landelijke afspraak met UWV De regionale organisatie van het UWV kostte Rataplan veel onnodige rompslomp. Voor iedere kringloopwinkel of fietsenstalling moest Rataplan in onderhandeling met het UWV in de betreffende gemeente. Dat kon en moest beter, vond Dekker. Hij slaagde erin een landelijke afspraak te maken. Medewerkers werken veertien maanden bij Rataplan, volgen ondertussen een opleiding en stromen door naar een reguliere baan. Dekker probeert nu als bestuurder van de branchevereniging ook voor de andere winkels een convenant te sluiten met het UWV. » Baanbreker nr. 3 2015 7

Omslagverhaal Er zit meer in deze mensen dan je denkt kansen, heel veel kansen. Het roer ging om, de winkels werden gerund als een echt bedrijf. Gestart met een paar winkels en 22 medewerkers, zorgde Dekker voor een stormachtige groei. De veertiende winkel (in de gemeente Hollandse Kroon) staat inmiddels in de steigers. Jaarlijks verdubbelt het aantal arbeidsplaatsen nagenoeg. Vorig jaar bood Rataplan 1.100 mensen werkervaring, waarvan 340 mensen in betaalde dienst. Volgend jaar ‘dus’ 680 mensen betaald in dienst? ‘Het zou zo maar kunnen.’ Sterker nog, Dekkers ambitie is om over vijf jaar 2.500 arbeidsplaatsen te bieden. Dat betekent dat de kassa flink moet blijven rinkelen. Dekker: ‘Op het moment dat wij het goed commercieel oppakken en groeien, hebben we meer arbeidsplaatsen voor mensen met een arbeidshandicap te bieden. Daar draait het uiteindelijk om.’ Eigen broek ophouden De eigen broek ophouden, staat voor Dekker daarbij voorop. ‘Ik ben ondernemer, dus ik wil op een ondernemende manier mijn winkel runnen. Zonder subsidie kun je sneller opereren.’ Daarbij vindt Dekker het voor zijn mensen ook belangrijk dat ze in een echt bedrijf werken. ‘Het maakt ze trotser. We werken allemaal heel hard om via die kassa onze dubbeltjes en kwartjes te verdienen. We kunnen op eigen benen staan!’ Kosten en baten Extra omzet voor extra banen De omzet van Rataplan groeide van vijf ton in 2004 naar bijna negen miljoen euro in 2014. Een kwart daarvan komt uit Rataplan Fiets, de rest uit de kringloopwinkels. Zestig procent van de kosten zijn loonkosten. De winst, vorig jaar zo’n twee ton, wordt samen met een financiële impuls van Start Foundation geïnvesteerd in nieuwe winkels. Gert­Jan Dekker: ‘Ik wil blijven groeien. Hoe meer omzet, hoe meer arbeidsplaatsen we kunnen bieden.’ Waarom lukte het bij Rataplan wél? Naam: Karen Flik Functie: bedrijfsleider filiaal Zeilstraat Haarlem In dienst sinds: 2005 Arbeidsbeperking: posttraumatische stressstoornis (PTSS) ‘Twee uur per week op therapeutische basis. Zo begon ik als caissière. Ik had nooit gedacht dat ik ooit fulltime bedrijfsleider zou zijn. Ik kreeg van Rataplan ruimte om me op mijn eigen manier te ontwikkelen. Het mooiste is dat ik nu anderen de kansen kan geven die ik zelf hier ook heb gekregen.’ 8 Baanbreker nr. 3 2015

Samenwerken Nieuwe werkplek geeft lucht Twee ADHD’ers bij elkaar, soms werkt dat prima, maar soms blijkt dat een lastige combinatie. Rataplan maakt gebruik van de schaal van het bedrijf en haalt zo nodig niet­werkende combinaties uit elkaar. In Amsterdam en Haarlem zijn bijvoorbeeld twee vestigingen, zodat een van de collega’s op een andere plek kan gaan werken. Ook in de kop van NoordHolland liggen de winkels van Alkmaar, Schagen en Heerhugowaard relatief dicht bij elkaar. Een belangrijke bijdrage aan de extra arbeidsplaatsen levert Rataplan Fiets, een tweede tak die de ondernemende Dekker in 2007 op zette. Door heel Nederland neemt het bedrijf fietsenstallingen inclusief het personeelsbestand over van gemeenten en de NS. De samenwerking met de NS wordt dit jaar verder geïntensiveerd. Het levert niet alleen groei, maar ook extra mogelijkheden voor het personeel om zich breder te ontwikkelen. Het steekt de bevlogen sociaal ondernemer dat dagblad Trouw vorig jaar ten onrechte meldde dat Rataplan met het overnemen van de fietsenstallingen van de NS banen van mensen afnam. Dekker: ‘Ik vond het vooral rot voor onze mensen. Zij zijn heel trots om bij Rataplan te werken, en nu lazen ze dat wij banen zouden afpakken, terwijl we het personeel juist overgenomen hebben.’ Ziekteverzuim De betrokkenheid van het personeel is wat Rataplan tot zo’n mooi bedrijf maakt, stelt Dekker. ‘We hebben een ziekteverzuim van maar vier procent. Veel mensen hebben een beperking, maar zij zijn gewend om net dat stapje extra te zetten om mee te kunnen doen in de maatschappij. Mijn ervaring is dat deze mensen veel gemotiveerder zijn dan reguliere medewerkers.’ Trial and error Hoewel termen als ADHD, klassiek autisme of PDD­NOS Dekker met gemak uit de mond rollen, meent hij dat het niet nodig is een halve psychologiestudie af te ronden voordat je een bedrijf als dit kunt leiden. ‘Ik ben er juist heel blanco ingestapt.’ Hij leerde door ‘trial and error’. Hij lacht en vertelt hoe op een dag iemand de deur van zijn kantoor zo hard dichtsloeg dat de plafondplaat op zijn bureau lag. ‘Juist door die onbevangenheid ben ik gaan inzien dat er meer in mensen met een arbeidsbeperking zit dan je denkt.’ Hij heeft het idee dat de medewerkers die houding waarderen. ‘Ik kwam binnen als een echte ondernemer die modeshows ging organiseren, een bandje in de winkel, veilingen. Iedereen vond dat geweldig. Ik heb geen enkele weerstand gevoeld.’ Het is ook wat hij uitdraagt op lezingen en aan andere ondernemers. ‘Bij veel ondernemers leeft de angst dat je eerst alles over allerlei aandoeningen moet weten, voordat je deze mensen in dienst kunt nemen. Die angst kan ik wegnemen.’ « Overheid en beleid Wennen voor gemeenten Nog niet alle gemeenten kennen de weg in de Participatiewet en de WMO. Als Rataplan een werkplek wil bieden aan een medewerker die in aanmerking komt voor loonkostensubsidie, dan komt het voor dat hij de gemeente moet uitleggen dat ze naar het UWV moeten om daar het loonwaardeoordeel (het verschil tussen het minimumloon en het bedrag dat de medewerker gezien zijn productiviteit eigenlijk zou moeten verdienen) te laten bepalen. Dekker: ‘Door de onbekendheid met de nieuwe regels valt het niet mee zaken snel voor elkaar te krijgen.’ Baanbreker nr. 3 2015 9

Overheid en beleid De stelling –> De overheid eist te veel aan social return bij aanbestedingen Tekst: Christine Lucassen Illustratie: Idris van Heffen Landelijke en lokale overheidsinstellingen stellen bij aanbestedingen vaak forse eisen op het gebied van social return. Maar mensen met een arbeids beperking werk bieden, is niet voor alle opdrachten in dezelfde mate mogelijk. Schieten we door? Rampzalig Het kan slimmer Daan Stuit, voorzitter brancheorganisatie MKB INFRA ‘De overheid stelt niet zozeer te veel, maar vooral niet de juiste eisen. Gemeenten stellen al langer social return-eisen in bestekken. Onze leden vinden het systeem zoals het nu wordt toegepast rampzalig – want projectgebonden. Je krijgt draaideurwerklozen. Dan heb je een project voor, zeg, de gemeente Delft met een bestek­eis dat vijf procent van de loonsom wordt gebruikt om mensen uit hun kaartenbakken in te zetten. Na vier, vijf maanden is het project afgelopen en staan die mensen weer op straat. Daarna krijg je hetzelfde in bijvoorbeeld Den Haag, met mensen uit hún kaartenbakken. Het gaat allemaal erg regionaal of gemeentelijk en niet duurzaam. Stel daarom landelijke en structurele social return-eisen, en stel ze niet per project maar per bedrijf. Bied ondernemingen de mogelijkheid om via een opleidingsinstituut op brancheniveau deelnemers aan een tweejarig leer­werktraject in te huren en op verschillende projecten te laten werken. Zo leren ze een vak en krijgen ze tijd om zichzelf te redden op de arbeidsmarkt.’ Yuri Starrenburg, voorzitter PSO Nederland ‘De diversiteit in de wijze waarop gemeenten hun social return­beleid uitvoeren is zo groot dat je hier geen ja of nee op kunt zeggen. Maar het uitvragen van social return kan veel slimmer. Gebruik social return­beleid niet als doel, maar als middel om een maatschappelijk vraagstuk mee op te lossen. Steeds meer bedrijven en gemeenten zitten op de goede weg. Zo kan de overheid bij aan bestedingen onder de EU­drempel de Prestatieladder Socialer Ondernemen als één van de gunningcriteria mee nemen, waar mee bedrijven aantonen dat ze gemiddeld duurzaam socialer opereren. Als een bedrijf met PSO­keurmerk bijvoorbeeld een offerte voor een onder houdscontract maakt van € 200.000 en een concurrent zonder € 180.000 vraagt, kan een gemeente dat eerste bedrijf vanwege de bewezen social return een fictieve korting geven en daarmee de opdracht gunnen. Gemeenten kunnen ook de social return­eisen in bestekken kwijt schelden voor ondernemingen op PSO­trede 2 of hoger. Zo voorkom je dat bedrijven zeggen: ‘Ik wíl wel, maar ik kán het niet duurzaam omdat ik telkens andere mensen moet inzetten.’ 10 Baanbreker nr. 3 2015

Maatwerk Zoek oplossingen Onno Scholten, adviseur social return Werkgeversservicepunt Rijnmond, gemeente Rotterdam ‘Oneens. Het gaat erom dat je als opdrachtgever weet wat je op de markt zet en hoe die markt in elkaar zit. Gebaseerd daarop moet je social return­eisen stellen. Dat is maatwerk, zowel bij het inkoopproces als bij de invulling. Bij een heel arbeidsintensieve opdracht in bijvoorbeeld de groenvoorziening kun je een hoog percentage social return op de inschrijfsom vragen, bij leveringen zal dat veel lager zijn. Het moet een reëel percentage zijn, passend bij de opdracht. Ook belangrijk is dat je samen met de markt bekijkt: hoe vullen we dit in? Er zijn verschillende mogelijkheden. Zo kan het ene bedrijf goed mensen stage laten lopen of studenten inzetten, terwijl het andere gewend is met een sociale werkplaats te werken. Maatwerk is essentieel, ook al is zo’n 80 procent van de opdrachten standaard. Als de opdrachtgever te strak vasthoudt aan de standaard en die overal op toe wil passen – een vast percentage en dan alleen maar mensen uit de bijstand mogen inzetten bijvoorbeeld – dan gaat het een keer fout.’ Bastiaan Punt, mededirecteur groenaannemingsbedrijf Punt ‘Zo’n 98 procent van onze omzet komt bij de overheid vandaan, direct en indirect – we werken ook als onderaannemer voor andere bedrijven aan opdrachten voor de overheid. Soms eist die te veel social return. De verschillen tussen de aanbestedende diensten zijn enorm; de ene vraagt vijf procent van de omzet social return, de andere 8,5 procent en weer een andere afdeling stelt pas social return-eisen bij een aanneemsom boven de € 100.000. Veel werkzaamheden gebeuren machinaal of vergen bepaalde kennis en kwaliteit – ecologisch maaiwerk, civieltechnisch vakwerk … De overheid zegt te snel: ‘Dat kan iemand uit de kaartenbak of met een SW­indicatie wel doen.’ Je moet het zoeken in bulkwerk, maar zelfs schoffelen kan lastig zijn. We missen in ons vakgebied geen opdrachten doordat de overheid te veel social return eist. Als er irreële eisen worden gesteld, gaan we daarover in gesprek en leggen we uit waarom iets niet kan. Meestal vinden we dan een oplossing. Waar een wil is, is een weg.’ Volgende keer De stelling in het volgende nummer van Baanbreker: Het bedrijfsleven krijgt een zware kluif aan het quotum arbeidsgehandicapten De Eerste Kamer heeft in gestemd met het wetsvoorstel ‘banenafspraak en het quotum arbeidsbeperkten’. De komende elf jaar moeten er 125.000 extra banen voor arbeidsgehandicapten bij komen. Lukt dat onvoldoende, dan kunnen bedrijven met 25 of meer werknemers vanaf 2017 fikse boetes krijgen. Dit wordt een uitdaging. Reageren op deze stelling? Mail naar: sahar@startfoundation.nl Baanbreker nr. 3 2015 11

Goed geregeld! Meer weten –> Chronisch ziek? Dan wil je werken! Emma at Work helpt als arbeidsbemiddelingsbureau chronisch zieke jongeren bij het vinden van een eerste (bij)baan of vakantiewerk. ‘Deze jongeren zijn niet ziek, ze leven met een ziekte.’ Tekst: Anka van Voorthuijsen Foto’s: Emma at Work, Jan Reinier van der Vliet Van een eerste (bij)baan leer je zó ontzettend veel, zegt Judy van den Berg, consultant bij Emma at Work. ‘Op tijd komen, verantwoordelijkheid nemen, omgaan met collega’s, sparen. Ervaring opdoen, zodat je makkelijker aan een vaste baan komt. Of inzien dat je eerste baantje misschien niet het leukste werk is, waarna je besluit om door te studeren.’ Een chronisch zieke jongere kan wel wat hulp gebruiken bij die eerste stap op de arbeidsmarkt. Chronisch zieke jongere verzuimt niet meer dan gezonde collega Werkgevers hebben vaak liever iemand die ‘niks mankeert’. En ook al zijn behandelingen steeds succesvoller en is de levensverwachting bij veel chronische ziektes sterk gestegen: het beperkt je soms wél. Kankerpatiënten zijn vaak moe, iemand met jeugdreuma moet z’n gewrichten ontzien, soms is een 40­urige werkweek lastig in verband met frequent ziekenhuisbezoek of therapie. Maar dat staat goed functioneren niet in de weg, zegt Van den Berg. ‘Deze jongeren hebben geen verstandelijke beperking. Ze zijn niet ziek, ze leven met een ziekte. Uit onderzoek van TNO blijkt dat hun ziekteverzuim absoluut niet hoger is dan van andere werknemers.’ Goede match Emma at Work fungeert als arbeidsbemiddelaar. ‘Jongeren die een baan zoeken, krijgen bij ons een intake. Wat zijn je competenties, wat zijn consequenties van je ziekte, waar moet een werkgever rekening mee houden? Wij beschermen kandidaten en we helpen werkgevers. Het gaat om de goede match.’ Naast het cv is er van elke kandidaat een duidelijk profiel. ‘Een A­viertje waar precies in staat wat het ziektebeeld is, hoeveel uur iemand kan werken en wat er eventueel nodig is om iemand goed te laten functioneren.’ Van den Berg: ‘Deze jongeren zijn enorm gemotiveerd. Sommigen zijn bijna » Op zoek naar kandidaten? Meer informatie over wat Emma at Work voor een bedrijf kan doen of voor andere bedrijven heeft gedaan? Zie www.emma-at-work.nl ‘ Aanpassingen zijn niet nodig’ ‘We hebben al ongeveer twintig jongeren korter of langer in dienst gehad. Het werk is fruitmanden inpakken. Aanpassingen zijn niet nodig. Onze ervaringen zijn heel positief. Deze jongeren hebben de neiging om heel hard te werken omdat ze niet willen onder doen voor hun collega’s. Je moet hen soms tegen zichzelf in bescherming nemen.’ Sebastian Brokmann, Fruitful Office 12 Baanbreker nr. 3 2015

Zij vonden een baan Naam: Iris van de Wijngaard (25) Opleiding: Grafisch Lyceum, PABO Functie: grafisch vormgever bij Biological Solutions Arbeidsbeperking: ziekte van Graves (schildklier) en fybro myalgie ‘Collega’s nemen koffie mee, zodat ik kan blijven zitten.’ Naam: Marieke Poelstra (23) Opleiding: HBO fysiotherapie Functie: personal trainer bij Fit20 Ahold Arbeidsbeperking: geheugen­ en concentratieproblemen door een hersenaandoening ‘Ik word gezien als aanwinst voor het bedrijf.’ Naam: Godelivia Veira (28) Opleiding: HBO commerciële economie met afstudeerrichting sportmarketing Functie: marketingmedewerker ABN AMRO Amsterdam Arbeidsbeperking: jeugdreuma ‘Een baas die met je meedenkt, is voorwaarde voor succes.’ Naam: Alex Wegman (22) Opleiding: Music Academy in Haarlem Functie: zelfstandig producent en muzikant (www.onearmed.nl) Arbeidsbeperking: mist een arm (botkanker) Naam: Ashley Mac­Intosh (24) Opleiding: MBO toerisme Functie: administratief medewerker Rabobank Foundation Arbeidsbeperking: pulmonale hypertensie (progressieve longaandoening) ‘Opgeven is geen optie!’ ‘Ik wil niet in een hokje geplaatst worden omdat ik ziek ben.’ Naam: Naomi Vervaart (24) Opleiding: HBO Lerarenopleiding Nederlandse Gebarentaal Functie: medewerker klantenservice NS Arbeidsbeperking: Hereditaire Spastische Paraplegie (ziekte van Strümpell) ‘Emma at Work heeft me voorgesteld en ik heb de baan gekregen!’ Naam: Reda Haouam (28) Opleiding: HBO logistiek Functie: trainee bij Dura Vermeer in Hoofddorp Arbeidsbeperking: dwarslaesie Naam: Naima Ait Ali (29) Opleiding: MBO Sociaal Juridisch Medewerker Functie: projectmedewerker bij ING Arbeidsbeperking: chronische huidziekte en visuele beperking ‘Ik ben heel erg trots dat ik nu een vaste aanstelling heb gekregen.’ Naam: Willem Philipsen (31) Opleiding: Hogeschool voor de Kunsten, popacademie Functie: medewerker klantencontact Rotterdamse Mobiliteits Centrale Arbeidsbeperking: een verlamde arm en been als gevolg van een herseninfarct ‘Het traineeship is afgelopen, ik ben klaar voor een nieuwe baan.’ ‘Ik heb mijn carrière als gitarist, onder andere van Postmen, moeten stoppen.’ Baanbreker nr. 3 2015 13

Goed geregeld! dood geweest, ze hebben een vechtersmentaliteit. Die levenservaring nemen ze mee naar jouw werkvloer.’ Zeven tips voor een hartelijk welkom Hoe zorg je ervoor dat de komst van een chronisch zieke jongere in je bedrijf een succes wordt? 1 Goede informatie Er is veel onbekendheid over chronische ziek tes op de werkvloer, en dat uit zich soms in vooroordelen. Met goede informatie kan dat worden voorkomen. Emma at Work kan een presentatie houden, een workshop geven of een meet & greet organiseren met jongeren met een chronische ziekte. 2 Creëer draagvlak Praat met je medewerkers over het belang van het in dienst nemen van jongeren met een chronische ziekte. Waarom zou je dat willen? Omdat een op de tien mensen een chronische aandoening heeft? Omdat het je eigen kind zou kunnen zijn? Gewoon vanuit goed werkgeverschap, mvo en/of diversiteitsbeleid? Omdat de Participatiewet verplicht bedrijven aan de slag te gaan met mensen met een arbeidsbeperking? Door in gesprek te gaan, creëer je draagvlak. 3 Gewenste omgang Laat medewerkers weten hoe ze met een chronisch zieke jongere moeten omgaan. Het allerbelangrijkste: jongeren kunnen gewoon praten. Vraag het, als je twijfelt over wat ze nodig hebben. Ze hebben geen verstandelijke beperking en kunnen dat prima aangeven. 4 Wees open Door open te zijn over werkafspraken en de consequenties van een ziekte, voorkom je misverstanden en ergernissen. Leg in het bedrijf uit waarom iemand later begint, minder uren werkt of wat traag reageert. Sommige beperkingen zijn niet zomaar zichtbaar voor iedereen, zoals een hersenaandoening. 5 Beweeg mee Natuurlijk wil je een kandidaat die past bij de functie. Maar soms kan een vacature worden aangepast: twee banen van 20 uur in plaats van een fulltime­ functie. Iemand met cystic fibrosis (taaislijmziekte) moet ‘s ochtends eerst opkloppen en medicijnen nemen. Dan is om 8.00 uur beginnen lastig. 6 Deins niet terug voor aanpassingen Een ICT­systeem is toe gankelijk te maken voor een blinde. Een geleidehond is zó getraind, die is niemand tot last. Een rol stoel gebruiker die niet bij de koffie automaat kan? Tap ‘s ochtends een thermoskan vol voor op het bureau. Het UWV kan eventueel een werkplekonderzoek doen. 7 Regel een aanspreek - punt Enige coaching van de jongeren is wel belangrijk. Maar dat geldt eigenlijk voor elke nieuwe medewerker. « ’ Desnoods 112 bellen’ ‘Danny heeft MS maar aanpassingen zijn niet nodig. Hij werkt vier dagen per week in verband met medicijnen en ziekenhuisbezoek. De vacature is weliswaar fulltime, maar we willen Danny toch graag in dienst nemen want hij doet het hartstikke goed. We hebben gevraagd waar we rekening mee moeten houden en hij heeft aangegeven: als je ziet dat ik ga trekken met m’n gezicht of been moet je het tegen me zeggen en in het uiterste geval 112 bellen. We hopen dat we via de gemeente een no­riskpolis af kunnen sluiten zodat we financieel geen risico lopen.’ Gretha Veerman, hr-manager bij Rietlanden Terminals B.V., Amsterdam Wat betekent dit werk voor je? Naam: Danny Haanstra Functie: magazijnmedewerker bij Rietlanden Terminals B.V. In dienst sinds: 19 januari 2015 Arbeidsbeperking: multiple sclerose ‘Met nieuwe medicijnen gaat het nu heel goed, ik heb geen aanvallen meer. Door dit werk heb ik het gevoel dat ik ertoe doe, dat ik meedraai in de maatschappij. Ik geniet van m’n werk en collega’s en sta lekker in het leven. Ik krijg hier de ruimte en kan laten zien dat ik meer kan dan doosjes uitpakken.’ 14 Baanbreker nr. 3 2015

Samen werken Toppers ‘Capaciteiten wegen zwaarder dan diploma’s’ Naam: Rob Jansen Functie: directeur/eigenaar Chain Logistics ‘Veel werkgevers hechten waarde aan diploma’s, ik hecht vooral aan iemands capa citeiten. En mentaliteit: wil je ook écht? Esko viel me op. Al snel ging hij van de werklozenpool naar een dienstverband. Kort daarna volgde hij onze ver trekkende bedrijfs leider op. De eerste drie maanden kwam ik elke dag even van Uden naar hier om ‘m persoonlijk te begeleiden. Nu niet meer. Hij heeft natuurlijk overwicht en dat is belangrijk bij deze doelgroep. Met assemblage werk en andere taken maken we mensen in reintegratietrajecten weer fit voor de arbeidsmarkt. Hij is een echt ‘mensen-mens’ maar denkt ook commercieel. En hij heeft gezonde ambities: voor volgend jaar heeft Esko de target van twintig op veertig kandidaten gezet.’ Tekst: Ton van der Vliet Foto: Jan Reinier van der Vliet Verder lezen –> Chain Logistics heeft vestigingen in Uden en Nijmegen en werkt hard aan uitbreiding. Hoe? Lees dat in het vervolg van dit artikel op www.startfoundation.nl/toppers Naam: Esko Redzepagic Functie: bedrijfsleider ‘In 1996 - in m’n laatste jaar aan de Bosbouw Universiteit - ben ik met slechts één tas uit Belgrado gevlucht. Uiteindelijk naar Nederland, waar ik werk vond in de logistiek. In 2011 stond ik letterlijk op straat, ik was ontslagen en mijn huwelijk strandde. Ik wilde dolgraag werk en zeurde Carla Latuny, mijn klantmanager bij de gemeente Nijmegen, daarover dagelijks aan het hoofd. Op een banenmarkt ontmoette ik Rob. Ons allereerste gesprek gaf me heel veel positieve energie en ook 100 procent vertrouwen in hem. Nu geef ik leiding aan een pool van twintig mensen die de gemeente weer aan het werk wil hebben. Dat ik dit na twee jaar uitkering heb bereikt, is voor hen een voorbeeld. En ook leuk: Carla is nu mijn klant!’ Directeur Rob Jansen van transport­, opslag­ en assemblagebedrijf Chain Logistics zag het helemaal zitten met Esko Redzepagic (46), werkloos en voor malig vluchteling uit Montenegro. ‘Jij wordt nog eens bedrijfsleider.’ En inderdaad, Redzepagic stuurt intussen twintig mensen aan. ‘Dat ik zelf werkloos ben geweest, is een voordeel’ Baanbreker nr. 3 2015 15

Kosten en baten Investeren in een sociaal project Emilie Goodall deed diepgaand onderzoek naar Social Impact Bonds. Van het Verenigd Koninkrijk tot Peru, van Peru tot Nederland - overal groeit de interesse in deze nieuwe manier van denken over én financieren van oplossingen voor maatschappelijke problemen. Tekst: Christine Lucassen Foto: Michael Kyle Aanmelden Congres Social Impact Bonds (8 oktober) Na ABN AMRO heeft onlangs ook Rabobank samen met Start Foundation in een Social Impact Bond geïnvesteerd. Kom 8 oktober naar het landelijke congres over deze nieuwe manier van denken over en financieren van oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Vooraanmelden: www.startfoundation.nl/ kennispodium ‘Door alleen voor goede resultaten te betalen, zijn overheden minder geld kwijt als een project slecht loopt’, con cludeert onderzoekster Emily Goodall van de Britse investeringsmaatschappij Bridges Ventures. Goodall deed onderzoek naar de eerste 26 Social Impact Bonds (SIB’s) wereldwijd. De SIB is een nog experimentele financieringsvorm die nieuwe mogelijkheden biedt om projecten met een maatschappelijk doel van de grond te tillen. Momenteel wordt ervaring opgedaan met verschillende modellen. Het is nog te vroeg om de behaalde resultaten te becijferen, maar Goodall heeft het volste vertrouwen in een goede afloop. Doorgaans steken vooral overheden en stichtingen geld in maat schappelijke doelen, zoals het terug naar de arbeidsmarkt geleiden van werklozen. Maar met een SIB kunnen ook Nederland telt nog maar twee SIB’s bedrijven of andere private investeerders in een dergelijk doel investeren. Dat werkt als volgt. De overheid of stichting schrijft een SIB uit voor bijvoorbeeld een project dat ex­gedetineerden helpt te re­integreren. Bedrijven, fondsen of andere private partijen die denken dat het project succesvol kan worden, beleggen hierin. Als het project inderdaad een succes wordt, krijgen de investeerders hun geld met rente terug. Dat wordt betaald uit de gerealiseerde besparing: de ex­gedetineerden hebben geen uitkering meer nodig. Zo is een maatschappelijk doel behaald zonder overheidsgeld en hebben de investeerders winst gemaakt. Slaagt het project niet, dan lijden de investeerders verlies. De term ‘bond’ ofwel ‘obligatie’ is daarom volgens Goodall niet de meest passende. ‘Kijkend naar het risico, hebben SIB’s soms meer weg van aandelen’, 16 Baanbreker nr. 3 2015

Emilie Goodall Emilie Goodall werkt bij de Britse sociaal investeerder Bridges Ventures en deed onder zoek naar de eerste 26 Social Impact Bonds wereldwijd, een nieuwe vorm van het financieren van projecten met een maatschappelijke doelstelling. Goodall is een van de sprekers op het congres over Social Impact Bonds op 8 oktober 2015, georganiseerd door Start Foundation. aldus Goodall telefonisch vanuit Londen. Nieuwe verbanden Bij een SIB zijn grofweg drie partijen betrokken, legt Goodall uit. Voor de (lokale) overheden en stichtingen die de opdrachten vergeven, betekent een SIB dat ze maatschappelijke vraagstukken resultaatgericht moeten aanbesteden: helder aangeven wat er bereikt moet worden, niet ingaan op het proces. Voor de uitvoering van projecten worden dienstverleners ingeschakeld die ervaring hebben in het werkveld. Meer dan voorheen zullen deze zich richten op het behalen van resultaten, zoals die contractueel zijn vastgelegd. Voor de derde partij die betrokken is bij een SIB, de investeerders, biedt een SIB de mogelijkheid om sociaal te investeren zonder dat zij zichzelf helemaal op voor hen onbekend terrein hoeven te begeven. En zo ontstaat er een geheel nieuw Op zoek naar een werkend model samenwerkingsverband. Goodall: ‘SIB’s brengen partijen samen.’ Steeds meer SIB’s Bridges Ventures, de werkgever van Goodall, heeft 25 miljoen pond beschikbaar om maatschappelijk en duurzaam in SIB’s te investeren. Belegd is onder meer in een project om schooluitval onder jongeren te beperken. Er is al merkbaar effect in beter gedrag, hogere diploma’s en meer (uitzicht op) werk, weet Goodall. ‘Geen van de SIB’s is afgerond, maar de projecten zitten on track.’ Tot nu toe is circa een derde van het geld gestoken in veertien van de 29 SIB’s die het Verenigd Koninkrijk rijk is. Voor de rest van het bedrag is Bridges Ventures uit talrijke interessante initiatieven de meest geschikte aan het zoeken. Het aantal SIB’s wereldwijd groeit. In Nederland lopen er nu twee, bij beide is Start Foundation betrokken. Wereld wijd zijn er volgens Goodall meer dan honderd met een SIB gefinancierde projecten in oprichting. Ook in landen als China, Nieuw­Guinea en Peru kijkt men naar deze financieringsvorm. Afhankelijk van de achterliggende prestatie contracten, draagt de investeerder meer of minder risico. Over vijf tot tien jaar is het experimentele stadium definitief achter de rug, verwacht Goodall. ‘We bouwen nu een track record op. We hopen een model te vinden dat werkt en dat interessant is voor institutionele beleggers.’ Baanbreker nr. 3 2015 17

Kosten en baten Pienter met poen Wie betaalt de opleiding? Tekst: Marjan Agerbeek/Moneypenny Producties Illustratie: Idris van Heffen Je bent bereid een werknemer in dienst te nemen met afstand tot de arbeidsmarkt. Maar deze heeft onvoldoende kennis in huis voor het werk dat hij of zij moet gaan doen. Zijn er mogelijkheden om de opleiding van deze werknemer gefinancierd te krijgen? Voorheen waren er diverse bekostigingsmogelijkheden voor scholing van werknemers met een arbeidsbeperking. Maar met de invoering van de Participatiewet is dat veranderd. De algemene scholings regelingen hebben plaatsgemaakt voor regelingen die het risico voor de werkgever beperken dat de werknemer niet goed functioneert of ziek wordt. Zo is een proefplaatsing mogelijk, bestaan er vergoedingen voor de aanpassing van een werkplek en is er de no­riskpolis, die compensatie biedt voor het loon dat de werkgever moet doorbetalen bij ziekte. Ook zijn er subsidies op de loonkosten, waardoor de werkgevers lasten dalen. Het is de bedoeling dat werkgevers eventuele opleidingskosten voor eigen rekening nemen en bekostigen uit de tegemoetkomingen in de werkgeverslasten. Er is één uitzondering: de scholingsvoucher voor 50­plussers van het UWV. Ondernemers die een werkloze werknemer van 50 jaar of ouder in dienst wil nemen, kunnen hiervan gebruikmaken. De subsidie is maximaal € 1000 (inclusief btw). Het moet wel om een opleiding gaan die nodig is om de functie te kunnen uitvoeren. Er moet een getekend arbeidscontract zijn en het moet gaan om een betrekking van ten minste de helft van het aantal uren waarvoor de werknemer een WW­uitkering krijgt. De opleiding mag niet langer dan een jaar duren en moet leiden tot een erkend diploma. Meer informatie op het werkgeversdeel van www.uwv.nl Behendigheid gevraagd Wellicht is het met enige behendigheid mogelijk om bekostiging te realiseren van opleidingen van aankomende werknemers die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn en een WIA­ of Wajong­uitkering hebben. In het kader van re­integratie biedt het UWV deze mensen de mogelijkheid om scholing te volgen die nodig is om een baan te kunnen vinden. Deze regeling is dus niet bedoeld voor opleidingen tijdens het werk, maar voorafgaand daaraan. Als je een gedeeltelijk arbeidsongeschikte kandidaat op het oog hebt die na een opleiding geschikt is om in dienst te nemen, zou deze regeling dus interessant kunnen zijn. Meer informatie op www.uwv.nl, onder re­integratie tijdens mijn WIA­uitkering. 18 Baanbreker nr. 3 2015

Samen werken Vijf vragen 1. Wat doet u voor mensen met een arbeids beperking? ‘Met Schone Zaak! nemen we mensen met een beperking meteen aan in loondienst. Het eerste jaar laten we ze inburgeren en staatsexamen doen. Ze krijgen Nederlandse les, plus huiswerkbegeleiding. Ook volgen ze acht weken een schoonmaakcursus. De twee jaren daarna halen ze hun mbo­diploma. Naast de scholing werken ze 20 tot 26 uur per week voor Schone Zaak! Dan hebben ze voldoende werkervaring en bagage om op de arbeidsmarkt te kunnen slagen. Op die manier hebben we inmiddels 35 à 40 personen aan een vaste baan kunnen helpen.’ 2. Wat is uw drijfveer om u voor deze mensen in te zetten? ’Ik heb hetzelfde meegemaakt als ‘onze’ vrouwen’ Laamia Elyounoussi is initiatiefnemer en directeur van Schone Zaak!, een Rotterdams schoonmaakbedrijf dat mensen met een arbeidsbeperking banen biedt en hen klaarstoomt voor de arbeidsmarkt. Tekst: Hans Horsten Foto: Jan Reinier van der Vliet ‘Mijn eigen achtergrond. Ik heb hetzelfde meegemaakt als de vrouwen uit onze doelgroepen. Ik ben in Nederland geboren, maar verhuisde daarna naar Marokko. Toen ik na een paar jaar terugkeerde moest ik op nul beginnen met aap­nootmies. Gebrek aan taalkennis is een enorme barrière. Het remt je bij het vinden van een baan en verhindert dat je aan een studie begint Als je de taal beheerst kun je kansen grijpen, dromen en idealen waarmaken.’ 3. Zijn er ondernemers die u bewondert? ‘Je moet tegen iemand opkijken om iets te kunnen leren. Een familielid van mij heeft eveneens een schoon maakbedrijf. Van haar heb ik geleerd om door te zetten. Les nummer 1: je moet altijd doorgaan. Een andere werkgever liet me zien wat er nodig is om gemotiveerd te blijven. Je moet in je carrière een paar mensen tegenkomen die in je geloven.’ 4. Bent u inclusief ondernemen nooit eens zat? ‘Integendeel, het geeft me juist heel veel energie. Het geeft een enorme voldoening als je ziet dat jouw investeringen ertoe leiden dat andere mensen groeien. Ik kom daar dagelijks mee in aanraking.’ 5. Wat doet u als u niet bezig bent met ondernemen? ‘Veel sporten. Hardlopen, krachttraining en boksen. Op die manier blaas ik stoom af en laad ik mezelf op. Boksen is heel zwaar, maar het is wel een sport waar je veel van kunt leren.’ De Normaalste Zaak Schone Zaak! is aan gesloten bij De Normaalste Zaak, een door Start Foundation geïnitieerd net werk van ondernemers die het ‘de normaalste zaak’ vinden dat iedereen de kans krijgt om naar vermogen deel te nemen aan de arbeidsmarkt. Meer informatie: www.denormaalstezaak.nl Baanbreker nr. 3 2015 19

Samen werken BOSS Kitchen slaagt als bedrijven, scholen en gemeente samenwerken Ondernemers Fieke Roozen en Ernst Jan Swarte van Fun Forest willen met BOSS Kitchen meer jongeren met een beperking aan werk helpen. De sfeer in het bedrijf is daarbij belangrijk. ‘Het voelt als een familie’, aldus een van de medewerkers. 20 Baanbreker nr. 3 2015

Meer weten –> Samen grote dingen doen Kansen bieden aan jongeren met een beperking is knokken, ervaren ondernemers Fieke Roozen en Ernst Jan Swarte, eigenaren van Fun Forest. Maar ze zijn niet te stuiten. Met BOSS Kitchen willen ze andere ondernemers in hun ambities betrekken. Tekst: Annemarie Geleijnse Foto’s: Guy Offerman Toen van huis uit onderwijskundige Fieke Roozen in 2007 kwam kijken bij de bouw van het eerste klimpark van haar nieuwe liefde Ernst Jan Swarte, besefte ze dat Fun Forest niet alleen de ideale plek is om plezier te hebben, maar ook om vormen van ‘spelend leren’ in praktijk te brengen. Bij Fun Forest kun je in een natuurlijke omgeving in bomen klimmen en parcoursen afleggen van verschillende moeilijkheidsgraden. Roozen: ‘In een klimpark draait alles om veiligheid, samenwerken, verantwoorde risico’s nemen, durven vertrouwen en plezier hebben. Dat is een prachtige voedings bodem om te groeien.’ Kansen bieden aan jonge medewerkers met een bijzondere achtergrond past bij uitstek in die omgeving. Swarte vertelt hoe door de jaren heen op de vier parken (in Venlo, Rotterdam, Almere en Amsterdam) al heel wat mensen met een verhaal – autisme, depressie, burnout, zelfmutilatie, afgebroken schoolopleiding, gezinsvervangende tehuizen – hun plekje vonden. ‘We deden dit op eigen kracht, zonder subsidie, en daar zijn we trots op.’ Maar vanzelf gaat dat niet. Want je kunt te maken krijgen met opleidingen die te versnipperd werken, waardoor er onvoldoende kwalitatief goede stagebegeleiding op de werkplek wordt aangeboden. En als je vraagt om werkloze jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt, kun je geconfronteerd worden met gemeenten die er ondanks de volle kaartenbakken niet in slagen om tijdig de juiste jongeren te leveren, met wetgeving die niet op elkaar aansluit of met dubbele of onzorgvuldig uitgevoerde procedures. En dan zijn er nog jongeren die de geboden kansen niet grijpen en er soms na een paar dagen de brui aan geven of rotgeintjes uithalen. Frustratie ligt dan op de loer. Gedreven Maar Fieke Roozen – ooit zelf een ‘drop­out’, die uiteindelijk cum laude afstudeerde als onderwijskundige – en Ernst Jan Swarte zijn gedreven. Zo’n acht procent van het huidige medewerkersbestand heeft een bijzonder verhaal. Het streven is dat dit eind van dit jaar Informatie over de klimparken: www.funforest.nl Meer informatie over de MVO­doelstellingen, de Fun Forest Foundation en BOSS Kitchen op www. funforest.org Stok achter de deur » Start Foundation heeft Fun Forest een krediet verstrekt van 25.000 euro voor het opzetten van BOSS Kitchen Rotterdam. Lukt het om aan de sociale doelstellingen te voldoen, dan wordt dit deels omgezet in een donatie. ‘Een mooie stok achter de deur’, meent Ernst Jan Swarte. Fieke SwarteRoozen volgt de leergang Sociaal Ondernemen: ‘Start Foundation ondersteunt onder nemers enorm door ons leiderschap en onze zakelijke kennis en vaardigheden te vergroten.’ Baanbreker nr. 3 2015 21

Samen werken is verdubbeld. Dat wil het echtpaar onder meer bereiken met BOSS Kitchen, een horecaconcept binnen Fun Forest. Het eerste restaurant is begin dit jaar met steun van Start Foundation geopend in Rotterdam. Entree MKB BOSS Kitchen biedt stages en werkervaringsplekken aan jongeren die elders moeilijk aan een stageplek of werk kunnen komen. Een goede samenwerking tussen gemeente, ondernemers en onderwijs is voor het slagen Veel ondernemers willen best iets betekenen voor mensen met een beperking van het concept onontbeerlijk, zo vertellen Swarte en Roozen. Daarom heeft Roozen het concept Entree MKB bedacht, een bundeling van stages, werkervaringsplaatsen en werk bij betrokken kleine ondernemers waarmee kwetsbare jongeren worden ondersteund op weg naar de arbeidsmarkt. De eerste stap is een doorlopende ‘werkend leren’­leerlijn vanuit niveau 1 (Entree, de opleiding die ROC aanbieden aan jongeren zonder diploma die vaak ook extra zorg nodig hebben) naar een brede niveau 2­opleiding. Roozen: ‘Het is de bedoeling dat jongeren in en rond de wijk Kralingen Crooswijk stages kunnen lopen binnen meerdere bedrijven en dat de ondernemers van elkaar kunnen leren.’ Ondernemers spreken elkaars taal, stelt ze. ‘Als ze van ons horen dat Achmed weliswaar een bagger­cv heeft, maar een betrouwbare jongen is waar echt veel in zit, dan is dat waardevolle informatie. Dat maakt het makkelijker een jongere het voor deel van de twijfel te geven. Bekend maakt bemind.’ Enthousiast De gemeente Rotterdam, het onderwijs en MKB Rotterdam zijn enthousiast over het initiatief. Voor de zomer moeten de handtekeningen worden gezet. En dat is precies wat er nodig is, denkt Roozen: ‘Er zijn genoeg ondernemers die iets willen betekenen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Als je ondernemers passende dienstverlening en begeleiding biedt, kan er zoveel meer.’ « Van angstig jochie naar oproepkracht Jirre Verkerk ­ een veertienjarig jochie dat vanwege een stoornis in het autistische spectrum nauwelijks het huis uit durfde ­ vond het geweldig om naar Fun Forest in Amsterdam te gaan. Dus zei hij ja, toen hoofdinstructeur Niels hem vroeg te helpen met klusjes. Elke stap in het werk nam Niels met hem door. Jirre groeide uit tot betaalde oproepkracht. Jirre: ‘Fun Forest voelt als een familie. Ze hebben mij geleerd uit mijn schulp te komen.’ Nu, zes jaar later, is Jirre een zelfbewuste (begeleid) op kamers wonende mbostudent game development. Waarom houd jij je stage bij Fun Forest wel vol? Naam: Jemerick Felefie Functie: stagiair BOSS Kitchen Rotterdam In dienst sinds: februari 2015 Achtergrond: leerling niveau 1 aan de Entree­opleiding van ROC Zadkine ‘De meeste bedrijven willen alleen niveau 2-stagiaires, maar bij BOSS Kitchen kreeg ik een eerlijke kans. Ook al kennen ze je niet, je krijgt vertrouwen en verantwoordelijkheid. Ik mag ook plannen maken en mijn mening geven. Bij het inrichten van de keuken werd er naar mij geluisterd. Daarom vind ik het hier leuk en blijf ik komen.’ 22 Baanbreker nr. 3 2015

Lieve Sahar, –> Ik heb een bedrijf met veertig medewerkers en ben op zoek naar geld voor mijn bedrijf. Wanneer kan ik bij jullie terecht en wat voor voorwaarden hanteren jullie? Xander T. te M. Beste Xander, Mooi dat je vraagt naar onze voorwaarden. Ons gaat het namelijk vooral om de ‘waarden’. Ik leg het even uit. Wij zijn een maatschappelijk investeerder. Elke onderneming levert maatschappelijke waarde. De mate waarin varieert echter. Wij letten vooral op de waarde voor mensen die je in dienst hebt en die als ze werkloos zouden worden, weinig kansen op een nieuwe baan hebben. Denk dan bijvoorbeeld aan ouderen, mensen met weinig of zonder opleiding, een handicap, ziekte of een verslavings­ of detentieachtergrond. Vrijwel elk bedrijf heeft dergelijke mensen in dienst. Ook willen we weten of je dergelijke mensen (bewust) welkom heet in je bedrijf, of je opleidingsplaatsen hebt, enzovoorts. Natuurlijk willen we weten waar je het geld voor nodig hebt. Dat bepaalt vooral ook hoeveel je kunt krijgen en tegen welke condities. Soms kun je na onze analyses een ‘gewoon’ bedrijfskrediet krijgen tegen nagenoeg dezelfde voorwaarden als bij een bank. Wij beleggen ons geld namelijk liever in Nederlandse MKB­bedrijven dan in wereldwijde aandelen. En soms krijg je geld dat je niet eens terug hoeft te betalen, omdat het maatschappelijke rendement zo groot is dat wij dat willen belonen. Zo ontving Ongehinderd onlangs een paar duizend euro van ons om medewerkers te zoeken met een arbeidsbeperking. Die wilden ze namelijk per se in huis hebben (zie Kortweg Start Foundation, pagina 3). Mijn advies is simpel. Leg gewoon je plan voor aan ons en wij kijken wat we voor je kunnen doen. Lieve groeten, Sahar Ook een vraag? Sahar Mokamel werkt bij Start Foundation sinds 2011. Heeft u een vraag aan Start Foundation? Mail aan sahar@startfoundation.nl en u krijgt zo spoedig mogelijk antwoord. Baanbreker nr. 3 2015 23

Niet te geloven! Overheid en beleid Meedenken? Sorry, dat mogen we niet. Tekst: Marjan Agerbeek Illustratie: Idris van Heffen Sibel Gerretsen heeft apparatuur gevonden die haar extreme geluidsgevoeligheid dragelijk maakt. Na vijf jaar WAO hoopt ze daarmee weer aan de slag te kunnen als masseuse. Helaas: geen enkele instantie wil de apparatuur betalen. Jarenlang werkt Sibel Gerretsen als masseuse. Maar vijf jaar geleden gaat er iets mis. De oorzaak hebben artsen nog niet kunnen vaststellen, maar Sibels brein heeft grote moeite gekregen met het verwerken van verschillende prikkels tegelijk. Dat uit zich in extreme geluidsgevoeligheid. Een gesprek voeren gaat prima, maar niet met het gezoem van een computer op de achtergrond. Houdt ze vol, dan gaat ze zich naar voelen en kan niet meer functioneren. De situatie ontvluchten en stilte zoeken, is het enige wat helpt. Samen met een audiologisch centrum gaat Sibel op zoek naar een oplossing voor haar onbekende medische probleem. En ontdekt dat ze baat heeft bij een combinatie van een ruisonderdrukker en een soloapparaat, dat spraak versterkt doorgeeft aan een koptelefoon. Ze kan weer aan het werk. Financiering Dat vindt het UWV ook en is bereid een re­ integratietraject te bekostigen. Onder begeleiding van een jobcoach van Autismepunt krijgt Sibel een werkervaringsplaats bij een massagesalon. Dat gaat goed. Nu alleen nog financiering vinden voor de apparatuur die Sibel enkele maanden in bruikleen heeft gekregen en ze kan definitief aan de slag. Het gaat om 3300 euro. Op advies van haar jobcoach vraagt Sibel ziektekostenverzekeraar VGZ de apparatuur te betalen. Maar VGZ weigert omdat Sibel geen gehoorverlies heeft. Dan maar aankloppen bij het UWV. Dat weigert ook, met als belangrijkste reden dat alleen apparaten die specifiek voor een werksituatie nodig zijn, mogen worden vergoed. En Sibel gebruikt ze ook thuis. Stuitend Dus weer terug de WAO in? Sibel heeft haar werk bij de massagesalon moeten stoppen omdat het geluidsniveau er te veel is toegenomen. Ze is op zoek naar iets anders, in de hoop dat het UWV haar bezwaar in tussen honoreert en de apparatuur toch be taalt. ‘Ze hebben duizenden euro’s uitgegeven voor een re­integratietraject. Maar het bedrag dat ik nodig heb om te kunnen blijven werken, betalen ze niet. Ik vind het stuitend dat instanties die mensen aan werk moeten helpen, alleen maar met regels zwaaien in plaats van met je mee te denken.’ 24 Baanbreker nr. 3 2015

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
Home


You need flash player to view this online publication